100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Beschrijvende en inferentiële statistiek deel 2

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
16
Geüpload op
27-03-2025
Geschreven in
2024/2025

Samenvatting van literatuur en college-aantekeningen. Met deze samenvatting heb ik het tentamen in 1x behaald met een 9,2.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
27 maart 2025
Aantal pagina's
16
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Hoorcollege 4 – week 5

Wat is statistische inferentie?

Statistische inferentie is het proces waarbij we op basis van gegevens uit een
steekproef conclusies trekken over een grotere populatie. Omdat we niet de hele
populatie kunnen meten, gebruiken we statistische methoden om schattingen te
maken en hypothesen te testen.



Hoofdmethoden van statistische inferentie

1. Populatieparameters schatten
o Schatting van onbekende waarden zoals het gemiddelde (μ) of de
standaarddeviatie (σ).
2. Populatieparameters testen
o Controleren of een aanname over de populatie waar lijkt te zijn
(hypothesetoetsing).



1. Populatieparameters schatten

Er zijn twee belangrijke technieken:

Puntschatting

Een puntschatting is een enkele waarde die een onbekende populatieparameter zo
goed mogelijk benadert.

 Voorbeeld: Het steekproefgemiddelde ( x ) wordt gebruikt als schatting voor
het populatiegemiddelde (μ).

Intervalschatting (Betrouwbaarheidsinterval)

Een betrouwbaarheidsinterval (BI) geeft een reeks waarden waarin de werkelijke
populatiewaarde waarschijnlijk ligt, met een bepaalde mate van zekerheid.

 Algemene formule: BI= puntschatter ± foutmarge
 Puntschatter: x
 Foutmarge: Kritieke waarde × standaardfout (SE)
 Standaardfout: SE = s/√ n (waarbij s = steekproefstandaarddeviatie, n =
steekproefgrootte)

,Voorbeeld BI Een 95% BI voor de steun aan een politieke partij is 17%-19%, wat
betekent dat we 95% zeker zijn dat de werkelijke steun binnen dit interval ligt.



2. Hypothesetoetsing

Bij een hypothesetoets bepalen we of er genoeg bewijs is om een aanname over de
populatie te verwerpen.




Eenzijdig vs. tweezijdig toetsen

 Eenzijdig: Test of een waarde groter of kleiner is dan een bepaalde waarde.

De kritieke waarde wordt bepaald voor slechts één kant van de verdeling (afhankelijk
van de richting van Hₐ.

De p-waarde is de kans dat de teststatistiek in de uiterste 5% of 1% van de richting
ligt.

 Tweezijdig: Test alleen of er een verschil is.

De kritieke waarden worden bepaald aan beide kanten van de verdeling, omdat je in
beide richtingen een effect onderzoekt.

De p-waarde is de kans dat de teststatistiek in de uiterste 2,5% aan beide kanten ligt
bij α = 0.05 of 0.5% bij α = 0.01.



Stappenplan voor hypothesetoetsing

1. Formuleer de hypothesen:
o Nulhypothese (H₀): Er is geen effect of verschil.
o Alternatieve hypothese (Hₐ): Er is wél een effect of verschil.
2. Bepaal het significantieniveau (α)
o Meestal 5% (0.05), soms 1% (0.01) voor strengere testen.
3. Bereken de absolute t-waarde
o ( x 1 - x 2 ) / (√ ¿ ¿ ¿
4. Bepaal de kritieke waarde uit een t- of z-tabel
o Gebruik een t-verdeling als σ onbekend is of n < 30.
o Gebruik een z-verdeling als σ bekend is of n ≥ 30.
5. Vergelijk de t-waarde met de kritieke waarde

, oAbsolute t-waarde > kritieke t-waarde ⇒ H₀ verwerpen.
6. Bepaal de p-waarde
o Als p ≤ α ⇒ H₀ verwerpen.
o Als p > α ⇒ H₀ niet verwerpen.


Voorbeeld van hypothesetoetsing

 H₀: "Mannen en vrouwen verdienen evenveel."
 Hₐ: "Mannen en vrouwen verdienen verschillend."
 Als de t-waarde groot genoeg is en p ≤ 0.05, verwerpen we H₀.



Vrijheidsgraden (df)

Vrijheidsgraden bepalen hoeveel onafhankelijke waarden in een berekening kunnen
variëren.

 Voor één steekproef: df = n − 1
 Voor een onafhankelijke t-test: df = n1 + n2 − 2
 Hoe groter df, hoe meer de t-verdeling op een normale verdeling gaat lijken.



Effectgrootte: Cohen’s d

Cohen’s d meet hoe groot het verschil/ effect tussen twee groepen is.

 d=0.2 ⇒ klein effect
 d=0.5 ⇒ gemiddeld effect
 d=0.8 ⇒ groot effect



Fouten bij hypothesetoetsing

Fouttype Wat gebeurt er? Gevolg
Type 1 fout (α) H₀ wordt verworpen terwijl die waar is Vals alarm
Type 2 fout (n) H₀ wordt niet verworpen terwijl die onwaar Effect gemist
is

 Type 1 fout wordt beïnvloed door α.
 Type 2 fout wordt beïnvloed door steekproefgrootte n.
€9,56
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
quintyzeggen
3,0
(1)

Ook beschikbaar in voordeelbundel

Thumbnail
Voordeelbundel
Bundel beschrijvende en inferentiële statistiek deel 1 & 2
-
2 2025
€ 19,22 Meer info

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
quintyzeggen Vrije Universiteit Amsterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
4
Lid sinds
8 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
4
Laatst verkocht
7 maanden geleden
Samenvattingen

3,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen