Beleid en management in de
publieke sector
Philip Karré
3 deeltentamens – 1 eindcijfer (3x minimaal een 4 behalen)
Inleiding Bestuurskunde
Inleiding Beleid
Inleiding Publiek Management
1
,College 1 De wereld van het openbaar bestuur en
bestuurskunde (H1 + Artikel 1, 2)
Het openbaar bestuur is een ingewikkeld samenspel van een groot aantal partijen, die ieder volgens
een eigen logica handelen. Het handelen binnen het openbaar bestuur is van invloed op onze
gezondheid, veiligheid, welvaart, opvoeding en ontspanning. Vraagstukken van openbaar bestuur zijn
ingewikkeld: beleidsmatig, organisatorisch, politiek, ethisch, juridisch, logistiek.
Maatschappelijke vraagstukken wordt door C. Wright Mills onderscheid in gemaakt:
Private troubles = De momenten waarop iemands individuele waarden in gevaar zijn
Public issues = De momenten waarop collectieve/publieke waarden in gevaar zijn.
Soms heeft het overlap. Ben je als enige werkloos of nog duizenden anderen? Heb je als enige last
van zwerfvuil of heel Rotterdam?
Hoe steken maatschappelijke vraagstukken in elkaar? Welke publieke, private en maatschappelijke
partijen zijn erbij betrokken? Hoe kan collectieve actie georganiseerd worden in een complexe,
dynamische wereld waar belangen, waarden en logica’s botsen? Hoe kunnen waarden als
democratie, legitimiteit (draagvlak voor verandering), efficiëntie en rechtszekerheid gewaarborgd
worden? Hoe kom je tot een werkbare strategie/pva (beleid)? Hoe brengen organisaties en
individuen deze in praktijk (management)?
Openbaar bestuur = Het geheel van organisaties en activiteiten die primair zijn gericht op de
besturing van de maatschappij.
Beperkte opvatting / Traditionele visie = ‘de overheid / de staat’
Ruime opvatting / Moderne visie = omvat ook organisaties die niet tot de overheid behoren, maar
wel een publieke taak vervullen of op een andere manier sturing geven aan de maatschappij.
Ziekenhuizen, ANWB, woningcorporaties, vluchtelingenorganisaties, Ministeries, Rijkswaterstaat,
RDW, Waterschappen, VROM, Inspectie, DUO, CCV, Huurcommissie, Schadefonds, Politie,
Sportvereniging, Reclassering, Leger des Heils etc.
Bestuur = richting geven, een koers uitzetten, beslissingen tot stand brengen en uitvoeren.
Openbaar = de reikwijdte van deze beslissingen. Nederland (gemeenteraad) of alleen bij de Kuip
(Feyenoordbestuur).
Grofweg 3 logica’s van sturing
De staat (algemeen belang dienen)
Het middenveld (richt zich op doelstellingen die niet op winst maken gericht zijn, maar ook
niet binnen de sfeer van overheid vallen)
De markt (producten en diensten op commerciële grond leveren)
Overgang tussen de logica’s mogelijk:
Privatisering, liberalisering of vermarketing. Bijv: in 2004 energie van overheid naar markt.
Nationalisering of verstatelijking. Bijv: Inlijving van ABN-Amro door de staat tijdens bankencrisis
2008.
Overheidsorganisaties (De staat) bestaan uit een politieke leiding en ambtenaren. Politiek bevat
gezagsdragers die verantwoording voor hun functioneren afleggen aan democratisch gekozen
vertegenwoordigde organen. Ambtenaren zorgen voor de uitvoering van politieke beslissingen.
2
,Het maatschappelijk middenveld bestaat uit organisaties die zich tussen de overheid aan de ene
kant en de bedrijven en individuele burgers aan de andere kant bevindt. Qua rechtsvorm private
organisaties, maar wel betrokken bij openbaar bestuur.
Type 1: vervullen bepaalde maatschappelijke functie: Ziekenhuizen, schoolbesturen,
woningbouwcorporaties, APK-garages.
Type 2: behartigen bepaald belang: vakbonden, werkgeversorganisaties, milieuorganisaties.
Woningbouwcorporatie = zij voorzien in betaalbare woningen voor mensen met lagere inkomens. Zij
ontvangen financiële middelen van de overheid en nemen bepaalde normen en spelregels van de
overheid in acht. Woningbouwcorporaties zijn ooit opgericht met het doel de eigen leden/bepaalde
bevolkingsgroepen van een woning te voorzien.
Veld Categorie Omschrijving Voorbeelden
De staat Politiek Volksvertegenwoordigers Europees Parlement,
en gezagsdragers Staten-Generaal,
college van B&W
Ambtelijk apparaat Ondergeschikte Ministerie van
organisaties/functionarisse Financiën, Dienst
n aan politieke Stedelijke
gezagsdragers Ontwikkeling van
Gemeente Den
Haag, PI
Overheid Politieke instituties plus het
ambtelijk apparaat
Zelfstandige Niet rechtstreeks aan Havenbedrijf
Bestuursorganen politieke gezagsdragers Rotterdam, CBS,
(ZBO’s) ondergeschikte publieke Onderzoeksraad
organisaties en voor de Veiligheid
functionarissen
Publieke sector Alle organisaties met Overheid plus
publiekrechtelijke grondslag zelfstandige
publieke
organisaties
Maatschappelijk Private organisaties Organisaties met een APK-garages,
middenveld met (deels) publieke privaatrechtelijke grondslag Universiteit Leiden,
taken die (deels) een publieke Erasmus Medisch
taak uitvoeren Centrum
Private organisaties Particuliere organisaties die FNV, Greenpeace,
zonder geen publieke taak ANWB, Ajax, Rode
winstoogmerk uitvoeren en die geen Kruis
winstoogmerk hebben
De Markt Private sector Alle organisaties met een Bedrijfsleven (+
privaatrechtelijke grondslag deels middenveld)
Bedrijfsleven Particuliere organisaties Shell, Google, Philips
met winstoogmerk
3
, Kernaanpak maakt alleen de tweedeling tussen Publiek en Privaat.
Het is lastig om een ziekenhuis in een van beiden in te delen. Mag een ziekenhuis winst maken?
Barry Bozeman benoemt het idee ‘publicness’ = de mate van publiekheid, en dus niet wel of niet
publiek. Deze dimensionele aanpak maakt onderscheid tussen drie dimensies: eigendom (overheid of
privaat), bekostiging (wie bekostigt de organisatie?) en controle (vindt er politieke controle plaats?).
Openbaar bestuur als multi-level governance
Verticale dimensie: wijk, gemeente, provincie, natie, internationaal
Horizontale dimensie: niet alleen overheid, ook veel maatschappelijke organisaties
Verticale dimensie
Huis van Thorbecke (verticaal) beschrijft 3 hoofdlagen: gemeenten, provincies en het rijk. EU later
toegevoegd. Nederlandse staatsvorm is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Eenheidsstaat staat
voor een uniform bestuursstelsel met een duidelijk primaat van de landelijke overheid.
Gedecentraliseerd duidt op de zelfstandige bevoegdheden van de gemeenten en provincies.
Hoe verhouden EU – Rijk – provincie – gemeenten zich tot elkaar? Niet rijk beslist, provincies volgen,
gemeenten volgen. Globalisering, decentralisatie (nationaal niveau draagt over aan decentrale
bestuurslagen) en de integratie van de EU-lidstaten zorgen voor een andere realiteit: in werkelijkheid
is de nationale regering vaak sterk afhankelijk van de decentrale overheden.
Horizontale dimensie
In het openbaar bestuur is government (de overheid) heel belangrijk, maar je kunt de besturing van
de samenleving pas echt begrijpen nadat je je blik verruimt naar governance (besturing). Houdt in
dat er naast de overheid ook het maatschappelijke middenveld en deels bedrijfsleven van belang zijn.
Naast eenzijdige bindende besluiten zij ook informele, gelijkwaardige mechanismen belangrijk voor
de sturing van de maatschappij.
Verenigde Naties hanteert good governance om kwaliteit van lidstaten te beoordelen a.d.h.v. 8
criteria. Algemene rekenkamer werkt ook met dit model. Het boek typeert good governance in 4
criteria: Democratie, Rechtmatigheid, Doeltreffendheid, Integriteit.
Democratie: Responsief bestuur. gaat uit van
volkssoevereiniteit. Politici, bestuurders etc. regeren
uit naam van het volk. Democratisch bestuur: Burgers
participeren en hebben inspraak, bestuur is
responsief (burger heeft mogelijkheid tot inbreng bij
collectieve besluitvorming).
Rechtmatigheid: Bestuur gebonden aan het recht =
de overheidsmacht wordt uitgeoefend in naam van
de wet en niet uit naam van de machthebbers.
Overheid heeft monopolies: belasting heffen, wetten
uitvaardigen, rechtspreken en geweld gebruiken.
Hierom is het belangrijk dat overheid conform de wet
handelt. Wet is niet een instrument van de overheid,
maar een bescherming van de burger. Wet legt overheid grenzen en beperkingen op. De overheid
moet de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (vastgelegd in Algemene wet bestuursrecht) in
4