Samenvatting van het boek De Basis van Bedrijfseconomie voor non-financials (eerste druk) hoofdstuk 2. Deze samenvatting heeft: - Een logisch overzicht - Bevat belangrijke termen die je moet kennen - Plaatjes voor verduidelijking waar nodig
Basis van bedrijfseconomie voor non-financials
Hoofdstuk 2: Bedrijfseconomische principes
2.1 Opbrengsten, kosten en winst
Een onderneming streeft naar het behalen van winst; om deze opbrengsten te realiseren,
moeten er kosten worden gemaakt
- opbrengsten zijn aan een periode toegerekende ontvangsten
- kosten zijn aan een periode toegerekende uitgaven
- winst (respectievelijk verlies) is de opbrengsten min de kosten
- om deze ontvangsten en uitgaven uit te rekenen moet er rekening gehouden worden
met een aantal uitgangspunten:
- het eerste uitgangspunt is het voorzichtigheidsprincipe; zoals het woord al
zegt gaan we bij winstbepaling voorzichtig te werk, dit heeft twee
uitwerkingen:
- de realisatieconventie: dit is een afspraak binnen de branche die
geldt voor het moment waarop de transactie is voltooid; op dat
moment wordt de opbrengst genoemd
- in de meeste branches bestaat de afspraak dat het tijdstip
waarop de opbrengst als gerealiseerd wordt beschouwd, het
moment is dat de factuur is verzonden; hierop bestaan
uitzonderingen zoals bij aannemerswerk waar bouwwerken
soms een jaar in beslag nemen, hierbij wordt er bij
verschillende termijnen van de werkzaamheden een factuur
verstuurd
- in het geval van advies- en onderzoeksbureaus worden
‘uren’ geleverd, maar bestaat de gewoonte dat er
bijvoorbeeld eens per drie maanden wordt gefactureerd
- Let op: er wordt geen winst voorhand genomen,
pas na de factuur is verstuurd!
- de andere uitwerking van het voorzichtigheidsprincipe is dat verlies
wel voor de hand wordt genomen: zodra bijvoorbeeld duidelijk wordt
dat sommige artikelen niet goed verkopen, wordt de voorraad
afgeboekt en afgeschreven als verlies
- om de kosten over een periode te berekenen wordt het confrontatiebeginsel (ofwel
matching-principe) gebruikt; dit beginsel zegt dat als de kosten van een periode
hebben bijgedragen aan de opbrengsten van dezelfde periode
- we confronteren dus de opbrengsten met de daarvoor nodige kosten, op deze
manier kunnen we uitgaven aan perioden toerekenen
- bijvoorbeeld: een reclamebureau brengt aan de klant een uurtarief in
rekening voor het personeel die zich bezighoudt met de
reclamecampagne; de winst is dus de opbrengst van de factuur minus
de kosten van de medewerker (en overige kosten zoals huur van
kantoorpand, telefoon, ICT, enz)
, - een ander voorbeeld: een modewinkel koopt op 1 mei 2017 een partij
dameskleding in, het bedrijf betaalt deze partij op 1 juni en ontvangt
de partij op 15 juni en presenteert deze vanaf 1 augustus; als de partij
kleding geleidelijk verkocht wordt tot september 2017 kan in
september de periodieke winst en de handelsmarge (opbrengst
minus inkoop) over de verkooptransactie berekend worden (hierbij
wordt alleen rekening gehouden met de periode vanaf het moment dat
de winkel de partij is gaan verkopen)
Het toepassen van het voorzichtigheidsprincipe en het confrontatiebeginsel heeft enige
consequenties:
- binnen een periode kunnen er ontvangsten zijn die in deze periode geen
opbrengsten zijn, bijvoorbeeld de betaling van debiteuren; het kan ook andersom: het
afsluiten van een lening levert geen opbrengsten op maar wel kosten
- binnen een periode kunnen er opbrengsten zijn die binnen deze periode geen
ontvangsten zijn (bijv. eerder genoemde debiteuren)
- binnen een periode kunnen er uitgaven zijn die geen kosten zijn; bijvoorbeeld:
betaling aan crediteuren, van wie de leveranties op voorraad gelegd zijn of de
aflossing van een lening
- binnen een periode kunnen er kosten zijn die geen uitgaven zijn; bijvoorbeeld:
verbruik uit voorraad, afschrijvingen
2.2 Tijdsvoorkeur van geld
Het begrippenpaar omzet/kosten worden gepresenteerd in een resultatenrekening; als je
als belegger wil weten of de gepubliceerde omzet ook daadwerkelijk tot geld in de kassa
leidt bestudeer je het kasstroomoverzicht, hier worden de ontvangsten en uitgaven
(kasstromen) geboekt
- het onderscheid in omzet/kosten en ontvangsten/uitgaven is belangrijk om de
bedrijfsvoering van organisaties te begrijpen; omzet en kosten horen bij de
beheersing van de organisatie en het vaststellen van de winst, terwijl het
begrippenpaar ontvangsten/uitgaven centraal staan bij het nemen van besluiten die
betrekking hebben op de toekomst zoals het ontwikkelen van producten en het
aanschaffen van machines (investeringsbeslissingen)
- meestal moet je als bedrijf eerst uitgaven doen (bijv. gebouw of machine
huren) waarvoor je vermogensverschaffers moet zien te vinden
- een vermogensverschaffer is iemand of een organisatie die het
bedrijf met vermogen (eigen of vreemd) financiert en hiervoor een
vergoeding terugkrijgt
- of dit gefinancierd wordt met eigen vermogen of vreemd
vermogen hangt van van de tijdsvoorkeur van geld
(investeren voor lange of korte termijn) en het bepalen van de
vermogenskostenvoet
Een voorbeeld bij de tijdsvoorkeur van geld is dat een manager te maken krijgt met de
volgende twee investeringsvoorstellen, waarbij hij maar één project uit kunt voeren:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper GaanVoorDie10. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.