100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Gezondheidspsychologie €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Gezondheidspsychologie

 268 keer bekeken  7 keer verkocht

Samenvatting van 70 pagina's voor het vak klinische psychologie aan de NCOI

Voorbeeld 6 van de 70  pagina's

  • 30 maart 2014
  • 70
  • 2013/2014
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
rieke70
Inhoudsopgave

• Hoofdstuk 3. Ongezond gedrag

• Hoofdstuk 4. Gezond gedrag

• Hoofdstuk 6. Gezond zijn en blijven

• Hoofdstuk 8. Ziek zijn: perceptie en interpretatie van symptomen en reacties daarop

• Hoofdstuk 12. Stressmanagement

• Hoofdstuk 13. De invloed van ziekte op de kwaliteit van leven

• Hoofdstuk 14. Gevolgen van ziek zijn voor patiënten en hun gezin

• Hoofdstuk 15. Pijn

• Hoofdstuk 16. Het verbeteren van de gezondheid en de kwaliteit van leven

,Hoofdstuk 3. Ongezond gedrag
Veel van onze gedragingen hebben gevolgen voor onze gezondheid. In dit hoofdstuk wordt
gezondheidsbevorderend gedrag gedefinieerd als gedrag waarvan is gebleken dat het de
gezondheidstoestand ten goede komt, al dan niet met het vooropgezette doel de gezondheid te
beschermen, te bevorderen of te handhaven. De gedragingen die in dit hoofdstuk worden behandeld,
noemen we ‘gedragsmatige pathogenen’, oftewel gedrag dat schadelijk is voor de gezondheid. Dit omvat
ongezond eten, overmatig alcoholgebruik, roken en onveilig vrijen. “gedragsmatig immunogenen’, oftewel
gedrag dat de gezondheid bevorderd, zoals sporten, een evenwichtig dieet, gezondheidscontrole en
vaccinaties komen in het volgende hoofdstuk uitgebreider aan bot.
In dit hoofdstuk is gedrag beschreven dat duidelijk gerelateerd is aan ziekte, gedrag dat als zodanig
aanleiding geeft tot een groot deel van het onderzoek op het gebied van gezondheidspsychologie. Veel
aandacht is daarbij gericht op de complexiteit van sociale, emotionele en cognitieve factoren die bijdragen
aan gezondheidsbedreigend gedrag, en op uiteenlopende theorieën en modellen over gezondheidsgedrag.

§ 3.1. Wat is gezondheidsbevorderend gedrag?

Gedrag dat samenhangt met de gezondheidstoestand van het individu, ongeacht de huidige gezondheid of
motivatie. WHO’s definitie van risico’s: ‘waarschijnlijkheid van een ongunstig resultaat of factor die deze
waarschijnlijkheid vergroot’. Veel gezondheidsrisico’s berusten op gedrag en omgeving (vervuiling/armoede).
Wat risicovol gedrag is, is in de loop van de geschiedenis verandert als gevolg van medische inzichten
(zonnen/roken) en sommige risico’s kunnen ook voordelen opleveren (zonlicht als middel tegen
huidtuberculose en als bron voor vitamine D).
Hoe komt dit gedrag tot stand?
• behavioristen: aanleren gedrag onder invloed van beloningen (gewoonten)
• cognitief: verband tussen gedachten en de invloed daarvan op gedrag
• sociaal psychologen: sociale aspecten (bv. groepsdruk of rolmodel) kunnen van invloed zijn op het
gedrag dat we vertonen

Voor onderzoek naar verbanden tussen gedrag en gezondheid zijn longitudinale studie nodig. Door mensen
die een ziekte kregen en mensen die gezond bleven te vergelijken op basis van verschillende variabelen,
kwamen belangrijke factoren voor gezondheid en levensduur aan het licht, de ‘zeven van Alameda’
(opmerkelijke bevinding: combinaties verhogen het voordeel):
1. 7/8 uur slaap
2. niet roken
3. max., 2 glazen alcohol per dag
4. regelmatige bewegen
5. geen tussendoortjes
6. ontbijten
7. maximaal 10% overgewicht

Vanuit het perspectief van de gezondheidspsychologie is het inzicht dat gedrag een voorspellende factor is
voor mortaliteit slechts een deel van het verhaald. Als we mensen willen behoeden voor riskant gedrag
moeten we ook de psychologische en sociale factoren die ten grondslag liggen aan het aanleveren en in
stand houden van gedrag, meenemen.

Gedragsmatig pathogeen: gedrag dat schadelijks is voor de gezondheid, bijvoorbeeld roken
Gedragsmatig immunogeen: gedrag dat de gezondheid bevorderd, bijvoorbeeld bewegen
Mortaliteit: overlijden; meestal uitgedrukt als sterftecijfer, dat wil zeggen het aantal sterfgevallen in een
gegeven populatie en/of in een gegeven jaar als gevolg van een gegeven aandoeningen (bijvoorbeeld het
aantal sterfgevallen door kanker onder vrouwen in 2010)

§ 3.1.1. Gezondheidsbedreigend gedrag

Grimmig bericht WHO (2002): ‘Op veel manieren is de wereld tegenwoordig veiliger geworden
(ongeneeslijke ziekten, geen dagelijkse gevaren, veilige producten en minder ongelukken). Maar in veel
andere opzichten is de wereld gevaarlijker geworden. Velen van ons leven dagelijks gevaarlijk zonder dat we
ons daarvan bewust zijn.’

Er zijn veel gemeenschappelijke wereldwijde gezondheidsrisico’s (top 10) die samen verantwoordelijk zijn
voor 30% van de stergevallen:
1. ondergewicht
2. onveilig vrijen

,3. hoge bloeddruk
4. roken
5. alcohol
6. gebrek aan hygiëne,
7. ijzertekort
8. koolstofmonoxide binnen
9. hoog cholesterol
10. overgewicht

Waarschijnlijk hoort ook een levenswijze met weinig lichamelijke beweging tot de prominente
gezondheidsrisico’s. Hieronder gaan we dieper in op gedrag waaraan in ontwikkelde landen veel mensen
sterven:
• hart- en vaatziekten (roken, te veel cholesterol, weinig lichaamsbeweging)
• kanker (roken, alcohol, bepaalde voeding, seksueel gedrag)
• herseninfarct (roken, te veelcholesterol, alcohol)
• longontsteking en griep (roken, gebrek vaccinatie)
• hiv/aids (onveilig vrijen)

Levensverwachting
Levensverwachting: mannen: 67,5 – 79,8 jaar en vrouwen 77,4 – 85,0 jaar.
De verandering in de bevolkingssamenstelling hebben invloed op de maatschappelijke dienstverlening en
geven aanleiding tot politieke discussies over de betaalbaarheid van de gezondheidszorg en de pensioenen.

Bevolkingsvooruitzichten 2010 – 2060
De voortdurende stijging van de levensverwachting en toegenomen vruchtbaarheid en de toegenomen
immigratie, zorgen in de toekomst voor een bevolkingstoename. De bevolking zal ook jonger zijn dan
verwacht en de afhankelijkheidscoëfficiënt van de ouderen zal ook toenemen (26 ouderen per 100 actieve
personen in 2009 en 42 in 2060). Deze statistieken tonen ook de noodzaak aan van
gezondheidsbevordering specifieke gericht op ouderen.

§ 3.2. Ongezonde voeding

Er bestaat een directe relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten en voeding en kanker. Indirect kent
slechte voeding ook risico’s via het overgewicht dat het kan veroorzaken.
Kanker: 30% door roken, maar 35% door een vetrijk dieet, veel zout en weinig vezels.

§ 3.2.1. Vetopname,me en cholesterol

Vetten vormen een goede energiereserve voor het lichaam maar wanneer ze niet worden afgebroken
(lichamelijke activiteit) stijgt de concentratie in het bloed wat tot gezondheidsrisico’s kan leiden. Cholesterol
is een lipide (vet) dat in onze lichaamscellen aanwezig is en zorgt voor de productie van steroïdhormonen en
is betrokken bij de vorming van gal dat nodig is voor de spijsvertering. De normale concentratie kan door een
vetrijk dieet worden verhoogd, met name door verzadigd vet die Low Density Lippoproteïnen bevatten
(LDL’s). LDL’s wordt in het bloed opgenomen en vervoeren cholesterolmoleculen die kunnen leiden tot
gezondheidsrisico’s. Goed cholesterol wordt vervoerd door High Density Lippoproteïnen die de omzetting en
verwijdering van de LDL’s door de lever lijken te bevorderen.
Gezond zijn voedingstoffen met meervoudig onverzadigde vetten die het lichaam makkelijker kan afbreken
(vette vis, omega 3 vetzuren, verhoogd de concentratie HDL’s in het bloed). Door teveel vet krijgt je
artherosclerose en arteriosclerose. Dit worden hart- en varziekten genoemd. Om het verband met kanker
vast te stellen moet nog nader onderzoek worden gedaan (wel enige correlatie met borstkanker).

Artherosclerose: ophoping van vetachting materiaal en plaques in de slagaders
Arteriosclerose: verlies van elasticiteit en verharding van de slagaders

§ 3.2.2. Zoutinname

Het effect van veel zout (natriumchloride) speelt een rol bij hoge bloeddruk (hypertensie). Onderzoek gaf het
beeld dat de systolische en de diastolische bloeddruk wel daalde door een zoutarm dieet, maar er werd
geen verband gevonden met sterfgevallen aan hart- en vaatziekten. De auteurs concludeerden daarom dat
interventies die gericht waren op zoutinname slechts een beperkt voordeel voor de gezondheid oplevert.
Ondanks de weinig overtuigende resultaten bestaan er wel kwantitatieve richtlijnen over de aanbevolen
zoutinname (max. 6 gram per dag).

,Systolische bloeddruk: de maximale druk van het bloed op de slagaderwanden die zich voordoet aan het
eind van de samentrekking van de linkerkamer (gemeten in relaties tot de diastolische bloeddruk)
Diastolische bloeddruk: de minimale druk van het bloed op de wanden van de slagaders in de periode
tussen twee hartslagen (gemeten in relatie tot de systolische bloeddruk)

§ 3.3. Overgewicht

Er is een toenemende bezorgdheid over het aantal mensen met overgewicht, Het is onduidelijk wat de
belangrijkste oorzaak is (combinatie tussen ongezonde voeding en gebrek aan lichaamsbeweging).

§ 3.3.1. Hoe wordt overgewicht gedefinieerd?
2
Body Mass Index (BMI) = gewicht (kg) / lengte (cm)
• normaal gewicht 20 – 24,9
• licht overgewicht 25 – 29.9
• matig of klinisch overgewicht 30 – 39,9
• ernstig overgewicht < 40

§ 3.3.2. Negatieve gevolgen van overgewicht

Overgewicht is een belangrijke risicofactor voor een reeks lichamelijke aandoeningen waaronder
hypertensie, hartaandoeningen, diabetes type 2, osteoartritus en pijn in de onderrug. Het relatieve risico op
ziekte lijkt recht evenredig te zijn aan het percentage overgewicht (maar deze lineaire relaties is niet
consistent). Uit onderzoek naar hartaandoeningen blijkt een relatie tussen langdurig overgewicht en
mortaliteit. Overgewicht speelt ook een rol bij psychologische klachten, zoals een gering gevoel van
eigenwaarde en sociale isolement (verminderde kwaliteit van leven).

§ 3.3.3. Prevalentie van overgewicht

• 30% van de volwassen bevolking in Europa heeft overgewicht (BMI > 25)
• 10% van de volwassen heeft klinisch overgewicht (BMI > 30).
• En, alarmerend, overgewicht is geïdentificeerd als de meest voorkomende aandoening bij kinderen.

§ 3.3.4. Oorzaken van overgewicht

Kinderen met overgewicht groeien vaak op tot volwassen met overgewicht. Het is dus belangrijk om vroeg
met maatregelen te komen; daarvoor is het belangrijk om zicht te hebben op de oorzaken:
• energie-inname > energieverbruik
• erfelijke component

Gezien de enorme toename, lijkt overgewicht sterker gerelateerd te zijn aan omgevingsfactoren – zoals
levenswijze en gedragsfactoren (obese omgeving: zitten, tv kijken, game verslaving). Obesogeen is ook de
neiging van mensen om hun ontevredenheid, teleurstelling, woede of verdriet ‘weg te eten’. Denigrerende
opmerkingen over de lichaamsomvang en/of gewicht, kunnen nieuwe negatieve gevoelens veroorzaken en
zo kan een vicieuze cirkel ontstaan.

Een laatste gedachte over overgewicht
Te grote focus op het gewicht bij kinderen kan extreem dieetgedrag en eerstoornissen in de hand werken
(ontevredenheid over het eigen lichaam neemt toe, vooral bij meisjes).

§ 3.4. Alcoholgebruik

§ 3.4.1. Negatieve effecten door overmatig alcoholgebruik

Alcohol onderdrukt de werking van het centrale zenuwstelsel;
• in lage doses: ontremming van gedrag
• in hoge doses: dronkenschap en grotere kans op ongelukken
• extreem hoge doses: remmen ademhalingssnelheid (dood/coma)

Alcoholproblemen ontstaan niet alleen als gevolg van verslaving, maar ook door acute of langdurige
episodes van zwaar drinken: ongelukken in het verkeer, gedragsproblemen en ziekten zoals leverciroses,
lever- en slokdarmkanker, beroertes en epilepsie (35 glazen alcohol per week, 2 maal zoveel kans op een
herseninfarct).

,Bij lage hoeveelheden kan alcohol een gunstige invloed hebben op hart- en vaatziekten, infarcten en
diabetes type 2.

Kader: is her drinken van rode wijn gezond?
De antioxidanten in rode wijn en de ontstekingsremmende werking, kan de vorming van kanker remmen.

Het drinken van alcohol tijdnes de zwangerschap lijdt tot onomkeerbare beschadiging aan de ongeboren
vrucht, leer- en gedragsproblemen op jonge leeftijd en een verhoogd risico op drukgebruik, alcoholisme,
asociaal en crimineel gedrag, depressie en geestelijke stoornissen in de volwassenheid.
Alcoholgerelateerde levercirrose in verschillende landen: cultuur en sociaal beleid zijn van groot belang bij
het voorspellen van drinkgedrag; na liberalisering van de drankverkoop in Engeland nam het aantal
sterfgevallen door cirrose toe.
Alcoholgerelateerde sterfte (verslaving, slokdarm- en keelkanker, levercirrose, leveraandoeningen) laten
een daling zien in de meest landen (behalve in Engeland). De hoogste percentage komen voor in Brazilië,
Frankrijk en Duitsland. De laagste percentages in Spanje, Suriname, Nederland, Marokko, IJsland China en
Kongo.

§ 3.4.2. Aanbevelingen voor alcoholgebruik

Verschillende mensen reageren ander op dezelfde hoeveelheid alcohol (afhankelijk van lichaamsgewicht,
voedselinname, stofwisseling, soort gelegenheid en cognities en verwachtingen van het individu); dat maakt
het lastig aangeven wat veilig is. In Nederland: voor mannen minder dan 20 gram per dag en voor vrouwen
minder dan 10 eenheden per dag (10 eenheden is 1 glas) en minstens 2 dagen niks. Er is ook verwarring
over de ‘standaard’ maat, veroorzaakt door verschillende eenheden en maten en gewichten.

§ 3.4.3. Alcoholgebruik onder jongeren, enkele cijfers

Alcoholgebruik onder jongeren neemt toe. Wellicht door de toegenomen reclame voor breezerdrankjes
(7.000 kinderen van 11 – 15 jaar: 24% had afgelopen week gedronken, 5% van 11 jaar en 48% van de 15
jarigen). Het aantal kinderen in Wales dat wekelijks drinkt en dronken wordt is het hoogst van heel Europa.
Er is veel bezorgdheid over drankgebruik onder pubers: toenamedrankgebruik, toename
tienerzwangerschappen. Ook in Nederland, jongeren doen er stoer over. Soms is er sprake van comazuipen
met risico op hersenbeschadiging met name bij jongeren die nog in ontwikkeling zijn. Er gaan stemmen op
om meer ontwenningsklinieken voor jongeren op te richten en strenger te controleren op de verkoop.

§ 3.4.4. Heeft het drinken van alcohol ook positieve effecten?

Het is onduidelijk bij welke hoeveelheden alcohol schadelijk wordt. Er bestaan aanwijzingen voor een J-
vormige relaties tussen alcoholgebruik en het risico op hart- en vaatziekten. Matige alcohol zou de
concentratie van de LDL’s in het bloed verlagen. Veel drinken is ongezond, matige drinken is goed en de
gevolgen van helemaal niet drinken zijn onbekend.

J-vormige relatie: de grafische voorstelling van de relatie tussen twee variabelen, waarvan de één op de x-as
en de ander op de - as is uitgezet, heeft de vorm van de letter J

§ 3.4.5. Hoe ontstaat een drankprobleem?

Er zijn verschillende redenen waarom mensen gaan drinken (erfelijkheid en omgeving). Voor de eerste keer
worden vaak gezelligheid en nieuwsgierigheid genoemd (gezelligheid wordt ook genoemd als reden om door
te gaan met drinken). Voor de meesten wordt dit geen probleem, voor anderen wel. Redenen:
• verslaving kan ontstaan door terugkerende lichamelijke behoefte aan de plezierige effecten van de stof
• erfelijkheid en familiegeschiedenis van alcoholmisbruik (aangeleerd)
• de aanwezigheid van geestesziekten (stemmingstoornissen, prepositie voor angst, sensatiezucht en
bepaalde persoonlijkheidskenmerken)
• sociale leren (bekrachtiging door sociale of emotionele beloningen)

Onder ouderen wordt minder gedronken. Welgestelde ouderen drinken weer meer. Sommige ouderen
drinken meer door eenzaamheid.

Alcohol afhankelijkheid
e
• 17/18 eeuw: alcoholisme als immoreel gedrag van een zwakkeling met een gebrek aan zelfbeheersing
(behandeling: individu is zelf verantwoordelijk en moet dus gestraft worden)

, e
• 19 eeuw: alcoholisten zijn slachtoffer van een kwaadaardig en krachtig middel (behandeling: individu
moet beschermd worden – drooglegging)
• Jellinek (1960): alcoholisme is een ziekte, zowel aandacht voor het verslavende middel als voor de
eigenschappen van de verslaafde (controle van de zwakte door onthouding)
e
• 20 eeuw: groeiende invloed behavioristen, sociale leren en conditionering, identificeren cues en soort
beloning voor drinkgewoonten (behandeling: individu, drinkgedrag en sociale omgeving staan centraal).

Behaviorisme: de stroming in de psychologie die zich uitsluitend bezighoudt met observeerbaar concreet
gedrag; het behaviorisme gaat ervan uit dat alle gedrag is aangeleerd (en dus ook weer kan worden
afgeleerd); in dit kader bieden het klassieke conditioneren en het operant conditioneren een fundament
waarmee behavioristen aanvankelijke inzichtelijk maakten hoe leerprocessen verlopen; inmiddels wordt er
ook plaats ingeruimd voor andere (onder meer cognitieve) invloeden bij het verklaren van gedrag
Cue: een in de sociale wetenschappen veel gebruikt begrip waarmee een aanzet tot gedrag bedoeld wordt,
een signaal, een prikkel

§ 3.5. Roken

Naast cafeïne en alcohol is nicotine de meest gebruikte psychoactieve stof. Nicotine is wettelijk toegestaan
en levert via accijnzen veel geld op. Verschuiving van hoe er tegen roken aan wordt gekeken: ontmoediging.
Roker is afgenomen maar neemt nu weer licht toe (Vooral onder meisjes).

§ 3.5.1. Negatieve effecten van roken

Jaarlijks (1990) overlijden 3 miljoen mensen over de heel wereld door sigaretten. Roken is een belangrijke
risicofactor voor hart- en vaatziekten; sigaretten bevatten carcinogene teerstoffen en CO die
verantwoordelijk zijn voor
• 30% van de hart- en vaatziekten
• 75% van de tumoren
• 80% van de chronische vernauwingen van de luchtwegen

Door CO neemt de hoeveelheid zuurstof in ons bloed af en door de nicotine gaat ons hart sneller werken
waardoor de bloeddruk wordt verhoogd. Teer zorgt voor verstopte longen.

Kader: roken, drinken en tienerzwangerschappen
Zelfconcept (idee van wat iemand is) en eigenwaarde zijn belangrijk bij het bepalen van riskant gedrag.
Samen met de behoefte om zich aan anderen op zo’n manier te laten zien dat hun reputatie, sociale
identiteit versterkt. Dus:interventies gericht op het verhogen van de zelfwaardering.

§ 3.5.2. Prevalentie van roken

Meer jonge meiden, meer laagopgeleiden en meer autochtonen roken. Ouderen zijn vaak begonnen voordat
bekend werd dat roken ongezond was. Maar ook nu nog stoppen heeft gunstige effecten op de gezondheid.
Vaak verklaren ouderen hun klachten aan het ouder worden en niet aan hun verslaving.

§ 3.5.3. Roken als verslaving

Nicotine heeft een verslavende stimulerende werking op de hersenen, stimuleert de afgifte van β-endorfinen
en verhoogd de stofwisseling. Lichamelijk afhankelijkheid ontstaat wanneer iemand meer gaat roken om
hetzelfde effect te bereiken of om onthoudingsverschijnselen te vermijden (hunkering, slapeloosheid,
toename eetlust). Zo werkt roken zelfbevestigend. De psychologische symptomen van onthouding
(nervositeit rusteloosheid en prikkelbaarheid) zijn vaak zo sterk dat mensen weer beginnen om daar van af
te zijn (ook degene om hen heen hebben daar last van).

§ 3.5.4. Waarom roken mensen?

Beginnen met roken
De meesten beginnen in hun jeugd; dit hangt vaak samen met: voorbeeld volgen, sociale leren,
bekrachtiging, rokende ouders als voorbestemd om te roken (voorbeeldgedrag en verlaagd risicoperceptie).
• imago en reputatie (rebels of cool . maar bij jongen is conditie ook belangrijk)
• sociale druk of groepsdwang (alhoewel jongeren zelf dat ontkenden)
• risicovol gedrag (roken komt meer voor bij jongen die probleemgedrag vertonen)
• geringe mate van saamhorigheid in het gezin (maar het is onduidelijk wat oorzaak is en wat gevolg)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rieke70. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  7x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd