Maatschappelijke problemen en bestuurlijke oplossingen
– samenvatting
Hoorcollege 1 – Introductie
Waarom een overheid?
Economen
1. Collectieve goederen: niet uitsluit baar (iedereen mag er gebruik van
maken)
2. Reguleren van monopolies en kartels: door monopolies wordt het
onmogelijk voor andere partijen om mee te doen op de markt, overheid
heeft recht om in te grijpen,
kartel = onderlinge prijsafspraken maken
3. Bemoeigoederen: kunstmatig goede producten goedkoper maken en
slechte producten duurder maken. Merit goods (universiteit)/ demerit
goods (roken), gedrag van individuele mensen beïnvloeden.
4. Reguleren externe effecten: maatschappelijke ontwikkelingen leiden tot
externe effecten, de overheid mag dan ingrijpen, bv, vliegen,
staalproductie, collectief gedrag.
5. Herverdeling: van de rijken naar de armen, door bv. belasting, het doel is
niet de kloof zo klein mogelijk maken, maar maatschappelijke stabiliteit.
(niet alle economen hierover eens)
Filosofen
- Thomas Hobbes: homo, homini lupus est, natuurtoestand: allen tegen
allen. Van nature zijn mensen beesten. Oorlog van allen tegen allen.
- Het leven is ‘solitary, poor, nasty brutish and short’.
- Dus mens levert deel autonomie in om zich te beschermen tegen (de
autonomie) van anderen.
Oplossing
- Morele principes (religie) Hierdoor het voorkomen van de
natuurtoestand, gij zult niet doden.
- Sociale contract macht overdragen aan soeverein heerser. Vrijheid
inleveren in ruil voor bescherming van de overheid tegen anderen. Wordt
getekend bij geboorte, als we niet meer beschermd worden, dan word het
sociale contract verbroken.
- We zijn geneigd tot het kwade Hierdoor hebben we ‘politie’ nodig.
,Politicologen
- Prisoner’s dilemma
- Individueel rationeel gedrag leidt tot collectief slechtere uitkomsten, dus
een overheid nodig voor een collectieve goede uitkomst.
Oplossing
- Hiërarchische sturing door een externe partij: de overheid.
- Maar:
- Exelrod: de evolutie van samenwerking; samenwerking levert op
langere termijn voordelen op.
- Ostrom: 3 type mensen: altruïsten (van zichzelf goed), conditional
collabortars (als andere ook meedoen), rationeel egoïsten.
Drie manieren om maatschappelijke
vraagstukken aan te pakken:
- Vroeger alles vanuit de staat:
telefoon, trein.
- Trend van de staat naar de markt:
NS
- Van de markt naar de staat: ABN AMBRO
Door de tijd heen verschillende opvattingen over rol overheid.
Maatschappelijke problemen -> Politieke problemen -> Bestuurlijke oplossingen,
die bindend zijn
Random kind heeft heel netwerk met kennis en macht voor oplossing: gezin,
GGZ, school, familie… Met partijen uit verschillende hoeken: staat, markt en
maatschappij.
,Bestuurskunde als multidisciplinair perspectief, wat doen we nu concreet? De
afweging die in de praktijk worden gemaakt. Het sociologische perspectief, het
juridisch perspectief, het economische perspectief en het politicologische
perspectief.
Wat is de overheid?
De ontwikkeling van de staat in samenleving:
- Regenten en nachtwakers in de republiek (veiligheid, politie- en
legerfunctie)
- De nachtwakerstaat (pas ongeveer 200 jaar geleden natiestaten en
‘huidige’ grenzen ontstaan)
- De ontwikkeling van het particulier initiatief en de professionalisering van
de zorg (mede als reactie op industrialisatie en urbanisatie)
- Ontwikkeling van de verzorgingsstaat
4 functies van de overheid:
1. Verzekeren
Risico’s waar burgers zich niet op voor kunnen bereiden. Geen ingrijpen in
individueel leven.
2. Verzorgen
Mensen die zichzelf niet kunnen verzorgen, moet de overheid doen.
Geen ingrijpen in individueel leven.
3. Verheffen
, Zorgt dat burgers beter leven, verstandigere keuzes. Overheid verteld wat
goed. Opvoedend. Na 2e wereldoorlog.
4. Verbinden
Jaren 70 en 80. Groepen burgers verenigen, cohesie tussen burgers
verbeteren.
De verzorgingsstaat: functies staan ook in de grondwet. Tegenwoordig hoge
verwachtingen overheid.
Kern verzorgingsstaat
- Systematisch en georganiseerd karakter
- Collectieve welvaart en welzijn (dus niet alleen op de zwakkeren)
- Garantieformule die grondwettelijk is geborgd in grondrechten en die gelijk
is voor iedereen (gelijkheidsbeginsel).
- Reductie van willekeur in de verdeling van levenskansen
- De wenselijkheid van sociale integratie voor iedereen
Crisis in de verzorgingsstaat
- Betaalbaarheid en omvang
- Bureaucratisering en verstatelijking
- Versterking afhankelijkheid
- Fraude en misbruik en liftersgedrag
Naar sociale investeringsstaat
- Van verzorgen voor naar activering, van vangnet naar springplank
- Meer kansen bieden, maar ook meer eigen verantwoordelijkheid
Participatiesamenleving (Big Society)
- Starten vanuit eigen verantwoordelijkheid, vermogen burgers om
problemen op te lossen
Hoorcollege 2 – sturing en de samenleving
De overheid: almacht of onmacht? Sturing lukt niet altijd.
Kenmerken van complexe problemen
Er is vaak geen eenduidige definitie van het probleem.
Wat is het probleem van dakloosheid precies?