100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Professioneel Inkopen €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Professioneel Inkopen

3 beoordelingen
 602 keer bekeken  13 keer verkocht

Hierbij een samenvatting van het gehele boek van professioneel inkopen! Bij vragen stuur mij een berichtje en bekijk ook mij andere samenvattingen op Stuvia! veel studieplezier!

Voorbeeld 6 van de 55  pagina's

  • Ja
  • 29 maart 2014
  • 55
  • 2013/2014
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (2)
Alle documenten voor dit vak (3)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: xmijntjex • 8 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Chielvonmeijenfeldt • 9 jaar geleden

Slecht. veel spelfouten en onduidelijk geschreven.

review-writer-avatar

Door: Chrisss • 10 jaar geleden

Goed en overzichtelijk. Met boek en samenvatting toets te halen!

avatar-seller
Evelien1
Samenvatting
Professioneel
inkopen
Gelderman en albronda




@ Evelien de Lange 2014

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,
fotokopie of op welke andere wijze dan daaronder mede begrepen gehele of gedeeltelijke bewerking van
het werk, zonder voorafgaande toestemming van Evelien de Lange.

No part of this publication may be reproduced in any form by print, photo print, microfilm or any other
means without written permission by Evelien de Lange.

,Hoofdstuk 1 - Professioneel inkoop
Aankopen: de aanschaf van goederen ten behoeven van intern gebruik, zoals grondstoffen en
componenten
Inkoop: de aanschaf van goederen met als expliciete bedoeling deze door te verkopen aan derden.
Inkoopfunctie: het geheel van alle activiteiten die in organisaties worden vervuld om producten van
externe bronnen te betrekken. Ervoor zorgen dat de juiste producten van de juiste kwaliteit op de
juiste tijd op de juiste plaats in de juiste hoeveelheden tegen de juiste prijs beschikbaar zijn voor de
organisatie.

3 aspecten inkoopfunctie:
 Technisch aspect: men moet beschikken over de juiste producten van de juiste kwaliteit
 Logistiek aspect: de producten moeten op de juiste tijd en plaats beschikbaar zijn
 Commercieel aspect: de producten moeten tegen de juiste prijs tegen de laagste integrale
kosten beschikbaar zijn.
Externe oriëntatie: inkopers moeten nadrukkelijk oog hebben voor ontwikkelingen in de externe
omgeving, in het bijzonder in de leveranciersmarkten.

Goederen en diensten worden dus ingekocht ten behoeve van andere afdelingen en medewerkers.
Inkopers moeten hun externe oriëntatie daarom altijd koppelen aan een interne oriëntatie.

Inkoopaandeel: de kosten van ingekochte goederen en diensten ten opzichte van de kostprijs van de
eindproducten.

Inkoopfuncties moeten aansluiten op de ondernemingsstrategie.

4 fasenmodel:
1. Eerste fase: de inkoopfunctie is niet meer dan een administratieve functie
2. Tweede fase: richt inkoop zich vooral op het sluiten van transacties. Inkoop wordt gezien als
een mechanische functie met oog voor de meer commerciële aspecten.
3. Derde fase: inkoop ontwikkelt zich tot een proactieve functie. Inkopers nemen initiatieven,
hebben een langetermijnvisie en nemen het voortouw in leveranciersmanagement.
4. Vierde fase: inkoop is een strategisch wapen in de concurrentiestrijd geworden, inkoop is uit
zijn schulp gekropen en veranderd in een ondernemende, extraverte bedrijfsfunctie, een
professionele strategische functie. Inkoopmanagers binden zich aan strategische
operationele inkoopplannen, waarin doelstellingen, taakstellingen en concrete activiteiten
zijn geformuleerd.

Van Weele stelt dat het management 4 verschillende visies kan hebben op de inkoopfunctie:
 Bestel oriëntatie: inkopen zijn verantwoordelijk voor het afhandelen van bestelorders.
 Commerciële oriëntatie: inkopers moeten overdreven aandacht besteden aan lage
inkoopprijzen, kostenreducties, kortingen, prijsonderhandelingen etc.
 Logistieke oriëntatie: inkopers zijn verantwoordelijk voor het veiligstellen van de korte- en
langetermijninkoopbehoeften.
 Strategische oriëntatie: men onderkent dat inkoop bijdraagt aan de versterking van de
concurrentiepositie van de onderneming op haar eindmarkten.

Inkoopproces: begint met de constatering van een probleem en eindigt met de afhandeling van de
bestelling.

Tactische inkoop: houdt zich bezig met alle activiteiten tot en met de totstandkoming van het
contract.

,Operationele inkoop: gaat uit van een bestaand contract en is gericht op het bestellen en verder
afhandelen van de orders.

Fasen van het inkoopproces:
 Specificeren: men bepaalt de behoefte (de eisen waarin het in te kopen producten aan moet
voldoen). Dit gebeurt aan de hand van specificaties:
o Functionele eisen: de exacte functies of gebruiksdoelen
o Technische eisen: kenmerken van materialen die gebruikt moeten worden,
afmetingen, gewichten, maximale geluidsniveau.
o Logistieke eisen: beschikbaarheid, levertijden en leverschema, servicegraad,
verpakkingen, transportwijze, onderhoud, responstijd etc.
o Kwaliteitseisen: normen, toleranties, procedures bij afwijkingen, rapportages,
inspecties, gevraagde certificaten.
o Commerciële eisen: contractvorm, prijscondities, betalingswijze, lease- opties,
garantiebepalingen, aansprakelijkheid
 Selecteren: het selecteren van een leverancier
 Contracteren: er wordt onderhandeld over de prijzen, kortingen en leveringsvoorwaarden.
 Bestellen: het bestellen van de goederen
 Bewaken: controleren of alles goed gaat
 Nazorg: eventuele problemen worden geanalyseerd teneinde herhaling in de toekomst te
voorkomen.

Back-door-selling: dingen zo beïnvloeden dat je een betere positie hebt dan je concurrenten.

Approved -Vendor –list: een voorkeurslijst van goedgekeurde leveranciers.

Pre kwalificatie: de eerste selectie van leveranciers.

Maverick buying: medewerkers of afdelingen kopen in buiten de bestaande contracten om.
Participatiegraad: het percentage dat onder contract wordt ingekocht.
Contractbeheer: het vastleggen, actualiseren en toegankelijk maken van contractgegevens.
Orderbewaking: het bewaken van de levertijden, de geleverde hoeveelheden en eventuele
certificaten en documenten.
Overdue- lijst: een lijst met alle achterstallige leveringen.

Orderbewaking kan op verschillende manieren worden ingericht, waarbij rekening wordt
gehouden met het belang van de aankoop:
 Advance status check: voor kritische materialen en onderdelen wordt met de leverancier een
pad afgesproken, inclusief belangrijke mijlpalen en controle o bij te houden of de leverancier
nog op schema zit.
 Routine status check: een aantal dagen voordat levering moet plaatsvinden, wordt een
reminder gestuurd naar de leverancier en om een bevestigingen gevraagd.
 Exception expediting: er wordt pas ingegrepen als er gepiept wordt in de organisatie.

Chasseren: het benaderen van leveranciers voordat de levertijd is verstreken
Speedorders: die niet waren voorzien en die niet kunnen wachten
Bach orders: achterstallige orders die na de overeengekomen datum worden geleverd
Split orders: waarbij een deel van de order eerder of later wordt geleverd.

,3 koopsituaties:
 De new-task-situatie: het doet zich voor wanner de organisatie besluit een geheel nieuw
product aan te schaffen. Het kent een grote onzekerheid omdat het nog nooit eerder is
gemaakt. De besluitvorming wordt gekenmerkt door uitgebreide probleemoplossing.
 De gewijzigde herhalingsaankoop: als men een nieuw product wenst aan te schaffen van een
bekende leverancier of een bestaand product van een nieuwe leverancier. De besluitvorming
wordt gekenmerkt door een beperkte probleemoplossing. Ze zijn nu minder onzeker.
 De rechtstreekse herhalingsaankoop: het gaat om de aankoop van een bestaand product en
een leverancier met wie men ervaring heeft. Deze kent de minste risico’s.

Buy grid: in dit model wordt benadrukt dat het koopgedrag van een organisatie afhangt van een fase
waarin die organisatie zich binnen het inkoopproces bevindt.

Indeling van producten in 4 hoofdgroepen:
 Kapitaalgoederen:
 Materialen:
 Verbruiksgoederen:
 Diensten: niet- tastbare producten.

Equipment: uitrusting
Systems: het gaat altijd om een combinatie van onderdelen die als 1 geheel worden aangeboden
naar de wensen van individuele afnemers.
Turnkey- projecten: projecten die leiden tot de oplevering van een nieuw product of tot een nieuw
productieproces in opdracht van een klant.

Raw materials: grondstoffen, deze worden geleverd door bedrijven die leven van landbouw, mijn- en
bosbouw en visvangst. Ze dienen als basismateriaal voor productieprocessen.

Processsed materials: halffabricaten, dit zijn materialen die de een of andere bewerking hebben
ondergaan.

Componenten: ondergaan geen fysieke verandering, ze worden in hun geheel opgenomen in het
eindproduct.

Gestandaardiseerde componenten: de positie van de afnemers bij het onderhandelingsproces is
sterker dan bij componenten die op specificatie worden geleverd.

Supplies: producten die worden verbruikt tijdens de normale bedrijfsuitoefeningen.

MRO: Maintenance, repair and operating.

Vendor Managed Inventory- systeem: een voordeel van dit systeem is een verlaging van de
administratieve kosten in combinatie met een gegarandeerde beschikbaarheid van de
verbruiksgoederen.

Primaire inkoop: heeft betrekking op goederen en diensten die direct voor de primaire
productieprocessen worden gekocht. Dit zijn alle grondstoffen, halffabricaten en componenten,
maar ook een deel van de kapitaalgoederen, verbruiksgoederen en diensten.

Built to order: men produceert niet op voorraad, maar op daadwerkelijke bestellingen.

,Kyoryku Kai: een geselecteerde groep Japanse leveranciers die regelmatig bijeen op zoek naar
verbeteringen, gecoördineerde acties, wederzijdse voordelen, uitwisseling van ideeën en personeel
etc.

Facilitaire inkoop: heeft betrekking op alle goederen en diensten die niet direct voor de primaire
productieprocessen worden gekocht.

DMU: Decision Making Unit, bestaat uit de personen die betrokken zijn bij het inkoopproces. Zij
hebben invloed op de koopbeslissing.

Rollen binnen DMU:
 Gebruikers: zijn functionarissen die later met het product zullen gaan werken. dit kan op
individuele basis als in groepsverband gebeuren.
 Beïnvloeders: personen die door middel van advies de uitkomt van het inkoopproces kunnen
beïnvloeden.
 Kopers: formeel bevoegd om te onderhandelen met leveranciers over contractvoorwaarden.
In een later stadium in het koopproces plaatsen ze de bestellingen en bewaken ze de orders.
 Beslissers: bepalen de facto de leverancierskeuze
 Gatekeepers: beheersen de informatiestroom naar de andere lelden van de DMU.

PSU: Problem solving unit, de leden zijn afkomstig van verschillende afdelingen.

3 hoofdvormen van inkooporganisatie:
 Centrale inkooporganisatie: men maakt optimaal gebruik van schaalvoordelen die het
bundelen van inkoopmacht mogelijk maakt.
 Decentrale inkooporganisatie: de verantwoordelijkheid ligt integraal bij het lijnmanagement.
 Gecoördineerde inkooporganisatie: men werkt met diverse inkoopteams. Teams bestaan uit
vertegenwoordigers van alle betrokken afdelingen/ businessunits.

Lead buyer: een inkoper die de verantwoordelijkheid krijgt om over alle businessunits heen, de
inkoopstrategie te bepalen voor een bepaald product of productgroep.

Main buyer: zijn rol is het voorstellen van synergie en besparingsmogelijkheden in die eigen
businessunit maar ook tussen de verschillende businessunits.

NEVI: Nederlandse Vereniging voor inkoopmanagement

NEVI beroepscode: geeft een handreiking voor het omgaan met dilemma’s die typerend zijn voor de
inkoopfunctie. Die 4 uitgangspunten van de code zijn:
 De professionele inkoper is loyaal ten opzichte van de eigen onderneming
 De professionele inkoper behandelt leveranciers rechtvaardig: de inkoper voorziet alle
leveranciers van correcte en niet-misleidende informatie.
 De professionele inkoper ondersteunt eerlijke concurrentie: relevante leveranciers krijgen
gelijke mogelijkheden om mee te dingen naar opdrachten.
 De professionele inkoper houdt de reputatie van de professie hoog: het zorgt voor het goed
functioneren van inkopers.

Competentieprofiel: een combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn voor het
adequaat vervullen van een bepaalde functie.

Beroepsprofiel: een beschrijving van de structuur en de inhoud van een beroep.

, Senior-inkoper: heeft gedelegeerde verantwoordelijkheid voor de inkoop van een bepaalde
productiegroep, voor leveranciers of voor organisatieonderdelen. Hij handelt vanuit de gegeven
doelstellingen en legt verantwoording af aan de inkoopmanager.

Inkoper: zijn taak ligt vooral bij het doorlopen van inkoopprocessen. Hij onderhoudt veel contacten
met de interne klant, klachten worden opgelost, behoeften vastgesteld, onderhoudt de dagelijkse
contacten met de leveranciers en informatie verstrekt.

Assistent-inkoper: werkt alleen in opdracht van de inkoopmanager of de inkoper. Hij heeft intensief
contact met interne klanten en heeft een ondersteunende rol in het initiële inkoopproces.

Superinkoper: die zich op het topniveau binnen organisaties bezighoudt met het behalen van
concurrentievoordelen uit de inkoop.

Big five model: bij toepassing hiervan beantwoorden mensen een groot aantal vragen die betrekking
hebben op 5 persoonskenmerken:
 Extraverte personen: zijn energiek, spraakzaam, enthousiast en optimistisch en ze laten niet
over zich heen lopen.
 Vriendelijkheid: behulpzaam, voorkomend, goed van vertrouwen en vergevingsgezind en
werkt graag samen met anderen.
 Consciëntieuze personen: zijn grondig, planmatig, doelmatig, ambitieus en harde werkers.
 Emotionele stabiliteit: blijft ontspannen en kalm, ook in situaties die anderen als spannend of
zelfs als stressvol ervaren.
 Openheid: nieuwsgierig en vindingrijk en gaan creatiever en met meer fantasie door het
leven.

Organisatiedoelstellingen: er zijn veel verschillen tussen publieke en private sector. In de publieke
sector spelen vaak ook andere factoren dan financieel rendement een rol. Deze doelstellingen tellen
vaak zwaarder dan efficiëntie en doelmatigheid van inkopen.

Wet en regelgeving: een ander verschil is te zien in de bijzondere wet en regelgeving waar
overheidsorganisaties bij de inkoop mee te maken hebben. Zo heeft men zich te houden aan de
regels van de Wet Openbaarheid van Bestuur en de comptabiliteitswet. Transparantie staat daarbij
hoog in het vaandel. Men werkt voor de publieke zaak en moet publiekelijk verantwoording afleggen.

Budgetmechanisme: binnen de overheid houdt in dat er veel politiek en ambtelijk wordt gevochten
over de verdeling en allocatie van budgetten.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Evelien1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  13x  verkocht
  • (3)
In winkelwagen
Toegevoegd