Inhoud van deze samenvatting:
1. Klinisch redeneren
Veelvoorkomende problemen bij stemmingsstoornissen
Diagnoses stellen m.b.v. de NANDA
Zorg, complexiteit van zorg en netwerkzorg
Wet- en regelgeving GGZ
Screeningsinstrumenten voor vroeg- en risicosignalering
Gebruik van...
Samenvatting Integrale Kennistoets Periode 4
Beroepssituatie 5 & 6
1
, Inhoudsopgave
1. Klinisch redeneren
➢ Veelvoorkomende problemen bij stemmingsstoornissen
➢ Diagnoses stellen m.b.v. de NANDA
➢ Zorg, complexiteit van zorg en netwerkzorg
➢ Wet- en regelgeving GGZ
➢ Screeningsinstrumenten voor vroeg- en risicosignalering
➢ Gebruik van NANDA, NOC, NIC
➢ Doeltreffende en doelmatige verslaglegging en overdracht
➢ Wet- en regelgeving verslaglegging
2. Communicatieve Vaardigheden (COVA)
➢ Fasen van een slechtnieuwsgesprek
➢ Cultureel Interview
3. VerpleegTechnische Vaardigheden (VTV)
➢ Sondevoeding
➢ Zwachteltechnieken + aandachtspunten
➢ Classificatiemodellen voor wonden (WCS en TIME)
➢ Ontstaan van postoperatieve wondinfecties (POWI’s)
4. Medische Biologie (MB)
➢ Anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel
➢ Verschillende psychiatrische problemen
➢ Gedrags- en angststoornissen
➢ Anatomie en fysiologie van zintuigen en zintuigstoornissen
➢ Anatomie, fysiologie en veroudering van het spijsverteringsstelsel
➢ Anatomie, fysiologie en functies van de huid + huidaandoeningen
➢ Medicatie en anesthesietechnieken rondom een operatie
5. Overig
➢ Vrijheidsbeperkende maatregelen
➢ Psychiatrische aandoeningen
➢ E-health
➢ Educatie en voorlichting voor de klinische of chronische zorgvrager
➢ Inflammatory Bowel Diseases (IBD)
2
,1. De student kan de anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel
uitleggen.
Zenuwweefsel
Neuron(en) = zenuwcel(len)
Neuroglia = ondersteunende cellen (steunweefsel)
• Glia = lijm
Neuron bestaat uit:
• Cellichaam
= ronde gedeelte waar de groene kern in zit
• Dendrieten
= uitlopers van cellichaam
• Axon
= streng met gele ronde knoppen
o Eromheen zit de myelineschede -> werkt isolerend
• Synapsknop(pen)
= andere uiteinde van het axon
o Geeft de signalen door
Stappen van prikkeling tot bewustwording/actie
1. Stimulus (bijv. licht of geluid) zorgt voor een prikkeling
2. De afferente informatie wordt naar het ruggenmerg vervoerd
3. De informatie wordt vanuit het ruggenmerg verder vervoerd
o Afferent = wanneer het vanuit het ruggenmerg omhoog gaat naar de
hersenen ->bewustwording
o Efferent = er vindt geen bewustwording plaats en informatie gaat direct
door naar de spier zonder naar de hersenen te gaan
▪ Wordt ook wel reflex genoemd
Je hebt dus:
• Sensorische neuronen die afferente informatie vervoeren naar het
ruggenmerg
• Motorische neuronen die efferente informatie vervoeren naar bijv. een spier
Membraanpotentiaal
In zenuwweefsel worden elektrische signaaltjes met bepaalde informatie vervoerd.
Membraanpotentiaal is daarbij heel belangrijk.
3
, Potentiaal = verschil in lading -> wanneer er aan de ene kant meer positieve dan
negatieve elementen zijn
Zenuwweefsel bevat ook positieve en negatieve elementen:
• Buiten celmembraan relatief veel Na+ en CL-
• Binnen celmembraan veel K+ en negatief geladen eiwitten
Aan de buitenkant zitten meer positieve elementen dan aan de binnenkant =>
ladingsverschil (dus, membraanpotentiaal).
Rustpotentiaal (ladingsverschil in rust) = -70mV
Het ladingsverschil wordt constant gehouden doordat er in het zenuwweefsel een
natrium-kaliumpomp aanwezig is.
• Zorgt ervoor dat er continu natrium en kalium wordt uitgewisseld =>
rustpotentiaal blijft op -70mV staan
Actiepotentiaal
Bij prikkeling (moment dat er een stimulus komt) vind depolarisatie plaats:
• Celmembraan wordt doorlaatbaar voor Na+ ionen
• Na+ influx ( = instroom)
• Na+ ionen zijn positief geladen, dus binnenkant van cel wordt positief tot max.
+30mV
-50mV = drempelwaarde -> depolarisatie is niet te stoppen… gaat tot max +30mV
Actiepotentiaal = verschil tussen -70mV en +30mV = 100mV
Repolarisatie
Er vindt repolarisatie plaats:
• Doordat celmembraan ander ladingsverschil krijgt, wordt het doorlaatbaarder
voor K+ ionen
• Door verandering van potentiaal krijgen de kaliumkanaaltjes een signaal om
open te gaan
• Leidt tot K+ efflux = de K+ ionen stromen het celmembraan uit
• K+ ionen zijn positief geladen, dus binnenkant van cel wordt weer negatief
Hyperpolarisatie = niet alle K+ kanaaltjes sluiten zich allemaal weer tegelijk => hij
schiet een beetje door in de min
Na/Ka-pompen zorgen weer voor het rustpotentiaal -> dus evenwicht van -70mV
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jgl. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,49. Je zit daarna nergens aan vast.