Elementair balanslezen
G. de Man, A.M. Franssen-Honings
Vierde druk
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1, begripsomschrijving. .......................................................................................................... 2
Hoofdstuk 2, de actiefkant van de balans (de activa). ............................................................................ 4
Hoofdstuk 3. De passiefkant van de balans (ook wel de creditzijde genoemd). .................................... 8
Financiering van de onderneming. ........................................................................................................ 11
Hoofdstuk 4. Winstbepaling............................................................................................................ 13
Toerekening van kosten en opbrengsten. ............................................................................................. 14
Verband tussen balans en resultatenrekening...................................................................................... 15
Hoofdstuk 5. Organisaties zonder winstoogmerk = non-profitorganisaties. ........................................ 16
Hoofdstuk 6. Waarderingsgrondslagen. ......................................................................................... 17
Nominalisme...................................................................................................................................... 18
Substantialisme. ................................................................................................................................ 18
Koopkrachthandhaving. .................................................................................................................... 18
Fiscale balans..................................................................................................................................... 19
Hoofdstuk 7. De geconsolideerde jaarrekening. ............................................................................. 20
Balanswaardering van deelnemingen: .............................................................................................. 22
Geconsolideerde balans .................................................................................................................... 23
Hoofdstuk 8. Ratio-analyse. ............................................................................................................ 25
Rentabiliteit ....................................................................................................................................... 25
Solvabiliteit ........................................................................................................................................ 26
= ......................................................................................................................................................... 26
Liquiditeit van een onderneming ...................................................................................................... 26
Voorbeeld. ..................................................................................................................................... 27
,Hoofdstuk 1, begripsomschrijving.
Twee manieren om te achterhalen hoe een onderneming het in de loop van een bepaald jaar heeft
gedaan:
1. Vermogensvergelijking.
a. De balans aan het einde van het jaar vergelijken met dat van het begin van het jaar.
Als er een groter eigen vermogen is dan is er winst gemaakt.
b. We spreken dan van een winstbepaling d.m.v. vermogensvergelijking.
2. Via de resultatenrekening.
a. Ook wel winst-en-verliesrekening genoemd.
b. De opbrengsten (baten) te verminderen met de kosten van de onderneming: zo
bepaalt men de winst of het verlies van de onderneming.
Jaarrekening
= het geheel van de balans, de resultatenrekening en de toelichting daarop.
Voorraadgrootheden
= hebben altijd alleen betrekking op de situatie op een bepaald moment aan kunnen ook alleen
op een bepaald tijdstrip worden gemeten. Vb. voorraad grondstoffen die op 1 januari in de
onderneming aanwezig zijn. Dit treffen we alleen op de balans aan (bezittingen en schulden op
bepaald tijdstip).
Stroomgrootheden=
hebben alleen betrekking op de ontwikkeling van bepaalde grootheden gedurende een zekere
periode. Vb. omvang van de verkopen gedurende een bepaald jaar. Dit treffen we aan op de verlies-
en-winstrekening van een onderneming.
Een balans is
een schema waarin tegenover elkaar worden gesteld enerzijds het geheel van de bezittingen en een
economisch subject (een privépersoon of een onderneming) en anderzijds het geheel van de
schulden, waarbij het verschil tussen bezittingen en schulden wordt aangeduid als het eigen
vermogen.
Een balans is een momentopname het heeft altijd betrekking op de financiële positie van een
onderneming op een bepaald moment.
Een balans in staffelvorm= als de passiva niet naast, maar onder de activa worden geplaatst.
Een balans in scontrovorm=
Debet (links) balans Credit
(rechts)
Activa= geheel van Passiva= geheel van alle
, bezittingen van een schulden van hetzelfde
economisch subject. economische subject plus
het eigen vermogen.
Het eigen vermogen is gelijk aan de bezittingen minus de
schulden, daarom zijn de activa gelijk aan de passiva.
Een voorbeeld, een huis gefinancierd voor €300.000.
Debet balans X Credit
Huis 300.000 Eigen vermogen 200.000
Hypotheek o/g 100.000
Totaal 300.000 Totaal 300.000
o/g betekent opgenomen geld= geld onder hypothecair
verband geleend (men heeft een schuld).
u/g betekent uitgeleend geld= sprake van een vordering, dit
wordt op de debetzijde vermeld onder post hypotheek.
Balanstotaal
= totaaltelling van de balans, die vanwege de gelijkheid van activa en passiva aan beide zijden
gelijk is
Een balans is een schema waarin tegenover elkaar worden gesteld enerzijds het geheel van de
bezittingen van een economisch subject (activa) en anderzijds het geheel van alle claims of
aanspraken op deze activa. De passiva= het geheel van de claims of aanspraken.
Aanspraken op activa onderverdeelt:
- Claims van derden
o In het voorbeeld: degene die de hypothecaire lening heeft verstrekt; €100.000
- Claims van juridische eigenaar van de activa.
o Wat na betaling van schuld aan derden overblijft. (300-100=200)
De passiefzijde van de balans geeft de bronnen aan waaruit de financieringsmiddelen voor de
financiering van de activa zijn voorgekomen (waar is geld vandaan gekomen?), terwijl de actiefkant
van de balans aangeeft op welke wijze de financieringsbronnen (de aangetrokken gelden) zijn
aangewend (hoe is geld weer uitgezet?).
Pandbrief= benaming voor een obligatie die wordt uitgegeven door een hypotheekbank.
Passief bedrijf= aantrekken van geld (vb. via eigen vermogen en pandbrieven).
Actief bedrijf= de uitzetting van deze gelden in bijv. de vorm van hypothecaire leningen.
Passiva= de middelen waaruit de activiteiten van bijv. de hypotheekbank zijn gefinancierd.
Boek 2, titel 9 van het BW is van belang.
, Hoofdstuk 2, de actiefkant van de balans (de activa).
Aan de actiefkant van de balans worden de bezittingen vermeld.
De materiële vaste activa van een onderneming:
- Bedrijfsterreinen, incl. de daarin aangebrachte zaken (bv. riolering of landbouwgrond)
- Bedrijfsgebouwen
- Machines en installaties
- Overige vaste activa, ook welke niet voor productieproces worden aangewend.
Afschrijvingen
= de waardevermindering op de balans. Door gebruik in productieproces staan materiële vaste
activa geleidelijk hun productieve prestaties af. Vb. machine kost 1mln, na 1000 keer is waarde nul.
Als machine wordt gebruikt, wordt de restwaarde lager. Het tot uitdrukking brengen van de
vermindering is afschrijving.
Lineaire afschrijvingsmethode
= elk jaar wordt een even groot gedeelte van de aanschaffingsprijs afgeschreven.
Degressieve methode
= jaarlijks wordt een vast percentage van de boekwaarde afgeschreven. Dit is het geval
wanneer de waardevermindering niet evenredig over de tijd is verdeeld, maar in het begin van de
levensduur sneller gaat en later langzamer. Vb. 20% van 2500.000=
Boekwaarde begin jaar afschrijving, 20% van jaar
2500.000 500.000
2000.000 400.000
1600.000 320.000
1280.000 256.000
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nickploegmsa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.