Hoorcollege 3 Verbreding goederenrecht – Verkrijging door verjaring
Verkrijging door verjaring
Feitelijke situatie wordt rechtens
‐Functies
Verkrijgende (acquisitieve) verjaring
‐Art. 3:99 BW
‐Bezit te goeder trouw verkrijgt door verjaring. Stel je bent bezitter van een stuk
grond; je denkt dat het van jou is en dit mag je ook redelijkerwijs denken, dan kun je door
verjaring het eigendom verkrijgen
Bevrijdende (extinctieve) verjaring
‐Art. 3:306 BW, gekoppeld aan rechtsvorderingen. Als je een rekening heel lang niet betaald
dan gaat die rechtsvordering teniet na een aantal jaar, dan houd je enkel een natuurlijke verbintenis
over. Onder oud BW bleef het hierbij. Onder nieuw recht: aan bevrijdende verjaring is verkrijgende
verjaring gekoppeld
‐Daaraan gekoppelde verkrijgende verjaring –art. 3:105 BW op het moment dat revindicatie
teniet gaat, dan zorgt 105 ervoor dat degene die op dat moment bezitter is, ook eigenaar wordt en
het goed dus verkrijgt. Als je iets pikt en lang genoeg onder je houdt, dan zorgt 105 ervoor dat de dief
eigenaar wordt. Niet eerlijk, maar wel praktisch. Als je kan aantonen dat je dus al lang het bezit hebt,
dan kan aangenomen worden dat je de eigenaar bent.
Bezit
Feitelijke situatie: eisen: je moet bezitter zijn
Houden voor zichzelf/verkeersopvatting (art. 3:108 BW) hiermee kun je bepalen of iemand bezitter
is, bezit is het houden voor zichzelf, of je dit doet bepaal je aan de hand van verkeersopvatting en
met inachtneming van de regels in die titel, en de uiterlijke feiten.
Je kunt niet door eenzijdige wilswijziging van houden voor een ander naar houden voor zichzelf gaan,
tegenspraak te goeder trouw. Je moet het niet alleen zeggen, maar ook oprecht menen dat je daar
aanspraak op maakt – dit is verouderd, nu hoef je niet te goeder trouw te zijn, je hoeft enkel tegen te
spreken, vanaf dat moment ben je bezitter en begint de verjaringstermijn te lopen.
‐ Bezit van registergoederen zonder gang naar de notaris? Willens en wetens niet naar notaris gaan
voor overdracht.
‐ HR 9 september 2011, NJ 2012, 312: ging om een hoogheemraadschap dat een kavel grond
had gekocht van een boer, was bestemd om een gemaal op te realiseren. Ze gingen gewoon bouwen
zonder naar een notaris te gaan na 30 jaar, werkelijke grondeigenaar was failliet, curator zegt dat het
gemaal van hem is. HR vraag: kun je nou afspreken dat het bezit overgaat? HR: Ja dat kan, je laat toe
dat iemand anders jouw grond in bezit neemt. Rechtsverhouding kan ertoe strekken dat iemand
anders bezitter wordt. Dus door verjaring ben je eigenaar geworden bij overdracht van economisch
eigendom. Heersende leer: regel uit dit arrest gaat niet op. Werkelijk eigendom blijft bij juridisch
, eigenaar. In dit arrest wel omdat het een erg afgetuigde afspraak was, ‘pak maar en doe er wat mee’.
Maar meestal bij ingebruikgeving ontstaat houderschap en geen bezit.
Overdrachtsbelasting verschuldigd bij overdracht economisch eigendom, ook zonder
juridisch eigendom, voor 1995 niet, toen was het gebruikelijk om enkel het economisch eigendom
over te laten gaan.
Bezit
‘Ondubbelzinnig’ Je bent pas bezitter als je een zaak met uitsluiting van anderen aan jezelf
dienstbaar maakt, het moet ondubbelzinnig bezit zijn. Bijv. een hek om een stuk grond zetten.
Anders is heersende rechtspraak dat er dan geen bezit ontstaat.
‐ Met uitsluiting van anderen aan jezelf dienstbaar maken
‐ HR 27 februari 2009, RvdW 2009/383 Scapino in Harlingen met nooduitgang. Daarachter ligt
een soort plaatsje dat bij de kavel van Scapino gaat. Buurman had ook plaatsje achter zijn woning, hij
nam het plaatsje achter Scapino ook in gebruik, hij had struiken en bomen neergezet, een terras
ingericht, etc. Allerlei bezitsdaden dus. Op gegeven moment zegt Scapino eigenaar ‘ontruim de boel
maar’. Buurman meent door verjaring eigenaar geworden te zijn. Dus hij vindt dat hij
rechtshebbende is geworden. Dat komt bij het hof in Leeuwarden: dit is geen bezit, want je hebt het
niet met uitsluiting van Scapino exploitant aan jou dienstbaar hebt gemaakt, want je kon via de
nooduitgang nog steeds op het plaatsje komen, de functie van het plaatsje was niet tenietgedaan.
Dus geen bezit omdat er geen uitsluiting van anderen was volgens het hof.
‐ Bezit moet voor de rechthebbende kenbaar zijn, rechthebbende moet het kunnen zien. Soms is dat
niet goed te achterhalen.
‐ HR 26 februari 1915, NJ 1915, 626: gebruiker had grond in erfpacht, op grond van de
erfpachtvoorwaarden was hij verplicht een erfpachtkanon te voldoen. Eigendom was overgedragen
via akte met als gevolg dat latere verkrijgers dachten dat ze eigenaar waren van die kavel grond,
maar ze betaalden nog wel periodiek het geld dat door het genootschap als erfpachtkanon werd
geïnd. Gebruiker beweerde dat hij door verjaring rechthebbende geworden was, hij dacht dat geld
grondrente was, geen erfpachtkanon. Eigenaar is dan verplicht periodiek geld te betalen aan een
ander. Hij kon redelijkerwijs ook niet weten dat het om erfpacht ging. Het genootschap kon dat niet
zien, die kreeg gewoon geld binnen en dacht dat het voor de erfpacht was. HR: geen bezit, het moet
kenbaar zijn voor het genootschap en dat was hier niet zo. Dus kerkgenootschap is bezitter en
eigenaar, gebruiker is erfpachter, maar geen eigenaar.
‐Hedendaagse toepassing
‐Tweede hypotheekrecht? Hypotheekrecht niet adequaat in basisregistratie opgenomen,
casus uit arrest Hof Amsterdam 2007. Vervolgens een lening bij andere bank, ook weer een
hypotheekrecht. Wordt tweede houder beschermd via 3:24? Nee, het is ingeschreven in de openbare
registers, daarom wordt je niet beschermd. Maar je kunt wel te goeder trouw zijn, want het is lastig
zo’n akte terug te vinden. Maar is hij bezitter? Nee, geen bezitsdaden. Het is niet kenbaar voor de
ander dat jij dat bezit hebt.
Bezit van beperkte rechten