Telactiviteiten voor kleuters
geschreven door:
Tas20
De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Op Stuvia vind je het grootste aanbod aan samenvattingen en collegeaantekeningen. De
documenten zijn geschreven door jouw medestudenten, specifiek voor jouw opleiding!
www.stuvia.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Telactiviteiten voor kleuters
Deel 1
Hoofdstuk 1 Tellen als ontwikkelingsactiviteit
1.1 Tellen: een uitdagende bezigheid voor jonge kinderen
Tellen is een activiteit waarmee kinderen zich vaak op zeer jonge leeftijd al bezighouden,
omdat ze er belangstelling voor hebben.
Getallen zeggen een kind van 2 nog niet zo veel, maar ze hebben toch een soort
aantrekkingskracht. Zo leert een kind op een zeker moment enkele telwoorden. Bijv. 1, 2 en 3
worden meestal in de omgeving gebruikt. Het kind neemt dan die woorden in zich op, gaat ze
herhalen, maar heeft natuurlijk nog weinig idee van de betekenis ervan. Geleidelijk verandert
dit. Het komt erachter dat telwoorden in uiteenlopende situaties vaak op een bepaalde,
overeenkomstige manier gebruikt worden. Zo begint iets van de betekenis ervan door te
dringen. Deze situatie, kenmerkend voor veel ontwikkelingsprocessen op cognitief gebied,
houdt een uitdaging in; een uitdaging om zelf met telwoorden bezig te zijn, om zelf te gaan
tellen.
Op een zeker moment, als de begripsmatige en taalkundige ontwikkeling ver genoeg
gevorderd is (vaak op 2-jarige leeftijd), blijken ze hoeveelheden als twee en drie te kunnen
onderscheiden en te benoemen.
En enige tijd later, als het ontwikkelingsproces nog wat verder is gekomen, leren ze zichzelf
de telrij op te zeggen. Wel met haperingen, maar het gaat steeds beter.
Daarna, dus weer wat later, worden de eerste pogingen ondernomen om hoeveelheden één
voor één te tellen. Ook dit gebeurt lange tijd nog verre van foutloos, maar ze vinden het
gewoon een interessante bezigheid.
1.2 Tellen als grondslag voor het optellen en aftrekken
Tellen vormt de grondslag voor het proces van het leren optellen en aftrekken. Deze beide
elementaire rekenhandelingen zijn in wezen een verkorte vorm van tellen, waarbij het tellen
op een specifieke manier wordt ingezet om bijvoorbeeld het totaal van twee hoeveelheden te
bepalen.
Zolang kinderen van 5 a 6 jaar tijdens een oefening kunnen tellen en het dus visueel is, is er
geen probleem. Dus bijvoorbeeld een doosje met vijf knikkers, er worden twee knikkers
gewonnen, hoeveel knikkers zijn er nu? Dit kan het kind tellen.
Het wordt wel een probleem wanneer er 5 knikkers in het doosje zitten, maar dat het doosje
op het plaatje dicht is, dus dan kunnen ze het niet tellen.
De oplossing hiervoor is dat het kind de onzichtbare hoeveelheid probeert voor te stellen, dit
kan in gedachten maar vaak gebeurt dit met vingers. Dan kan hij het wel weer tellen en is het
probleem opgelost.
Na verloop van tijd, als het kind de nodige ervaringen heeft opgedaan met het oplossen van
dit soort situaties, schakelt het veelal over op een verkorte strategie; het doortellen, of verder
tellen.
Dit doortellen (of met aftrekken het terugtellen) speelt als strategie een centrale rol in het
verdere leerproces rond het optellen en aftrekken. Net zoals de strategie van het uittellen en
hertellen, stoelt zij voornamelijk op het vlot kunnen tellen en vloeit daar als het ware uit
voort.
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.