100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting domein 1a NVO-examens, Psychology: Foundations and Frontiers (Bernstein, druk 8) €4,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting domein 1a NVO-examens, Psychology: Foundations and Frontiers (Bernstein, druk 8)

3 beoordelingen
 267 keer bekeken  17 keer verkocht

Beknopte samenvatting van domein 1a van de NVO-examens 2020.

Voorbeeld 3 van de 26  pagina's

  • Ja
  • 5 juli 2020
  • 26
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (3)
Alle documenten voor dit vak (3)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: gruijters • 2 jaar geleden

Dit is een samenvatting die is gemaakt van een andere samenvatting. Ik raad je aan deze niet te kopen

review-writer-avatar

Door: jkarsdorp • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lisan • 2 jaar geleden

avatar-seller
verineletitre
NVO Domein 1a - Psychology: Foundations and Frontiers

H1: Introducing Psychology
Wundt → niet zintuigen bron kennis, maar bewustzijn → introspectie = eigen gedachten/ervaringen
onderzoeken → 2 belangrijkste determinanten van gevoelens: kwaliteit & intensiteit → leerling
Titchener voegde nog duidelijkheid toe

Gestalttheorie = mens moet als geheel bestudeerd worden (Wetheimer, Koffka, Kohler)

Freud → onbewuste onderzoeken → psychoanalyse

James → functionalisme = hoe verschillende mentale gebeurtenissen en activiteiten samen
bewustzijn vormen → n.a.v. evolutietheorie

Behaviorisme = menselijk gedrag alleen bestudeerd worden door observatie: (on)bewuste buiten
beschouwing → gedrag is volledig aangeleerd (Watson, Skinner)

H2: Research in Psychology
Kritisch denken → oordeel baseren op duidelijk bewijs → 5 kritische vragen:
1. Wat?
2. Welk bewijs?
3. Bewijs anders interpreteren?
4. Welk bewijs voor alternatieve aannames?
5. Welke conclusies meest aannemelijk?

Wetenschappelijk onderzoek → hypothese → geoperationaliseerd = termen gespecificeerd en
testbaar → hypotheses onderzoeken en data analyseren → bewijs testen op betrouwbaarheid en
validiteit → conclusies en verklaringen weergeven in theorie = combinatie aantal stellingen die iets
moeten verklaren, voorspellen of controleren

Doelen onderzoek: verklaren, beschrijven, controle uitoefenen of voorspellingen doen over
verschijnsel

Soorten onderzoek:
• Natuurlijke observatie: gedrag in natuurlijke omgeving, niet beïnvloed
• Case study: naar één specifiek geval
• Survey: gedrag grote groep met test of questionnaire
• Correlationeel onderzoek: relatie tussen twee variabelen aantonen (niet welke relatie)
• Experiment: variabele (onafhankelijke) gemanipuleerd → effect op andere variabele
(afhankelijke) bekeken → experimentele en controlegroep

Confounder = 3e variabele die onderzoek beïnvloedt buiten wil onderzoeker → niet meer
betrouwbaar → 3 soorten
• Random niet te controleren factoren waarin deelnemers onderzoek verschillen van elkaar
• Verwachtingen deelnemers → placebo-effect
• Bias onderzoeker → onbedoelde effecten door onderzoekers
→ Double-blind onderzoek → zowel participanten als onderzoekers weten niet welke groep

Sampling = proces waarmee deelnemers worden geselecteerd
Nature/nurture → gedragsgenetica → verschillende methoden:
• Gezinsstudies

, • Tweelingstudies
• Adoptiestudies

Twee soorten statistiek:
1. Beschrijvende = data beschrijven
a. Variabiliteitmaten: standaarddeviatie en gemiddelde
b. Centrummaten: modus, mediaan, gemiddelde
c. Correlatiecoëfficiënten: positief (beide nemen toe- of af) of negatief (ene neemt toe,
andere af) → tussen -1 en +1
2. Inferentiële = uitspraken doen over wat data betekent

H3: Biological Aspects of Psychology
Zenuwstelsel: hersenen, ruggengraat, zenuwen
• Indeling op basis van functie:
1. Motorisch: informatie → spieren en klieren
2. Sensorisch: informatie omgeving → hersenen
• Indeling op basis van ligging:
1. Centraal: hersenen en ruggengraat
2. Perifeer: alle overige delen, niet beschermd door beenderen
a. Somatisch: informatie zintuigen naar centrale zenuwstelsel en van centrale
zenuwstelsel naar spieren
b. Autonoom: informatie van centraal naar organen en klieren en andersom
i. Sympathisch: actief, fight or flight
ii. Parasympathisch: passief

2 soorten cellen belangrijk:
1. Neuronen: reageren op signalen en zenden signalen uit → lijken op andere cellen:
a. Mitochondrium
b. Semipermeabel celmembraan
c. Cellichaam met nucleus
Verschillen van andere cellen door:
a. Axon: zendt signalen
b. Dendrieten: ontvangt signalen
Synapsen = kleine gaten tussen neuronen
2. Lijmcellen/gliacellen: houden neuronen bij elkaar en helpen communiceren

Gepolariseerd = milieu binnen cel is negatiever dan milieu buiten cel

Elektrochemisch potentiaal = positief geladen moleculen aangetrokken tot negatief geladen
moleculen → sommige positieve moleculen cel in

Wanneer niks verandert in milieu rondom cel → membraan gedepolariseerd: kanalen open en
positieve moleculen naar binnen → dan ook naastliggende deel membraan gedepolariseerd → golf
verplaatst zich steeds verder langs axon/dendriet = actiepotentiaal → hoe groter axon en hoe meer
myeline, hoe sneller

Doel actiepotentiaal = tot stand brengen communicatie tussen cellen → communicatie berust op
chemische boodschappers = neurotransmitters opgeslagen in vesicles (zakjes uiteinde axon)

Vuren van een neuron = als actiepotentiaal zich langs neuron beweegt

, Refractaire periode = korte rustpauze tussen 2 actiepotentialen → repolarisatie

Nuclei = aantal cellichamen van neuronen in centrale zenuwstelsel bij elkaar
Weg/bundel = aantal axonen in centrale zenuwstelsel

Reflex = reactie waarbij hersenen niet eerst geraadpleegd zijn
In ruggengraat 2 soorten neuronen:
1. Sensorische of affarente
2. Motorische of efferente

Onderzoek hersenen:
• EEG (electroencephalograph): elektrische activiteit hersenen
• PET (positron emission tomography): waar celactiviteit plaatsvindt
• MRI (magnetic resonance imaging): radiogolven en verkrijgt anatomische details
• DTI (diffusion tensor imaging): verstoort hersenwerking om kennis te krijgen

Hersenen 2 helften → cerebrale hemisferen → oppervlak = cerebrale cortex
Associatieve cortex → complexe cognitieve bewerkingen
Beide hemisferen specialisaties = lateralization → verbonden door corpus callosum
Plasticiteit = centrale zenuwstelsel kan bestaande neurale connecties en synapsen verbeteren en
nieuwe connecties vormen → basis van leren en onthouden

Neurotransmittersysteem = groep neuronen met zelfde soort NTM
3 soorten NTM:
1. Kleine moleculen: acetylcholine (lagere hartslag, spijsvertering, spieren samentrekken),
catecholaminen zoals norepinefrine (activeert lichaam om in actie te komen), serotonine
(humeur en hongergevoel), dopamine (beweging), aminozuren zoals GABA (vermindert kans
actiepotentiaal), glutamaat (versterkt synaptische connecties)
2. Peptiden: endorfinen (pijnvermindering)
3. Gassen: nitro-oxide, carbonmonoxide

Endocriene cellen (klieren) → chemicaliën (hormonen) uitscheiden: worden in tegenstelling tot
NTM’s in bloed gelaten → endocriene systeem gecontroleerd door hersenen

Immuunsysteem beschermt lichaam en onderneemt actie waar nodig → veel contact zenuwstelsel
Auto-immuunziekte = stoornis waarbij immuunsysteem lichaamseigen cellen aanvalt

H4: Sensation
Zintuig zet informatie buitenwereld om in neurale activiteit → sensatie = boodschap zintuig
Perceptie = proces waarmee betekenis aan sensaties wordt gegeven
Zintuigen detecteren vormen energie → energie m.b.v. accessory structures gemodificeerd →
transductie: inkomende energie omgezet in neurale activiteit, gebeurt in sensorische receptoren →
informatie doorgegeven aan centraal zenuwstelsel
Informatie zintuigen (behalve reuk) eerst naar thalamus: eerste informatieanalyse

Codering = omzetten van lichamelijke kenmerken van stimulus in neurale activiteit
• Temporaal (afhankelijk van timing vurende neuronen)
• Spatieel (afhankelijk van locatie vurende neuronen)

Geluid = constante golfbeweging die medium nodig heeft → weergeven in waveform o.b.v. 3
eigenschappen:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper verineletitre. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53249 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  17x  verkocht
  • (3)
In winkelwagen
Toegevoegd