Take home toets – GZW1021
BA Gezondheidswetenschappen
BLOK 1 - Een leven lang gezond
a) In hoeverre was er sprake van een gezonde zwangerschap? Vraag dit na bij je ouders/opvoeders.
Mijn moeder raakte op haar 29e zwanger van mij, biologisch gezien is tussen de 20-35 jaar de meest optimale
periode om zwanger te raken (Tieleman, 2015). Tijdens de zwangerschap is mijn moeder gestopt met het
nuttigen van alcohol, dit kan namelijk leiden tot een te laag geboortegewicht, slechte ontwikkeling van de
hersenen en hypoxie bij de baby (Tieleman, 2015). Ook is er tijdens mijn zwangerschap niet gerookt, roken
verhoogt de kans op een vroeggeboorte, aangetaste placenta of een miskraam (Lating et al., z.d.). Ook was er
geen sprake van passief roken, er hebben dus geen teratogene effecten van schadelijke stoffen opgetreden.
Volgens Trimbos Instituut is passief roken ongezond en verhoogd het de kans op longziekten (Trimbos Instituut,
z.d.). Ook kreeg mijn moeder voldoende steun van haar omgeving, waar ze altijd op kon terugvallen. Volgens
Huygeh & de Meere, (Verwey-jonker Instituut, 2008) beschermen goede relaties met de omgeving de
gezondheid. Dit leidde tot een ongecompliceerde zwangerschap. Na 8,5 maand werd ik kerngezond geboren.
b) In hoeverre was er sprake van een gezonde hechting, welke opvoedingsstijl werd gehanteerd en
welke gevolgen had deze stijl voor jouw ontwikkeling?
Bolwby beschreef de band die ontstaat tussen kinderen en hun verzorgers (Feeney, 2000). Deze band
reflecteert op mensen en beschreef comfort en veiligheid. Mijn moeder merkte deze band meteen op, tussen
haar en mij. Mijn ouders waren zeer sensitief en responsief, hierdoor ontstond een veilige hechting. Ik zag mijn
ouders als veilige haven en veilige basis, dit wordt door Mary Ainsworth ook wel gezien als ‘Secure attachment’
(Ainsworth, phD, 1985), dit uitte zich in dat ik vaak last had van heimwee, omdat ik terug naar huis wilde. Thuis
voelde ik me veilig en was ik in het bijzijn van mijn ouders.
Ik ben tijdens mijn jeugd gezaghebbend opgevoed. Mijn ouders begeleiden en steunden mij altijd in alles wat ik
deed, ze stonden altijd achter mij keuzes en motiveerde me om mijn doelen te bereiken. Er waren altijd reële
regels in huis, maar deze vormden geen beperking voor mij. Mijn ouders waren altijd erg warm, toegeeflijk en
invoelend, hierdoor voelde ik mij vrij om emoties bij ze te uiten. Volgens Baumrind wordt dit ook wel de
autoritatieve opvoeding genoemd (Bernstein, Penner, Clarke-Stewart, & Roy, 2012) Deze vorm van opvoeden
heeft ertoe geleid, dat ik een sterke band heb met mijn ouders, maar ook veel sociale steun van ze ervaar
omdat ik altijd op ze terug kan vallen. Hierdoor ontwikkelde ik me gezond, kan ik makkelijk keuzes maken en
krijg ik veel verantwoordelijkheid (Bernstein et al., 2012)
1