Inleiding Groepsdynamica (Gert Alblas & Willem Vos) Ashley de Vries SW1C-D2
Jaar:2020
Hoofdstuk 1
1.1 groepsgedrag
Groepsgedrag = Gedrag dat alleen wordt vertoont in een situatie waarin anderen dat ook doen.
Bijvoorbeeld: het mallotige gedrag in het voetbalstadion word alleen vertoond in een situatie waarin
anderen dat ook doen. Het lijkt erop dat de groep van supporters een bepaalde manier van gedrag
heeft ontwikkeld, die gebruikelijk is bij hun aanwezigheid in het stadion.
1.2 leven in groepen
• Over het algemeen zijn mensen lid van 5 of meer groepen
1.3 wat is een groep?
Kenmerken waar een groep aan moet voldoen:
• Interactie -> er moet sprake zijn van een regelmatige interactie tussen 2 of meer personen
• Identiteit -> de personen die regelmatig met elkaar omgaan moeten het gevoel hebben dat
ze een groep zijn.
• Doelen -> de personen die met elkaar omgaan hebben gemeenschappelijke doelen
• Afhankelijkheid -> de personen die met elkaar omgaan hebben elkaar nodig om die
gemeenschappelijke doelen te kunnen bereiken.
Hoe meer de groepskenmerken aanwezig zijn, hoe meer er sprake is van een groep. Een groep is
wanneer het bestaat uit 2 of meerdere personen.
1.4 soorten groepen
veel soorten groepen te onderscheiden:
- indeling naar functie
o overleggen, beoordelen en besluiten
▪ bijvoorbeeld een projectgroep. Voor je aan de slag kunt gaan moet je eerst
overleggen wat jullie precies gaan doen en hoe jullie dat gaan aanpakken
o produceren
▪ als de projectgroep heeft besloten wat ze gaan doen en hoe ze dat aan gaan
pakken, gaan ze aan de slag om een goed projectverslag te kunnen maken
o verzorgen en beschermen
o vrije tijd en recreatie
▪ op school leer je nieuwe mensen kennen en jullie besluiten als
vriendengroep elke donderdagmiddag gezellig met elkaar iets te drinken in
de stad.
o politiek, geloof, opvattingen
▪ mensen kunnen behoefte hebben aan het gezamenlijk uiting geven aan een
bepaald geloof op een opvatting. Ze kunnen zich dan aansluiten bij een
kerkgenootschap of een politieke partij bijvoorbeeld.
o Therapie
▪ Mensen kunnen deelnemen aan therapie in groepsverband, zoals een
groepstherapie bij de behandeling van alcohol- en drugs verslaving. Bij de
groepstherapie wordt vanuit gegaan dat een deel van het gedrag van
mensen wordt bekrachtigd door de sociale omgeving waarin je leven en dat
gedragsveranderingen alleen kan standhouden als die sociale omgeving het
nieuwe gedrag niet tegenwerkt, maar juist versterkt
,Inleiding Groepsdynamica (Gert Alblas & Willem Vos) Ashley de Vries SW1C-D2
Jaar:2020
- formele en informele groepen
o formele groepen -> als de leden van een groep zijn aangesteld. Meestal is er sprake
van een vaste rolverdeling
o informele groepen -> als deze spontaan en zonder druk van buitenaf tot stand is
gekomen, zoals vriendengroepen.
- Reële en virtuele groepen
o Reële groepen -> groepsleden kunnen op een directe manier, face to face met elkaar
communiceren
o Virtuele groepen -> groepsleden zijn niet in elkaar nabijheid. De communicatie
tussen groepsleden vindt uitsluitend plaats via de elektronische weg.
1.5 de identiteit van groepen
de identiteit van een groep wordt pas duidelijk, als een groep langer bestaat en als de manier waarop
de groepsleden met elkaar omgaan een vast en herkenbaar patroon laten zien.
Kenmerken typeren de structuur van een groep:
1. relationele verhoudingen: communicatiepatronen
- de manier waarop groepsleden met elkaar omgaan is de meest zichtbare manier van
groepsgedrag. Hieruit kun je opmerken wie het hoogste woord hebben en anderen
zich terughoudender opstellen.
2. relationele verhoudingen: status en invloed
- groepsleden die veel aan het woord zijn, veel van hun meningen en wensen naar
voren brengen en in staat zijn om hun wensen door te drukken, zullen veel invloed
hebben en daarmee ook status verwerven. Ongelijkheid tussen groepsleden in status
en invloed is een kenmerk van groepen
3. relationele verhoudingen: cohesie
- groepsleden kunnen ruzieachtig, vijandig, vriendelijk, zakelijk, intiem, afstandelijk,
competitief of coöperatief met elkaar omgaan. Uit de manier waarop groepsleden
met elkaar omgaan, blijkt welk patroon van affectieve relaties tussen de groepsleden
ontstaan.
4. Rollen
- Groepsleden kunnen bepaalde rollen vervullen, zoals voorzitter of verslaglegger,
maar ook rollen als initiatiefnemer en sfeerbewaker
5. Normen
- Na verloop van tijd ontstaan bepaalde opvattingen over hoe je met elkaar om dient
te gaan. Deze opvattingen vormen de normen van de groep
, Inleiding Groepsdynamica (Gert Alblas & Willem Vos) Ashley de Vries SW1C-D2
Jaar:2020
1.6 groepsdynamica
Groepsdynamica
• De sociale psychologie en de groepsdynamica, een deelgebied van de sociale psychologie,
bieden wetenschappelijke inzichten in het gedrag van mensen in groepen
• De wetenschappelijke discipline die processen in groepen en het groepsgedrag bestudeert
Sociale psychologie
• De wetenschap die zich bezighoudt met de manier waarop gedragingen, gevoelens, wensen
en opvattingen van mensen wordt beïnvloed door de sociale omgeving waarin ze verkeren ->
wederzijdse sociale beïnvloeding
o Lewin ontwikkelde de veldtheorie waarbij geldt = G= f(P,S) = Gedrag(G) van een
persoon is een functie(f) van persoon(P)- en situatiekenmerken(S).
o Sherif stelde vast dat wanneer een groep te maken krijgt met een onduidelijk
probleem of situatie, ze inschattingen en opvattingen met elkaar in
overeenstemming brengen tot bepaalde groepsconsensus wordt bereikt. Dan geldt
G= f(P,K) waarbij K= kenmerken van groep.
o Le Bon praat over collectief gedrag, waarbij men controle over eigen gedrag verliest
en wordt bewogen door een collectieve mind. Dit komt door:
▪ Anonimiteit
• Ze voelen de macht van het aantal en de anonimiteit van zichzelf
▪ Besmetting
• Ze laten zich meeslepen door wat anderen doen
▪ Suggestibiliteit ->
• Ze zijn vatbaar voor de meningen en opvattingen van anderen.
Om menselijk gedrag beter te kunnen begrijpen, is het nodig dat we ons richten op het groepsgedrag
1.7 bestaat de groep?
In de groepsdynamica bestaan er 3 opvattingen over het volgende vraagstuk: Bestaat er wel zoiets
als ‘de groep’?
• Individualistische benadering
- groep bestaat uit individuele personen, groepen hebben GEEN eigen eigenschappen
van zichzelf. Groepen zijn slechts de optelsom van de individuele gedragingen van de
leden
• Groepsgerichte benadering
- groep heeft een eigen identiteit en het gedrag van de groepsleden wordt daardoor
beïnvloed. Is meer dan optelsom.
• Interactionele benadering
- Het gedrag van de groepsleden wordt zowel bepaald door hun
persoonseigenschappen als door de kenmerken van de groep waar ze deel van
uitmaken. Deze sluit het meest aan bij de veldtheorie van Lewin. Hier richt de
groepsdynamica zich voornamelijk op.
- onderzoek naar hoe een groep wordt gevormd, welke eigenschappen worden
ontwikkeld en hoe die groepsleden beïnvloeden.