Bijlage 1: Onderwerpen eindessays
In dit document wordt een samenvatting gegeven per artikel en gekoppeld aan de desbetreffende
onderwerpen van de eindessay. Bij veel van de artikel wordt de kern van het artikel in het rood
weergeven aan het einde van de samenvatting. Tevens worden alvast de koppelingen gemaakt.
Overige artikelen
Artikel Bigelow (week 1)
Dit artikel kijkt naar het bedrijfsmatige aspect en dat je dit gebruikt bij ziekenhuizen. Hierbij worden
vanuit verschillende jaartallen citaten weergegeven dat ziekenhuizen zich moeten aanpassen naar de
praktijk van bedrijven en dat dit significante strategische en operationele voordelen oplevert: kosten
omlaag, efficiëntie omhoog en marktverdeling wordt verbeterd.
Dit artikel wil ervoor zorgen dat dit niet meer gezegd wordt en behandelt dit aan de hand van 3
punten:
De omgeving die druk uitoefent op ziekenhuizen, over de kosten en de noodzaak om meer te
zijn zoals een ‘bedrijf’
Gekeken naar het patroon hierin van gedrag door de tijd heen
Kijkt naar de krachten die het gedrag versterkt hebben en hierop reflecteren
Ze denken dat je legitimiteit bereikt als je meer business-like wordt; Denk aan voorbeeld TQM.
‘Gezond verstand’ liet wel inzien dat zulke innovaties niet passen binnen een ziekenhuis, gekeken
naar bv de zorgkwaliteit, maar toch werd het geïmplementeerd. Als het faalde was het eerder door
een falend leiderschap dan bv het re-engineeren. à Interpretatief paradigma!
Zowel succes als falen moeten meegenomen worden om te laten zien dat zo’n concept niet altijd
werkt!
Bigelow komt overeen met Wiener die ook stelt dat het bedrijfsmatige model niet past bij prestatie-
indicatoren en/of de zorg! Er is een bepaald gat tussen het bedrijfsachtige concept gebruikt voor
verantwoording en gezondheidszorg.
De relatie tussen managers en professionals in
organisatieverandering
Literatuur week 1 over verandering
Week 7 over midden-managers en hoe ze invloed hebben op de organisatieverandering
(artikel Birken over implementatieproces)
Artikel Light (week 8)
Het artikel laat zien hoe door de tijd heen verschillend werd gedacht over professionalisme en begint
met de golden age of professionalism, waarin professionals veel autonomie hadden etc. Reacties op
te grote autonomie van professionals, hij laat zien waarom autonomie voor professionals niet altijd
goed is, niet altijd goed hoe Freidson het laat overkomen (dus echt kritiek op Freidson). Light beroept
zich op een boek van Freidson, en daarin is Freidson erg positief over professionals.
In het artikel haalt hij ‘the countervailing powers framework’ aan, hierin heb je 3 belangrijke
elementen: professionals, de staat en cliënten/patiënten.
à This framework resonates with and expands on Elliott Krause’s (1996) major comparative study in
which he emphasizes three parties—the state, capitalism, and the professions—at the corners of a
,triangle. They vie to construct the reality of a domain, the structure of markets, the culture of
professional work and its organization, status, and power.
Alles bestaat eigenlijk uit countervailing powers die je in kaart moet brengen.
Vervolgens geeft de auteur aan dat het professionals in het begin van de 20 e eeuw gezien werden als
tegenmacht van de markt (het kapitalisme). Hierin kregen professionals een moraal, wat was dit wel
zo? Uiteindelijk verdween het moreel en bleef de zelf-interesse, bv eigen medicijnen promoten
waarvan het bewijs nog niet aanwezig was.
Vervolgens haalt de auteur aan dat professionals helemaal niet zo altruïstisch zijn dan eerst gedacht
werd. Dus toen waren professionals ineens géén countervailing power meer.
Vervolgens komt opnieuw het werk van Freidson aan bod, die pleit voor autonomie. Hierop geeft het
artikel kritiek:
Herein lies a fatal flaw in Freidson’s ideal type: individual professional autonomy pays little attention
to social causes of ill health, social injustices, or inequities. Lacking a societal frame, as Parsons
implies, professionals usually pursue their self-interests
De auteur stelt eigenlijk dat veel literatuur niet ingaat op de nadelen van autonomie, waardoor ze
eigenlijk niet kloppen: The failure to describe the pathologies of unfettered autonomy and the
reasons why countervailing powers have risen up to contain them keeps several recent works on
professions and markets from being either accurate or realistic
Vervolgens benoemd die het nieuwe professionalisme, met verantwoording, wat hun eigenlijk ook
red van hunzelf (de autonomie). De auteur is dus eigenlijk tegen deze autonomie.
Freidson stelt dat die bang is dat professionals, vanwege de standaardisatie en protocollen,
eigen louter technische experts worden maar de auteur van dit artikel stelt eigenlijk dat dit ook
wel nodig is om ze te beschermen tegen zichzelf.
Daarna geeft hij redenen voor het verminderde vertrouwen in professionals:
1. Zeldzame gevallen van beledigende of incompetente beoefenaars
2. Wijdverbreide variaties in behandeling en kosten voor hetzelfde probleem, wat suggereert
dat autonome beroepsbeoefenaars geen gemeenschappelijk orgaan hanteren
Clinical governance has become a public rather than a self-governing professional function,
overseen by the English Care Quality Commission. Pay now depends in part on meeting quality
targets and leads to a certain amount of gaming and displays of compliance
3. Zelfcommercialisatie
In tegenstelling tot de beweringen van Freidson en woordvoerders van het beroep, ben ik
van mening dat professionals een aanzienlijke affiniteit hebben met het bedrijfsleven en
bedrijven hebben omarmd die hun diagnostische en behandelingscapaciteiten verbeteren,
hoewel nieuwe tests, apparaten en medicijnen de klinische resultaten mogelijk niet
verbeteren.
4. Bedrijfscoöperatie en kolonisatie
Professionals worden erg beïnvloedt door de farmaceutische bedrijven, doordat zij gratis
samples krijgen, ook de grote congressen sponseren waar professionals heen gaan om te
kijken wat de nieuwe medicijnen en technieken zijn.
Eigenlijk de conclusie:
This review of the relations between the medical profession and markets has gone from professions
against markets. to professions as markets, to professions marketed and colonized. Durkheim and the
,later Freidson were wrong: the health-care professions do not embody a higher moral order for
society but need to be rescued from market forces and from pursuing their own self-interests.
De auteur geeft eigenlijk kritiek tegen het artikel van Tonkens, want die zegt dat de professionele
logica juist de overhand moet hebben terwijl deze auteur juist zegt van: nee deze discretionaire
ruimte moet je niet vrij laten, maar countervailingpowers inbouwen om hen te beschermen tegen de
markt. Tevens zit dit artikel het meer als een samenwerking (countervailing power is een interactie)
en Tonkens juist meer als conflicten tussen die 2.
Relatie met manager: komt niet echt duidelijk naar voren, maar wel wordt duidelijk dat je
countervailing powers nodig hebt, dus kunnen wellicht de managers zijn?
Paradigma: politiek, hij pleit voor een hogere mate van accountability want als professionals te veel
autonomie krijgen kan het de sociale contract schaden (streven dan meer eigen belangen na dan die
van de patiënt). Ze zeggen dat ze niet naar eigen belang kijken, maar dat doen ze wel terwijl ze
patiëntenbelangen moeten nastreven à onderhandelen belangen
Kern: kritiek op Freidson, die eigenlijk zegt professionals helemaal geweldig zijn en eigenlijk heel
onschuldig. Ze moeten hun eigen autonomie. Maar Light zegt; dat hebben ze al gehad en dat werkt
niet, hebben ze misbruik van gemaakt (4 redenen geeft hij voor dit wantrouwen). Professionals staan
niet los van de markt en ze worden ook door de markt beïnvloedt.
Keihard kritiek op Freidson. - Negatief over professionals. - Counter vailing powers: professionals,
managers, IGZ, zijn allemaal counter vailing powers. - Zijn allemaal in relatie met elkaar. - Scheiding is
er nogsteeds maar zit ergens anders. Ze zijn nog samen in hun ecologie, ze zijn nog wel bij elkaar
maar gescheiden. - Er is een traditionele manier; waarbij dokter eigen manier heeft eigen zeggen en
eigen methode bepaalt. Autonomie is nu iets waar je naartoe werkt, en wat je ‘earnt’.
Ziet ze als gescheiden, maar volgens hem is dit een normale gang van zaken. Counter veiling
powers gaan hier namelijk tegenin. - Het is een counter vailing power framework, alle actoren
komen bij elkaar maar er is een scheidingslijn.
Koppeling met andere weken: Freeman + Wiener
, Artikel Postma (week 8)
Deze auteurs stellen eigenlijk dat de organisatorische logica en professional logica niet botsen en
juist samen gaan, dat professionals al veel organiseren zelf. Dit bekijken ze door middel van
articulatiewerk. Het is coördineren tussen managers en professionals, samenwerken dus.
Professioneel zijn niet perse slachtoffers van management druk of rebellen tegen
organisatorische controle, maar doen actief hun professionele werk re-configureren en
hervormen organisatorisch beleid.
Articulatiewerk vindt plaats in elke situatie waarin de arbeid is verdeeld en moet op de een of andere
manier worden geïntegreerd of gecoördineerd. Het omvat:
1. Het samenvoegen van talrijke taken en, clusters van taken en segmenten van de totale
boog.
2. Het samenvoegen van inspanningen van verschillende unit-workers (individuen, afdelingen,
enz.)
3. Het samenvoegen van actoren met hun verschillende soorten werk en bijbehorende taken
Articulatiewerk (strauss) kan worden omschreven als een ‘supra type werk’ dat taken,
verantwoordelijkheden en soorten werk met elkaar verbindt en integreert, waardoor een ‘totale
werkboog’ ontstaat. Dit wordt uitgewerkt aan de hand van een casus bij een Nederlands
verpleeghuiszorg, met de Zichtbare Schakel.
Het artikel vond 3 vormen van articulatiewerk:
1. Interprofessioneel articulatiewerk
2. Interprofessioneel articulatiewerk
3. Lekenarticulatie: verwijst naar de inspanningen van de NN om informele zorg en
zelfmanagement te organiseren en te stimuleren.
Benadrukt meer de kloof tussen de professie en de manager. Hij gaat vooral in op die dualistic view à
organized professionals en articulatiewerk. Organisatorische taken zijn verwerkt in de dagelijkse
taken. Dit is onderdeel van professional werk.
De relatie tussen professionals en managers: dat het niet een statisch is, maar een relatie waarbij je
betekenis aan elkaar geeft. Het gaat erover dat professionals organisatietaken op zich nemen;
natuurlijk bij het werk. In de discussie benoemen ze is dit niet nieuw of doen ze dit al lang?
Moet nog verder uitgezocht worden wat de managers hierin betekent. Dit laat ze buiten
beschouwing omdat het vooral ging over de professional. Zeggen niet veel over de rol van de
managers. Maar vorige week artikel van Lieke met de rol van manager en professionalisme; dat
je het niet als conflict moet zien maar als samenwerking.
Laat niet echt zien tussen relatie tussen professional en manager (zegt die niets over). Hij laat
wel zien dat die concepten; die logica’s komen samen in een professionele rol.
Paradigma: symbolisch omdat er betekenis wordt gegeven aan die concepten (de 2 logica’s geven
betekenis aan elkaar). Gekeken naar het articulatiewerk is het niet altijd een soepel proces omdat
het tegenstrijdige perspectieven, belangen en waarden met zich meebrengt à politiek.
hoewel articulatiewerk kan worden beschouwd als een geval van ‘klassieke’ en ‘inherente’
organisatie van professionals, het toch een nieuwe betekenis krijgt als gevolg van veranderende
organisatorische omstandigheden, beleid en maatschappelijke eisen.
Larissa: De dichotomie tussen professionals en managers is niet wenselijk. Het is geen vruchtbare
manier om daar naar te kijken. In de inleiding schetsen ze waarom dit niet staande zal houden. De
twee logisca’s in de praktijk zijn veweven en gaan samen. Professionals werken zowel organisatorisch