Hoorcollege samenvatting week 7 tm 10
Leerdoelen;
Leerdoelen kennis week 7 tot en met 9
13. de student kan onderscheid maken tussen de verschillende soorten
pigmentaandoeningen wat betreft oorzaak, ontstaan, klinisch beeld,
diagnostiek, behandelmogelijkheden en preventie en kan de rol van ugly
duckling, ABCD regel, huidtype te beschrijven en toepassen bij de
diagnostiek van mogelijk kwaadaardige huidafwijkingen (pluis/niet pluis).
14. De student kan benoemen wat er wordt geregeld in de Wet BIG en
hoe dit toegepast wordt in de beroepspraktijk.
15. De student kan de taken van de NVH benoemen.
16. De student kan ziekte en gezondheid beschrijven in termen van de
WHO en volgens recenter definities (Huber) en kan dit toelichten met
voorbeelden en kan hierbij het RPS model invullen m.b.v. de ICF-
classificaties.
17. De student kan het begrip kwaliteit van leven uitleggen en toelichten
hoe dit een rol speelt bij de patiënt met pigment.
,Week 7
Subleerdoelen;
De student kan op een systematische manier een patiënt met een gepigmenteerde
huidafwijking benaderen (anamnese, inspectie)
de student kan de rol van toepassing van ugly duckling, ABCD regel, huidtype bij de
diagnostiek van mogelijk kwaadaardige huidafwijkingen beschrijven
De student kan een omschrijving geven van gezondheid volgens de WHO en volgens Huber.
De student kan de hoofddimensies van gezondheid met de bijbehorende aspecten beschrijven.
De student kan de codes uit de CV-huidtherapie, CMT-huidtherapie en ICF-huidtherapie
hanteren en weet hoe deze toe te passen.
Hc week 7
www.huidziekten.nl zakboek
- 1 van de vragen die je jezelf moet stellen is; kan hier sprake zijn van een kwaadaardige
huidaandoening?
- Bij iedere huidafwijking moet je bij de inventarisatie hulpvraag beoordelen of het niet pluis of
pluis is.
- Het onderwerp screening komt voor bij blok 4; de patiënt met een tumor
Wat betekent pluis-niet pluis?
Pluis= dat het goedaardig is
Niet pluis= dat er misschien iets kwaadaardig is
Welke specifieke anamnestische gegevens zijn belangrijk?
Invetarisatie hulpvraag
- De aard van de problemen
- De ernst van de problemen
- De aanvang van de problemen
- De oorzaak van de problemen: de patiënt kan aangeven wat hij denkt dat de oorzaak zou
kunnen zijn van de klachten
- Het beloop van de problemen tot nu toe
- De lokalisaties
Er zijn signalen die kunnen wijzen op het bestaan van kanker, wees er alert op, deze zijn opgenomen in
de rode vlaggenlijst!
Zie omzijde voor rode vlaggenlijst
, De rode vlaggenlijst;
1. Algemeen onwelbevinden
2. Koorts
3. Vermoeidheid
4. Recent gewichtsverlies
5. Kanker in de voorgeschiedenis
6. Sensibiliteitsstoornis: pijn, tintelingen, gevoelloosheid
7. Recent ontstane roodheid van de huid
8. Schilferende huidafwijkingen
9. Jeukende huidafwijkingen
10. Met blaasjes/blaren gepaard gaande huidafwijkingen
11. Al of niet verheven en/of gepigmenteerde huidafwijking die verandert van vorm, kleur,
uiterlijk of omvang, of die gemakkelijk jeukt of bloedt.
12. Niet genezende wond of wondjes
Welke specifieke onderzoeksgegevens zijn belangrijk?
- Inspectie/observatie en palpatie, het uitvoeren van tests en metingen
- Schilfering, ruw, chronisch wondje?
- ABCDE regel (voor gepigmenteerde huidafwijkingen)= als drie dingen hiervan afwijkingen noem
je het klinisch atypischcellulaire
- Ugly duckling fenomeen= rug vol met moedervlekken met 1 uitzondering
ABCDE
A= A SYMMETRIE = moedervlek is NIET symmetrisch in kleur of vorm
B= BEGRENZING= onregelmatige grillige rand
C= KLEUR= verandering van kleur of heeft verschillende kleuren
D= DIAMETER= doorsnede van 6 mm
E= EVOLUTIE (ALERT ZIJN OP DE VERANDERING VAN DE MOEDERVLEK)= de moedervlek jeukt,
bloedt of veranderd.