Samenvatting Kennistoets Minor High Care Moeder & Kind
Algemene kennis
Normaalwaarden
Hemocytometrie
Hb referentiewaarden
o Neonaat: >10,0 mmol/l
o 1 maand – 6 jaar: 6,0 – 9,0 mmol/l
o >6 jaar: 6,5 – 10,0 mmol/l
o Transfusie grens bij kinderen >6 jaar vanaf Hb 5,5-6,0
o Laag Hb niet in staat om O2 te transporteren in de circulatie
Bij sepsis rekening houden met: O2-transport slecht in lichaam en mogelijk
oorzaak voor respiratoire en circulatoire insufficiëntie
Geven van PC 1 PC laat Hb 0,5-1,0 stijgen
Vitale functies
Systolische bloeddruk kind: 70 + (leeftijd in jaren x 2) mm Hg
o Bij kinderen altijd kijken naar systolische bloeddruk
Diurese >1ml/kg/uur bij kind en >2ml/kg/uur bij zuigeling
Gemiddeld gewicht per termijn
24-25 weken: 650-800 gram
26 weken: 1000 gram
28 weken: 1200 gram
, 32 weken: 1800 gram
36 weken: 2600 gram
40 weken (a terme): 3500 gram
Opvang natte neonaat
Wat is normaal? Wat is afwijkend?
Kleur: Kleur:
Roze Blauw, bleek, grauw, geel, groen
Acracynaose gemarmerd/gebloemd
Tweelingen: 1 bleek en 1 rood Twin to Twin
Syndrome
Ademhaling: Ademhaling:
Frequentie tussen 30-60 Bradypneu: <25 AH/min
Geen hulp van ademhalingsspieren Tachypneu: >60 AH/min
Normoventilatie Apneu: <3/min, 10-15 seconden
Dyspneu
Gebruik ademhalingsspieren
Periodieke ademhaling
Hyperventilatie/hypoventilatie
Thorax: Thorax:
Symmetrische bewegingen bij ademhaling Asymmetrische bewegingen bij ademhaling
Normale hoogte tijdens ademhaling Abnormale hoogte tijdens ademhaling
Temperatuur: Temperatuur:
Tussen 36,8-37,4 graden rectaal Hypothermie: <36,5
Hyperthermie: >37,4
Huid: Huid:
Natte, soepele huid Groene huid
Houding: Houding:
Hypertoon Hypotoon, vlak op ondergrond
Ontspanning Gespannen
Handjes naar het mondje foetus houding
Gedrag: Gedrag:
Comfortabel, reageert op prikkels, slaapt rustig, Oncomfortabel, grimassen, hogelijk/klagelijk
huilen, beweegt huilen, niet bewegen
Hoofd: Hoofd:
Staat in verhouding met lichaam Groter dan normaal
33-36 cm Vocht in hoofd
Klein en groot fontanel
Urine/ontlasting: Urine/ontlasting:
Urine >1ml/kg/uur, helder Urine <1 ml/kg/uur, troebel en donker
Binnen 24 uur voor het eerst plassen Uraat: oranje/roze van kleur kristallen
Ontlasting zeker na 72 uur gestart, donker nierafwijkingen
groene/zwarte kleur, stroperig/plakkerig Meisjes: soms bloed bij vagina kan
meconium voorkomen eenmalig door hormonen
Na 24 uur pas plassen
Ontlasting blijft uit, duurt langer dan >72 uur
bloederig van kleur
Bloedgas
Bloedgasanalyse
, pH, CO2, HCO3-, O2 + alle balansen
Arterieel gemeten
Doel
o Analyse zuur-base evenwicht
o Aard probleem achterhalen
o Beademingsproblemen oplossen
Ventilatie (uitwassen van CO2 uit bloed) en oxygenatie
Pathofysiologie
o pH in bloed (extracellulair) beïnvloedt direct pH in cellen (intracellulair), daar vindt
stofwisseling plaats
o pH bloed is weerspiegeling pH in cel
o Plasma-pH moet constant blijven i.v.m. chemische processen gestuurd door
enzymen
o Enzymen functioneren alleen bij optimale pH (7,35-7,45 7,4 optimaal)
o Met voeding komen zuren en basen binnen
o Stofwisseling maakt zure producten
o Goed beveiligd regulatiemechanisme nodig
Klinische betekenis zuur-base evenwicht
o Zuren: opname van voedingsstoffen en verbranding van voedingsstoffen
productie zuren kan een proton (H+ ion/waterstof) afstaan H+
Na afstaand wordt zuur een base
Gekenmerkt door aanwezigheid waterstofionen
Hoe zuurder, hoe meer H+ ionen, hoe lager het pH
o Basen: kan een proton (H+ ion/waterstof) opnemen HCO3-
o Normaalwaarden
pH 7,35-7,45
PaCO2 4,5-6,0 kPa
HCO3- 22-28 meq/l
PaO2 10,5-13,3 kPa (veneus is lager)
SaO2 >92% (veneus is lager)
BE -2 tot +2
Natrium 135-145 mmol/l
Kalium 3,7-5,9 mmol/l (neonaat) 3,5-5 mmol/l (volw.)
Chloor 96-107 mmol/l
, o PaO2: partiële zuurstofspanning arterieel
O2concentratie ingeademde lucht aan begin luchtwegen is 21% 21 kPa
geleidelijk minder naarmate lucht dieper verplaatst in luchtwegen
Arterieel moet de O2concetratie 10 kPa lager zijn altijd 10 lager
dan ingeademde O2
o PaCO2: partiële koolzuurspanning arterieel
o SaO2: arteriële zuurstofsaturatie van Hb (verloopt volgens dissociatiekromme)
Afhankelijk van PaO2, PaCO2, pH, temperatuur en hoeveelheid van het
enzym 2, 3 DPG (difosfoglycerinezuur)
Zuurstofdissociatiecurve: Bohr effect.
Paarse/middelste curve geeft normale curve weer,
twee andere curves zijn gevolg van andere zuurgraad,
resp. acidose (rood) en resp. alkalose (blauw)
1 pascal = 0,01 millibar
Bohr effect
o Als gevolg van daling pH van bloed en
toename van CO2 gehalte in bloed
zal O2 makkelijker los komen van Hb
logische reactie in weefsels door rechtsverschuiving
van O2-dissociatiecurve meer O2 kunnen worden afgegeven
o Bij toename intensitiet van arbeid zal meer CO2 door
weefsels geproduceerd worden daling zuurgraad en
toename temperatuur meer O2 nodig om geen O2 schuld
op te bouwen Bohr effect helpt hierbij
o Temperatuur speelt ook belangrijke rol bij plaatsbepaling
curve
Hypothermie verschuiving curve naar links
waardoor Hb O2 makkelijker bindt in longen maar
afgifte in weefsels is gereduceerd
o Zuurgraad wordt weergegeven in vorm van pH (potentie van H+ ion) extracellulair
Geeft hoeveelheid H+ ionen in oplossing weer
= pH-waarde pH = -log(H+) aantal H+ ionen geteld per ml water
Hoge concentratie H+ ionen = lage
pH waarde
Neonaten: meer spreiding in pH dan
volwassenen
Lichaam is erg gevoelig voor
schommelingen van pH (inactivatie
inotropica, stolling, eiwitsynthese en
zuurstofuitwisseling)
o Formule
Alles wat afwijkend is omcirkelen
HCO3- wijkt recht evenredig af met pH