Casus 1
NV A en NV B zijn structuurvennootschappen. De vennootschappen hebben een belang in BV X. NV A
houdt 15% van de aandelen in BV X en NV B houdt 50% van de aandelen in BV X. De overige 35 % van de
aandelen wordt door BV X zelf gehouden.
Bij BV X dreigen door risicovolle beleidsbeslissingen grote verliezen. De besturen van NV A en NV B
komen daarover bijeen en besluiten voorlopig niet in te grijpen. De gedachte daarachter is dat de
beslissingen ook zeer winstgevend kunnen uitpakken en dat de crediteuren van BV X toch geen schade
leiden bij onverhoopt financieel onvermogen van BV X omdat NV A voor BV X een zogenaamde art. 403-
verklaring heeft afgegeven. Uiteindelijk gaat het mis en valt BV X om. De vordering van Leverancier P
blijft onbetaald. Ook de fiscus heeft een aanzienlijke vordering op BV X.
Vraag 1
Ziet u mogelijkheden voor leverancier P om zijn schade te verhalen bij NV A. Bespreek de grondslag van
de vordering en de kans op succes.
NV A heeft een 403 verklaring afgegeven en is hiermee aansprakelijk voor alle huidige en toekomstige
schulden, art. 2:403 BW. Op grond hiervan kan de leverancier P de NV aanspraken met een grote kans
op slagen.
Ook kan gekeken worden naar 2;11; De aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een
ander rechtspersoon rust tevens hoofdelijke aansprakelijkheid. Door wanprestatie van A werkt dus dus
indirect door op X.
403 geldt voor rechtshandelingen, hier is sprake van een rechtshandeling. De vordering van de
leverancier is een verplichting uit een rechtshandeling, dus NV A is aansprakelijk. 403 verklaring blijft
gelden totdat je hem intrekt, ook als jij heel weinig of geen aandelen meer hebt in BV X.
Vraag 2
Ziet u mogelijkheden voor leverancier P om zijn schade te verhalen bij NV B. Bespreek de grondslag van
de vordering en de kans op succes.
Er is geen sprake van een dochtermaatschappij, want dan moeten ze meer dan de helft van de stemmen
hebben, en ze hebben 50%. Aan 2:24 BW is dus niet voldaan. Er is wel sprake van een afhankelijke
maatschappij, zie art. 2:152 lid 1 sub a BW. Want ze hebben de helft van het kapitaal. De maatschappij is
dus afhankelijk. Leverancier kan op grond van 6:162 en het arrest Hurks of Compsi de NV B aanspreken.
Is het een dochtermaatschappij? Nee, art. 2:24a BW. Je moet meer dan de helft hebben. Dat is hier het
geval. Er kan maar over 65% gestemd worden op grond van artikel 2:228 lid 6 BW. Je telt die 35% niet
mee. 50% is hier dus meer dan de helft, NV B heeft overwegende zeggenschap. Het is dus toch een
dochtervennootschap.
Leverancier P kan NV B aanspreken op grond van het Hurks arrest en art. 6:162 BW.
Vraag 3
Ziet u mogelijkheden voor de fiscus om de schade te verhalen bij NV A. Bespreek de grondslag van de
vordering en de kans op succes.
De 403 verklaring geldt niet ten aanzien van de fiscus. 403 verklaring ziet alleen op rechtshandelingen
van de rechtspersoon, hieronder valt dus niet de belastingverplichting, want deze vloeit rechtstreeks
voort uit de wet. Ze zullen dus niet op grond van 403 NV A kunnen aanspreken.
Er is ook geen sprake van een dochtermaatschappij, afhankelijke maatschappij of een deelneming.
Wellicht kun je nog iets met een groepsmaatschappij proberen??
Geen rechtshandeling, maar een verplichting die voortvloeit uit de wet. Belastingplicht is geen
rechtshandeling, dus de 403 verklaring kan de fiscus zich niet op beroepen.
Casus 2
De aandelen van BV C zijn voor 40% in handen van structuur NV A, voor 50 % in handen van structuur
NV B en voor 10 % in handen van E, de enige bestuurder van A. BV C heeft op haar beurt 100% van de
aandelen van BV D. F is de enige bestuurder van B. C is bestuurder van D. De dames A en B zijn
bestuurders van BV C.
Vraag 1
Heeft de OR van BV C invloed op de benoeming van een commissaris bij NV A?
Er is sprake van een afhankelijke maatschappij, want NV A houdt 50% van de aandelen in BV C. OR heeft
wel invloed 25 WOR.
Structuurvennootschap heeft een verplichte raad van commissarissen. Art. 2:152 e.v.. 152 definitie
afhankelijke maatschappij.
153 en 154 wanneer je structuurvennootschap bent.
In 158 lid 6 wordt de OR van de grote NV bedoeld.
158 lid 11 BW. OR geldt ook voor de afhankelijke maatschappij, 152. Is BV C een afhankelijke
maatschappij? Nee, niet de helft van het geplaatst kapitaal. Ze hebben in casu 40% dus niet de helft en
dus ook geen invloed op de benoeming van een commissaris.
Vraag 2
Heeft de OR van BV D invloed op de benoeming van een commissaris bij NV B?
Een afhankelijke maatschappij van een afhankelijke maatschappij is ook een afhankelijke maatschappij,
dus ja de OR heeft hierover wat te zeggen.
Ja. Afhankelijke maatschappij van een afhankelijke maatschappij is ook een afhankelijke maatschappij,
152 sub a BW. BV D heeft dus wel invloed. 2;158 lid 6 en 11.
Vraag 3
Heeft de OR van BV C invloed op de benoeming van een bestuurder bij NV B?
Ja, denk het wel, vanwege afhankelijke maatschappij ?
Art. 2:162. Art. 2:132 BW. Het gaat om een structuurvennootschap. Art. 2:134a de ondernemingsraad
mag hun standpunt bekend maken, dit gaat om de OR van NV B. Geldt het hier ook voor andere
vennootschappen? 2:134a lid 2 onder OR wordt mede verstaan de ondernemingsraad van een
dochtermaatschappij. Is C een dochter van B, art. 24a? Nee, ze hebben niet meer dan de helft van de
stemrechten. Ze hebben dus geen invloed op de bestuursbenoeming.
We kunnen ook nog kijken in de WOR. Art. 30 WOR. Bestuurder in de WOR is niet hetzelfde als een
bestuurder in boek 2. Art. 1 sub e WOR. Mogelijk is er een adviesrecht op grond van art. 30 WOR als hij
leiding geeft aan de arbeid, maar dat valt niet af te leiden uit de casus.
Vraag 4
Heeft de OR van BV D invloed op de benoeming van een bestuurder bij NV A?
Nee, geen dochter of afhankelijke maatschappij (?)
Nee, geen dochter dus 134 gaat niet op. Ook niet afhankelijk. Je zou ook nog aan art. 30 WOR kunnen
denken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jantxx_1999. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.