Overhoorvragen Psychodiagnostiek
Hoorcolleges
HOORCOLLEGE 1
Vraag Antwoord
Geef een definitie van Een zoek- en beslisingproces dat in dialoog met de
diagnostiek cliënt en diens omgeving wordt uitgevoerd.
Wat houdt een klinische Gebruik maken van allerlei bronnen om nauwkeurige
beoordeling in? beschrijvingen van de cliënt te creëren. Bronnen zijn
bijv. gesprek, klachten geschiedenis, dossier,
testgegevens, gedragsobservaties, dagboeken. Dit
proces geschiedt in verschillende stappen.
Wat heb je nodig om te kunnen Kennis van problemen en stoornissen,
diagnosticeren? classificatiesystemen, diagnostische methoden en
instrumenten en wetenschappelijke methoden.
Vaardigheid en getraind zijn in afnemen, scoren en
interpreteren van tests en testresultaten
Welke vaardigheden moet een Sociale, gespreks, test en schrijf.
diagnosticus hebben?
Wat is het belang van kennis en Expertise, belang van normaliteit en consistentie.
vaardigheden van de
diagnosticus?
Noem een aantal valkuilen voor Bias, door kennis, ervaring, eigen
de clinicus persoonlijkheidskenmerken. Misinterpretatie en
verkeerde hypotheses door eerste indrukken. NB rol
van overdracht en tegenoverdracht.
Leg het hypothese toetsend Na de aanmelding komt de klachtenanalyse. Van
model uit van De Bruyn et al. daaruit ga je naar de probleemanalyse. Het kan zijn dat
(cyclus van De Bruyn). je af en toe nog even terug moet vallen op de
klachtenanalyse, dit loopt door elkaar. Nadat alle
klachten en problemen helder zijn, ga je door naar de
diagnosestelling. Ook hierbij kan het zijn dat je de
probleemanalyse en klachtenanalyse nog verder uit
moet diepen. Vervolgens ga je naar indicatie stelling
(zelfde verhaal). Uit de indicatiestelling volgt het advies.
Noem de 6 verschillende types Verhelderende, onderkennende, verklarende,
van diagnostiek indicerende, predictieve, evaluerende diagnostiek.
Ezelsbruggertje: VOVIPE
Wat zijn verschillende fases in Het evalueren van de verwijsvraag of hulpvraag. Het
het psychologisch onderzoek vergaren van kennis, gerelateerd aan de inhoud van
volgens Luteijn en Barelds? het probleem. Het verzamelen van data. Het
interpreteren van de data.
Wat is de hoofdvraag bij Waarom komt de cliënt?
verhelderende diagnostiek?
Wat is de hoofdvraag bij Wat is er aan de hand?
onderkennende diagnostiek?
Wat is de hoofdvraag bij Waarom is dit aan de hand? Wat is de reden voor dit
verklarende diagnostiek? probleem?
Wat is de hoofdvraag bij Wat is de beste interventie? (behandeling, benadering,
indicerende diagnostiek? aanpak)
Wat is de hoofdvraag bij Kunnen we iets zeggen over het verloop van de
predictieve diagnostiek? problematiek, over de ontwikkeling?
,Wat is de hoofdvraag bij Heeft de interventie afdoende effect gehad?
evaluerende diagnostiek?
Leg de stappen in het Aanmelding: analyse aanvraag: verwijzer en vraag.
diagnostisch proces verder uit. Analyse hulpvraag: intakegesprek. Hulpvraag, klachten,
anamnestische gegevens. Reflectie van de
diagnosticus> theorievorming over de problematiek.
Diagnostische vraagstelling > Hypotheses. Keuze voor
onderzoeksmethoden en instrumenten. Uitvoeren van
onderzoek (standaardisatie van de afname). Scoren
van de resultaten > interpreteren, volgens de
handleiding. Terugkoppelen naar hypothesen en
diagnostische vragen. Verslaglegging, schriftelijke
rapportage (voor wie, wat moet diegene weten?).
Terugkoppeling naar de cliënt, met zijn of haar rechten
in beschouwing genomen!
Welke werkwijzen en settings Klinisch (neuro) psychologisch. Eerstelijnspsychologie.
kennen we als diagnosticus? Ambulante GGZ. Intramurale hulp-/zorgverlening.
School en onderwijs, jeugd GGZ.
Waarom is het eerste contact zo Zenuwen wegnemen, informatie vergaren over de
belangrijk in een gesprek? cliënt, hoe wordt de cliënt aangenomen en door wie,
verwachtingen van de cliënt worden hierdoor gevormd.
Als de psycholoog de cliënt zelf ophaalt in de
wachtkamer kan hij hem al goed observeren, hoe geeft
iemand een hand etc. Opstelling vd spreekkamer is
belangrijk.
Hoe verloopt een intake gesprek Voorstellen. Korte beschrijving werkwijze geven. (meer
met een cliënt, qua indeling? De info over werkwijze na intake gesprek). Beginvraag
inleiding: stellen (goed opletten op eerste formulering van de
klachten, ongestructureerde beginvraag helpt de cliënt
om zelf structuur in zijn verhaal te brengen). Opletten
op hoe de cliënt bij je terecht is gekomen; gemotiveerd?
Eigen keuze?
Hoe verloopt de Aard, intensiteit, frequentie van optreden,
klachtenanalyse? duur, begin/ontstaan (evt. functionele
analyse), Hoe lang bestaan de klachten? Welke invloed
hebben deze op het dagelijkse leven?
Meldt de patiënt nog andere klachten?
Welke keuzes heb je voor het Je kan een ongestructureerd gesprek voeren,
eerste interview en observaties in semigestructureerd (bepaalde dingen die je sowieso wil
termen van structuur? uitvragen) of volledig gestructureerd dmv een
vragenlijst.
Wat zijn bijvoorbeeld dingen die Gezin van herkomst, scholing en opleiding, werk,
je sowieso zou willen uitvragen? beknopte levensgeschiedenis, ziekten en problemen
van ouders en familieleden.
Bij kinderen: De (vroegkinderlijke) ontwikkeling
Wat wil je weten over de Verwachting van psychologische hulp? Bereidheid om
motivatie van de cliënt? erin te investeren in
psychologische zin, in de zin van tijd, in
financiële zin? Mogelijkheden voor heteroanamnese.
Welke clusters kunnen cliënten Cluster A: vreemd, bizar, achterdochtig (paranoïde,
vallen? schizoïde, schizotypisch)
Cluster B: impulsief, overdreven, emotioneel (theatraal,
narcistisch, anti-sociaal, borderline)
Cluster C: angstig, vermijdend, afhankelijk
, (vermijdende, afhankelijke, obsessief-compulsief,
passief agressief)
Hoe definieer je observeren? Observatie = waarnemen met de bedoeling
conclusies te trekken. Observeren interpreteren. En
niet te snel conclusies trekken!
Wat zijn voorwaarden voor juist Objectiviteit, Systematiek, Betrouwbaarheid, Validiteit
observeren?
Noem voorbeelden van In een gesprek of interview, bij afnemen van een test, in
ongestructureerde observaties. natuurlijke situatie
Hoe kunnen observaties in een Inhoud verloopt ongestructureerd, non-verbaal gedrag,
gesprek ongestructureerd houding. Paraverbale aspecten; toon, intonatie,
verlopen? luidheid. Interacties met de hulpverlener, met anderen.
Hoe kunnen observaties in een Denk aan: fysieke verschijning, zintuiglijk functioneren,
testsituatie ongestructureerd contactname, motoriek, situatiebegrip, emotionele
verlopen? reacties, werkhouding, spraak en taal, aandacht en
concentratie
Hoe kunnen observaties in een Situatie waarin het gedrag meestal plaatsvindt bijv.
natuurlijke situatie thuis, op school, in het kinderdagverblijf, in de
ongestructureerd verlopen? leefgroep, enz
Welke aspecten neem je altijd WIE (persoon zelf, omgeving)
mee in je observatie? WAT – inhoud (selectiviteit):
brede waaier > specifiek gedrag
individu en interacties
WAAR - context
Wat zijn foutenbronnen? leniency effect
halo effect
logicafout
contrastfout
neiging tot gemiddelden
toegankelijkheid van herinneringen
vasthouden aan eerste indruk (dat is het halo effect)
Wat zijn voorbeelden van Event sampling en time sampling.
gestructureerde,
gestandaardiseerde
gedragsobservaties?
Wat is event sampling? wat er in die tijd gebeurt
Wat is time sampling? wat er op vaste tijdstippen gebeurt
Welke methoden en instrumenten Live observator
zijn er voor observatie? Participerende observator
Audiovisuele registratie: Voorbeeld: video interactie
begeleiding
Observatie door ouder/gezinslid/partner
(informantenprobleem) met behulp van
vragenlijst (bv CBCL)
Wat zijn voordelen van het Gestandaardiseerd: Items, Scoring en verwerking data,
gebruiken van Normering, Observatieperiode
gedragsobservatieschalen? Vergelijkbaarheid: Interindividueel, Intraindividueel
Betrouwbaarheid: Interne consistentie,
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
• Gelijksoortige observatoren (gem. .70-.80)
• Ongelijksoortige observatoren (veel lager)
Test-hertest betrouwbaarheid (gem. .80-.90)
Correlatiecoëfficiënten: