Bedrijfskunde: H6 t/m 10 – week 1: H6
Sturing: hoe de bedrijfsprocessen geregeld worden => heeft met de omstandigheden te maken
Het organisatieproces onder controle houden => bijsturen en bijstellen als een gesteld doel niet gehaald wordt
Redenen voor sturing binnen een bedrijven:
Verminderen van fouten en het voorkomen: interne/externe metingen
Aanpassen aan gewijzigde omstandigheden
Kunnen omgaan met complexiteit: hoe groter het bedrijf, hoe complexer
Minimaliseren van kosten => zo efficiënt mogelijk
Ondanks dat je het goed regelt, loopt het anders dan verwacht => bijsturen
Corrigerende/curatieve sturing= achteraf constateren dat doelen niet gehaald zijn en dan gaan bijsturen.
Preventieve sturing= sturing waarbij het bedrijf vooraf probeert fouten of het niet halen van de doelen te voorkomen.
Effectief beheersingssysteem: verband sturing/resultaat, juiste methode, objectief, gewenste resultaat
Sturing via de systeem-benadering
• Een duidelijke relatie tussen sturing en het stellen van doelen (snelheidsmeter auto)
• Plan eerst een doel, een norm en vervolgens naar dat doel toesturen. (kwaliteits%)
1. Voorwaartskoppelende sturingsacties: van te voren nadenken
2. Achterwaartskoppelende sturingsacties: nadat het gebeurt is kijken naar wat anders kan
3. Gelijklopende sturing: tijdens het proces, leidt meteen tot aanpassing
Voorwaartskoppelende sturing: invoer gestuurd => vooraf meten => normen? => regelactie => meet en regelsysteem
Vergelijking van de metingen van de invoer en normen leiden tot een ingreep naar voren
Achterwaartskoppelende sturing: uitvoer gemeten, norm => organisatieproces verbeteren/bijsturen => feedbackproces
De meetgegevens kunnen aanleiding zijn tot ingreep die stappen teruggaat in productieproces => corrigerend
Sturing volgens Merchant
, 1. Resultatensturing => terugkoppelend sturingsproces => resultaten vergelijken met de productiedoelstelling
2. Activiteitensturing => bevorderen van positieve acties => regels op te stellen die gelden voor de werknemers
3. Personeelssturing => bevorderen gewenste (beroeps)houding aannemen en het gewenste gedrag vertonen
Sturing volgens de Leeuw: voorwaarden voor effectieve besturing => manager of afdeling => info van orgaan naar systeem
Heeft het besturend orgaan: idee, informatie invloeden, toestand, inzicht werking, maatregelen, capaciteiten info verwerken
Financieel management => sturen van financiële processen
• Begroting: interne/externe begroting => budgettering, financiering, beleid, beheer, autorisatie, informatie
• financiële planning- en control cycli
• de balans, winst/verliesrekening, balanced scorecard, managementkengetallen
Financiële balans: overzicht van de bezittingen en schulden => links bezittingen, rechts schulden
Verhouding tussen de vermogensbronnen, kapitaalgoederen en bestanddelen kapitaal/vermogen
Winst- en verliesrekening
Beoordeling bedrijf door bank: kasstromen, balans en winstgevendheid van het bedrijf
Balanced scorecard => prestaties van een bedrijf vanuit vier verschillende invalshoeken bekeken
Financiële, interne, klant en innovatieve perspectief
Je wilt niet achteraf gaan kijken naar wat er niet goed gaat, maar gedurende het proces
Kengetallen= getallen die een aantal gemeten grootheden met elkaar in vooraf gedefinieerd verband brengen
Managementkengetallen= het meten van de prestaties van het bedrijf en de sturing van die organisatie
Verschillende typen kengetallen:
1. Key Result Indicators (KRI’s): belangrijke resultaten (in het verleden) => klanttevredenheid, omloopsnelheid
2. Performance Indicators (PI’s): belangrijke prestatie => een uitkomst die een vervolgactie aangeeft => richtinggevend
3. Key Performance Indicators: kritieke prestaties, belangrijkste PI’s, verbonden aan processen => prestatie verbeteren
Hoe meer gedetailleerde informatie, hoe verder je naar beneden gaat => meer kengetallen => omgeving
Financiële managementkengetallen:
• Solvabiliteit
• Liquiditeit
• Activiteit
• Rentabiliteit
Management by objectives, MBO(Peter Drücker): bedrijfsdoelen => afdelingsdoelen => doelen individuele medewerker
Week 2: H7