Algemene Didactiek 1
DEEL 1: ‘GOED LESGEVEN’ ALS UITGANGSPUNT VAN DIDACTIEK
Hoofdstuk 1: Omschrijving van didactiek
1. Kenmerken van ‘goed lesgeven’
Een goede leerkracht?
= inhoudelijk expert, goede didacticus, goede organisator, manager van de klasgroep.
à creatie positief leerklimaat + bereiken van doelen!
KLASMANAGEMENT
= Verzamelnaam voor alle maatregelen die een leraar neemt om een klimaat te scheppen waarin
leerlingen met succes kunnen leren en werken.
Goed klasmanagement is een voorwaarde om een les vlot te laten verlopen en een positief
leerklimaat te bekomen.
= meer dan het gepast reageren op ordeverstorend gedrag.
3 fasen te onderscheiden:
Goede
- Preventief (= proactief) = Hoe problemen voorkomen?
didactiek/voorbereiding
- Operatief = Wat doe je als zich probkemen voordoen?
als preventie
- Curatief = Wat doe je nadat zich probelen hebben voorgedaan?
= MUST
Goed onderwijs?
= creatie van een krachtige leeromgeving.
à integratie van didactische principes
à observatie van welbevinden + betrokkenheid
Procesevaluatie:
• Signalen opvangen
• Oorzaken? Voorwaarden ingrijpend leren!
• Bijsturen
2. Didactiek
A. Didactiek als wetenschappelijke discipline
Didactiek = wetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met de vraag hoe kennis,
vaardigheden + attitudes door een leerkracht onderwezen kan worden aan leerlingen.
Focus? Bestuderen van algemene wetmatigheden volgens welke de leerkracht het best het leer- en
vormingsproces begeleidt.
-1-
,Algemene didactiek 1 2019 – 2020
B. Evolutie binnen de didactiek
Vroeger?
à Het overbrengen van leerinhouden stond centraal.
De leerlingen moesten de leerinhouden kunnen reproduceren.
Montaigne = waarschuwing tegen formalistische boekenwijsheid + pleitte voor evenwichtiger
persoonlijkheidsvorming.
Jezuïetenorde = klemtoon op vorming en niet op kennisverwerking.
Nu? (onder invloed van J.J. Rousseau)
à Leerling als individu staat centraal.
De didactiek is een hulp voor de leerling die zich vormt (basis voor definitie prof. De Block in 20e
eeuw).
C. Definitie van didactiek
DIDACTIEK
= De wetenschap van de systematische, intentionele hulp door leerkrachten verschaft in scholen bij
middel van het cultuurgoed aan zich vormende leerlingen op hun weg tot cultuurwezen. (Prof. Dr. A.
De Block)
- Systematische hulp
= vooraf geplande, verantwoorde hulp (=ik bouw verder op vroeger) ≠ toevallig.
- Intentionele hulp
= welbepaald doel voor ogen; studie van doelstellingen/werkvormen/technieken/…
- Door leerkrachten in scholen
= in uitgerust instellingen door personen met speciale opleidingen (=deskundige van het vak)
- Dmv. Cultuurgoed
= inhoud ontleent aan cultuurgoed + gekozen in functie van de doelstellingen.
(= we leren de zaken die we belangrijk vinden in onze cultuur)
- Zich vormende leerlingen
= leren door leerling staat centraal
- Cultuurwezen
= leerling met in de maatschappij kunnen functioneren (= afhankelijk v. woonplaats)
Bv. vreemde taal leren/kennen; met PC kunnen werken.
à Het onderricht van de leerkracht staat ten dienste van een leerling.
-2-
,Algemene didactiek 1 2019 – 2020
D. Indeling binnen de didactiek
Binnen didactiek wordt volgende indeling gemaakt:
- Algemene didactiek
= Wetenschappelijke studie van het onderwijsleerproces in het algemeen zonder verdere
specificatie.
Bestudeert alle componenten van alle onderwijstypes + alle vakken.
- Vakdidactiek
= Studie van alle componenten van het didactisch proces voor één bepaald vak
-3-
,Algemene didactiek 1 2019 – 2020
Hoofdstuk 2: Didactische principes
1. Inleiding
DE DIDACTISCHE PRINCIPES
= Een reeks van vuistregels, grondbeginselen, algemene voorschriften waarmee de leerkracht in elke
les en op elk moment zoveel mogelijk rekening houdt. Zij bieden aanwijzingen voor het
concrete/goed didactische handelen van de leerkracht.
(principes = uit innerlijke overtuiging)
Meeste van deze principes zijn het resultaat van onderwijservaring.
à gegroeid uit de praktijk + pas later een wetenschappelijke fundering gekregen.
Ze zijn wel te onderscheiden, maar niet strikt te scheiden.
à voortdurend met elkaar in relatie en vullen elkaar aan.
Hoe meer en hoe beter ze in de lespraktijk zijn geïntegreerd, hoe beter de kwaliteit van de gegeven
lessen. Ze zorgen ervoor dat zoveel mogelijk leerlingen ‘echt’ tot leren komen.
2. Welbevinden en betrokkenheid
A. Inleiding
Volgens Prof. Dr. Ferre Laevers zijn welbevinden en betrokkenheid 2 maatstaven voor goed
onderwijs.
De procesvariabelen welbevinden en betrokkenheid
= de indicatoren om na te gaan of ons onderwijs van hoge kwaliteit is.
à Hoe meer welbevinden en/of betrokkenheid: hoe meer garanties dat de inspanningen resultaat
opleveren bij de leerlingen en dat er ingrijpend wordt geleerd.
à De aanpak verwijst naar het creëren van een krachtige leeromgeving. Daarbij zijn de didactische
principes belangrijk.
Door observatie van signalen van welbevinden en betrokkenheid kan de leerkracht afleiden of hij o.a.
de verschillende didactische principes voldoende heeft geïntegreerd.
-4-
, Algemene didactiek 1 2019 – 2020
B. Welbevinden (= procesvariabele 1)
WELBEVINDEN
= Heeft te maken met de mate waarin de leerling zich goed voelt op emotioneel vlak. Leerlingen met
een hoge graad van welbevinden stellen zich open, ontvankelijk en soepel op naar hun omgeving.
Een toestand van welbevinden brengt zelfvertrouwen en een goed zelfwaardegevoel met zich mee
alsook een flinke dosis weerbaarheid.
à kan de betrokkenheid + prestaties v/e leerling beïnvloeden.
Signalen van welbevinden:
- Openheid/ontvankelijkheid
Bv. openstaan voor contacten met medelln; naar andere luisteren + erop ingaan; zich opstellen
voor nieuwe situaties/activiteiten.
- Soepelheid/flexibiliteit
Bv. Problemen en mislukkingen aanpakken.
- Zelfvertrouwen/zelfwaardegevoel
Bv. niet blijven vasthangen aan een mislukking; duidelijk maken waarmee je het (niet) moeilijk
hebt.
- Weerbaarheid/assertiviteit
Bv. opkomen voor zichzelf; neen kunnen zeggen; niet zomaar ingaan op iets
- Vitaliteit
Bv. geen te vermoeide, lome, luie, opvallende indruk achterlaten
- Ontspannen indruk/innerlijke rust
- Ten volle kunnen genieten
- In contact met zichzelf
Bv. in vrede leven met zichzelf
C. Betrokkenheid (= procesvariabele 2)
BETROKKENHEID
= verwijst naar de intensiteit van de activiteit, de concentratie, het voluit gaan in, gedreven zijn, het
plezier beleven aan exploreren, waarbij de leerling zich aan de grens van zijn kunnen beweegt.
à De leerling spreekt zijn competenties ten volle aan
= verzet een enorme hoeveelheid (mentale) energie bij het realiseren van een opdracht, rekening
houdend met zijn ontwikkelings- en competentieniveau.
Signalen van betrokkheid:
- Concentratie
Bv. aandachtig zijn; zeker autonomie/zelfstandigheid tonen bij uitvoeren taken.
- Energie
Bv. initiatief nemen + exploreren; mentaal actief zijn; presteren.
- Creativiteit
Bv. opdracht persoonlijk aanpakken.
- Mimiek/houding
Bv. ingespannen kijken
- Wilskracht/doorzetting
Bv. tijdje met een activiteit/opdracht bezig zijn; volhouden leren tot falen.
-5-
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Febedw. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.