,Inhoud
1.0 - Inleiding en probleemanalyse.........................................................................................................4
1.1 Bedrijfsprobleemstelling...............................................................................................................6
1.2 Bedrijfsdoelstelling.......................................................................................................................6
1.3 Analyse bedrijfsprobleem.............................................................................................................7
2.0 Onderzoeksdoelstelling....................................................................................................................8
2.1 Probleemstelling...........................................................................................................................8
2.2 Afbakening onderzoek..................................................................................................................9
2.3 Randvoorwaarden........................................................................................................................9
3.0 Theoretisch kader...........................................................................................................................10
3.1 Procesbeschrijving......................................................................................................................10
3.2 Primaire en secundaire processen..............................................................................................10
3.3 Proces optimalisatie....................................................................................................................10
3.4 Cost Drivers.................................................................................................................................11
3.5 Value Chain Analysis...................................................................................................................11
3.6 Kostprijsmodellen.......................................................................................................................12
3.7 Conceptueel model.....................................................................................................................14
4.0 Methodologie.................................................................................................................................15
5.0 Eindproduct empirisch onderzoek..................................................................................................16
6.0 Onderzoeksopzet............................................................................................................................16
6.1 Planning......................................................................................................................................16
6.2 Risico’s........................................................................................................................................19
Literatuurlijst........................................................................................................................................20
Aanvraagformulier............................................................................................................................21
Bijlage I - Ontwikkeling bloembollenareaal Nederland.....................................................................22
Bijlage II - Marktverdeling.................................................................................................................23
Bijlage III - Verdeling productie Nederland concurrentie inschatting...............................................24
Bijlage IV - Organisatiestructuur X....................................................................................................25
Bijlage V - Organogram koelen en prepareren.................................................................................26
Bijlage VI - Vacature X.......................................................................................................................27
Bijlage VII - Presentatie Cost Drivers.................................................................................................28
Bijlage VIII - Drie-partijen-overeenkomst.........................................................................................30
Bijlage IX – Investeringen materiele vaste activa..............................................................................31
Bijlage X - Kostprijzen per cel o.b.v. pallets & M2.............................................................................32
Bijlage XI - Algemene uitgangspunten berekening kostprijzen.........................................................33
2
,Begrippenlijst
ABC
Activity-Based Costing
ATO
Assembled-to-Order
Activity costdriver
Een variabele die een causaal verband heeft met de kosten van de activiteit. Voorbeelden: aantal
directe arbeidsuren, machine uren, orders, verplaatsingen of onderdelen.
Broeiers
Gebruiken leverbare bollen om bloemen te produceren of om bloeiende potplanten te produceren,
de zogenaamde ‘bol op pot’.
Contracttelers
Kweekt in opdracht van de kweker een partij bloembollen. Een overeenkomst kan tot stand komen
na bemiddeling door een bloembollenbemiddelingsbureau.
Cultivars
Een unieke variëteit van een bloem(bol).
ETO
Engineered-to-Order
Exporteurs (broeierij & droogverkoop)
Exporteurs exporteren de leverbare bollen en leveren aan broeiers in het buitenland.
Geïntegreerde bedrijven
Kwekers die ook als broeier actief zijn. Zij kweken leverbare bollen, broeien het grootste deel hiervan
en verkopen de bloemen.
Kwekers
Voordat bloembollen kunnen worden (door)gekweekt moeten de te planten bloembollen worden
geprepareerd.
Sierteelt
Richt zich op de ontwikkeling van bloemkwekerijgewassen, snijbloemen, pot-, perk- en vaste planten,
bollen, knolgewassen, boomkwekerij- en houtige gewassen.
STO
Stock-to-Order
Teeltcycli
Plantgoed verkregen door weefselkweek, kralen, schubben of andere vermeerderingsmethoden.
Veredelaars
Verkopen plantgoed van door hen ontwikkelde beschermde cultivars aan kwekers.
3
,1.0 - Inleiding en probleemanalyse
Het doel van dit plan van aanpak is het presenteren van de methode(n) waarmee de Coöperatieve
Nederlandse Bloembollencentrale een antwoord krijgt op een actueel probleem. In het plan wordt
beschreven op basis van welke feiten het probleem bestaat en wat de organisatie verwacht.
Overzicht bloembollenteelt Nederland
In Nederland zijn circa 1.500 kwekers actief. In 2015 was het landbouwareaal dat in Nederland voor
bloembollenteelt in gebruik was bijna 25 duizend hectare. Het areaal is in de periode 1980-2015
gegroeid met 10,5 duizend hectare (74%). De grootste groei vond plaats tussen 1990 en 2000, toen
kwam er ruim 6 000 hectare bloembollenteelt bij (bijlage I). In bijlage II een globale marktverdeling in
Nederland. Ook heeft X een inschatting gemaakt van de belangrijkste concurrerende partijen in
bijlage III.
Beschrijving organisatie
X staat voor Coöperatieve Nederlandse Bloembollencentrale, ontstaan in 1975 uit een fusie van de
Coöperatieve Veilingvereniging Hollands Bloembollen Genootschap (1924) en de Bloembollenveiling-
vereniging West Friesland (1919). X is de grootste marktplaats voor de handel in bloembollen,
knollen en vaste planten in Nederland wanneer gekend wordt naar jaaromzetten, globale afzet en
FTE’s (X, 2020). X is actief in de sierteeltsector en haar kernactiviteit is de bemiddeling tussen
verkopers en kopers van bloembollen, knollen en vaste planten. Daarnaast verzorgt het bedrijf de
preparatie van bloembollen vanuit hun 12 hectare koel- en preparatie afdeling in Bovenkarspel waar
ook bewaring van lelies en tulpen plaatsvindt. Overige aanvullende diensten zijn teeltadvies, het
organiseren van groene- en materialenveilingen en makelaardij. Er worden door X ook 15.000
cultivars verhandeld in bloembollen en knollen. X heeft 123 medewerkers in dienst. Het
hoofdkantoor is gevestigd in Lisse met 98 medewerkers en in Bovenkarspel (koelen en prepareren)
24. In bijlage IV een organogram van X, in bijlage V specifiek van koelen en prepareren.
Visie/missie
X’s missie is het zijn van een verbindend element in de Nederlandse sierteeltsector als partner van
kwekers, broeiers en exporteurs. Zij wil op basis van lange termijnrelaties een rol spelen in
kwaliteitsontwikkeling en advies. Haar visie is het blijven van marktleider als bemiddelaar van de
handel in bloembollen, knollen en vaste planten (X, 2020). Zij doet dit door waardevermeerdering
aan de keten toe te voegen. Voorbeelden zijn digitalisering, innovatie en inzet op duurzame
technieken. In relatie tot de afdeling koelen en prepareren wil de organisatie voorop blijven lopen in
de ontwikkeling van producten, advisering van innovatie en duurzame technieken (Jaarrapport X,
2018 P. 40).
4
,Aanleiding
Aanleiding tot het doen van onderzoek was een gesprek dat de onderzoeker had met Dhr. R. D. Jong
op 12 februari 2020 op de vestiging Lisse (Jong, 2020). Het gesprek betrof de vacature zoals vermeld
in bijlage VI naar aanleiding van de presentatie ‘Costdrivers 2019’ in bijlage VII. Hierin wordt
uitgelegd dat onderzocht moet worden wat de cost-drivers zijn zodat vaste- en variabele kosten naar
de juiste activiteiten kunnen worden toegerekend. Het bedrijf verwacht een kostprijsmodel voor de
dienstverlening koelen en prepareren. Dit kan een nieuw model zijn, maar het is mogelijk dat het
huidige prijsmodel wordt ondersteund of moet worden aangepast. Het (mogelijk
vernieuwde/aangepaste) model wordt de (vernieuwde) prijszetting voor commerciële tarieven.
Probleemanalyse
In de oktober 2019 hebben er volgens het jaarverslag investeringen plaatsgevonden die een effect
hebben op de kostprijs. Op de locatie Bovenkarspel, afdeling koelen en preparen is een nieuwe hal
geplaatst en is er een nieuwe machine aangekocht. De investering was noodzakelijk voor koelen &
prepareren vanwege overcapaciteit, efficiëntieverhoging en revitalisatie van de afdeling (Jaarverslag
X, 2019, P. 22).
Ontstaan probleem
De oorzaak van het probleem zijn gedane investeringen voor de afdeling koelen en prepareren
waardoor het huidige kostprijsmodel mogelijk niet meer voldoet. Vanwege bedrijfsefficiëntie door
procesoptimalisatie is het volgens Jong (2020) noodzakelijk om een nieuwe berekening van het
kostprijsmodel te maken.
Vraag bedrijf
Het bedrijf wil antwoord op de vraag of het huidige kostprijsmodel van de afdeling koelen en
prepareren nog wel in lijn is met de huidige situatie. Mogelijk is het huidige model verouderd en
moeten nieuwe berekeningen duidelijk maken of de kostprijs per eenheid (later te bepalen welke dat
zijn) nog relevant zijn. De gewenste uitkomst is een analyse van de kostendrivers, samengevat in een
kostprijsmodel. Uiteindelijk zal dit kostprijsmodel ook de basis zijn voor de prijszetting van de
commerciële tarieven.
5
, 1.1 Bedrijfsprobleemstelling
Hulpvraag
Vanuit het bedrijfsstandpunt bestaat het probleem uit een optimalisatie van het huidige
kostprijsmodel in de afdeling koelen en prepareren naar aanleiding van gedane investering.
Voor wie en waarom is het een probleem
Het is een probleem voor het bedrijf, omdat de investeringen volgens Jong (2020) een directe invloed
hebben op de kostprijs van geproduceerde eenheden. Het is een probleem voor de afdeling koelen
en prepareren in Bovenkarspel. In Nederland staan de volgende partijen in relatie tot X en hebben of
krijgen mogelijk te maken met het organisatieprobleem:
- Kwekers
- Broeiers
- Exporteurs
- Veredelaars
- Geïntegreerde bedrijven
- Contracttelers
- Bloembollen bemiddelingsbureaus
In bijlage VIII wordt de ‘drie-partijen overeenkomst’ gevonden. Dit is een overzicht van de schakels
tussen X, koper en verkoper.
1.2 Bedrijfsdoelstelling
De bedrijfsdoelstelling is het onderzoeken van verschillende opties, niet noodzakelijkerwijs een
vernieuwd of aangepast kostprijzenmodel. Het bedrijf verwacht een adviesrapport met berekeningen
op basis van de investeringen in relatie tot kostprijsberekeningen. Het zou kunnen dat het huidige
model voldoet, mogelijk zijn aanpassingen nodig. Er worden op basis van cijfers een adviesrapport
verwacht met berekeningen waarmee het huidige kostprijsmodel op basis van de nieuwe situatie
wordt onderzocht. De onderzoeker heeft met de opleiding en opdrachtgever op 12 februari 2020
afgesproken de vernieuwde situatie van verschillende invalshoeken te willen bekijken en met
meerdere scenario’s te willen komen (X, 2020; Bergh, 2020; Jong, 2020).
6