Hoofdstuk 2 – Classificatie, diagnostiek en epidemiologie
Classificatiesystemen
- Wordt gebruikt om gedragingen van kinderen en jeugdigen te
o Beschrijven
o Onderscheiden
o In delen in categorieën (om deze vervolgens te verbinden met psychische stoornissen)
Epidemiologie: onderzoek naar het voorkomen en de verspreiding van psychische en lichamelijke ziekten. Ook onderzoek naar
samenhang tussen voorkomen en specifieke factoren van psychische en lichamelijke ziekten.
Classificeren: in kaart brengen van mogelijk problematisch gedrag
Diagnosticeren: proberen te begrijpen en te verklaren van het problematisch gedrag
DSM: diagnotic and statistical manual of mental disorders: meest gehanteerde classificatiesysteem
- Vergroot onderlinge betrouwbaarheid van de diagnose
o Gaf mogelijkheid tot onderzoek naar psychische stoornissen
- Uitgangspunten
o Welke gedragssymptomen? (observeer baar gedrag en/of innerlijke kenmerken/gevoelens)
Symptomen beschrijven de stoornis: ze verklaren die niet.
o Aantal symptomen en in welke mate en welk termijn.
o In welke mate storing in het functioneren
- Groepen zie tabel 2.1
- Comorbiteiten
o Vaak meer dan 1 stoornis tegelijk
o Vaker bij kinderen, omdat zij nog in ontwikkeling zijn
o Oorzaak: door ongezonde levensstijl
o Oorzaak: door verfijnde classificatiesystemen
o Lichamelijke klachten gepaard met psychische klachten
- Kritiek:
o Onvoldoende rekening houden met de ontwikkelingscontext van de stoornis waarin het is ontstaan
o Onvoldoende rekening houden met de culturele context (bijv. homoseksualiteit)
o Zero to Three: speciaal voor kinderen tot 3 jaar
- Psychiaters
Tabel 2.1 Hoofdgroepen van stoornissen in de DSM-5
Neurologische ontwikkelingsstoornis Neurodevelopmental Disorders ADHD, ASS
Stoornissen uit het Schizophrenia Spectrum and Other Schizofrenie, schizofreniforme stoornis
schizofreniespectrum en andere Psychotic Disorders
psychotische stoornissen
Bipolaire en verwante stoornissen Bipolar and Related Disorder Bipolaire stoornis
Depressieve stoornissen Depressive Disorders Depressieve episode
Angststoornissen Anxiety Disorders Specifieke fobie
Obsessief-compulsieve en verwante Obsessive-Compulsive and Related Ticstoornis en obsessief-compulsieve
stoornissen Disorders stoornis
Trauma- en stressgerelateerde Trauma- and Stressor-Related Posttraumatische stressstoornis
stoornissen Disorders
Dissociatieve stoornissen Dissociative Disorders Dissociatieve identiteitsstoornis
(vroeger meervoudig
persoonlijkheidsstoornis)
Stoornissen met lichamelijke klachten Somatic Symptom Disorders Hypochondrie
Voedings- en eetstoornissen Feeding and Eating Disorders Anorexia nervosa
Zindelijkheidsstoornissen Elimination Disorders Enuresis (bedplassen)
Slaap-waakstoornis Sleep-Wake Disorder Insomnie (in- en doorslaapstoornis)
Seksuele disfuncties Gender Dysphoria Erectiestoornis
Gedrags- en impulscontrolestoornissen Disruptive, Impulse Control, and Antisociale gedragsstoornis
Conduct Disorders
Stoornissen in middelengebruik en Substance Use and Addictive Disorders Alcoholintoxicatiestoornis
verslaving
Neurocognitieve stoornissen Neurocognitive Disorders Allerlei vormen van dementia
Persoonlijkheidsstoornissen Personality Disorders Borderline persoonlijkheidsstoornis
Parafilie Paraphilic Disordes Exhibitionisme
Overige stoornissen Niet-suïcidale zelfbeschadiging
Classificatie:
- Herkennen, een naam geven en een categorie geven
- Wetenschappelijke inzicht en culturele- en persoonlijke opvattingen hebben een belangrijke rol. De culturele- en
persoonlijke opvattingen en geen duidelijke oorzaken maken het moeilijk.
Ontwikkelingspsychopathologie
- Doel: afwijkend gedrag in kaart brengen, psychische stoornissen worden herkend, van elkaar onderscheiden en
ingedeeld.
, - Theorie: systeemtheoretische denken: vaststellen van invloeden van het gezin op het kind en andersom.
Groepen stoornissen
- Gedragsstoornissen
- Psychotische stoornissen
- Angststoornissen
o Paniekstoornissen
o Agorafobie
o Specifieke fobie
o Separatieangststoornis
Nadeel categorisatie
- Stigmatiseren: worden nagewezen omdat zij een stoornis hebben
- Generaliseren: individuele verschillen tussen geëtiketteerde wordt minder snel gezien
Dimensionale benadering van classificatie: geeft mogelijkheid ‘een beetje, middelmatig of veel’.
- CBCL: Child Behavior CheckList
o Aparte leeftijdscategorie
o Onderscheid sekse
- Psychologen
- Voordelen t.o.v. DMS
o Sluit beter aan op ontwikkelingspsychopathologische ideeën
o Geen harde criteria; er wordt vergeleken in welke mate bepaald gedrag van een kind afwijkt van zijn leeftijd
en seksegenoten.
o Alle betrokkenen geven hun opvattingen (3 bronnen)
- Nadelen t.o.v. DMS
o Lagere mondiale verspreiding
o Zeldzame stoornissen met één symptoom moeilijker te vinden
Diagnostiek
3 ‘waarom’ vragen
1. Waarom heeft dit kind deze klachten op dit moment gekregen?
2. Waarom blijven juist deze problemen en klachten bestaan?
3. Wat zegt het over dit kind en zijn gezin dat deze problemen zijn ontstaan en blijven bestaan?
Diagnose: aanzet om te kunnen verklaren en begrijpen wat hulpverleners zien.
- Gebruikmakend van
o Biopsychosociaal model
o Balansmodel
o Inzichten uit de psychologie, pedagogie, psychiatrie of andere wetenschappen
- Nodig om gepaste hulpverlening te bieden
Classificatie: aanzet voor behandeling
Tabel 2.2 Verschillen tussen classificatie en diagnostiek
Classificatie Diagnostiek
Wat is er aan de hand? Hoe is dat zo gekomen?
Algemene kennis Specifieke kennis
Beschrijvend Verklaren
Betreft groepen Betreft individu
Gedragskenmerken Zijn meerdere niveaus van de persoon en context bij betrokken
Relatief snel te stellen Tijdrovend proces
Geeft enige richting aan hulpverlening Is voorwaardelijk voor (goede) hulpverlening
4 diagnostische methoden
1. Diagnostisch gesprek
o Belangrijkste bij classificatie en diagnostiek
o Luisteren, vragen stellen en observeren
o Hulpverleners moeten zich in kunnen leven in de ander en openstaan voor het verhaal
o Begint met intakegesprek diagnostisch interview
2. Observeren
o Doelgericht, opzettelijk en systematisch waarnemen
o Let op: concentratievermogen, motoriek, verlegenheid of mate van activiteit
o Tijdens: afnemen interview, vragenlijst, in de instelling
3. Psychodiagnostiek
o Door gespecialiseerde psycholoog
o Maakt gebruik van: vragenlijst, testen en beoordelingsschalen
o Testen
Functietesten: intelligentie, concentratie en geheugen meten
Zelf-invullijst: welke mate een psychisch kenmerk of probleem aanwezig is
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Melanie07. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.