Samenvatting filosofie
Doel 1, je kan omschrijven wat filosofie is ->
- Filos, francofiel, homofiel, hydrofiel, bibliofiel, pedofiel.
- Vertaling -> verlangen naar…, vriendschap met, affiniteit met
- Filo-sofie -> bevriend zijn met de wijsheid/verlangen naar de
wijsheid
- Het is geen bezit, je hebt het niet in pacht
- Sofie -> bij de oude grieken de godin van de wijsheid. (In de Koran
en de bijbel ook wel als profeet Vrouwe Wijsheid).
- Wat is wijsheid -> wat is het meest verstandige, keuzes maken (vb.
Annemarie kan haar kinderen niet op tijd ophalen). Alle keuzes die je
niet kan maken vanuit slimheid maar vanuit wijsheid, je hart volgen.
- “Als je je vriendin een belofte hebt gedaan maar niet kan waar
maken, welke keuze maak je dan?”
- Wijsheid -> verstandig handelen
Wat zegt Savatar over filosofie… (een aantal begrippen)
- Sommige dingen zijn voor ons gunstig en wat gunstig voor ons is
noemen we gewoonlijk goed omdat we ons er goed door voelen.
- Over andere dingen voelen we ons beroerd en die noemen we
daarom slecht.
- Weten wat gunstig voor ons is, wil zeggen: onderscheid kunnen
maken tussen het goede en het slechte.
- Dubbelzinnigheden van goed of slecht: in welke situaties mag je wel
eens liegen omdat de waarheid te pijnlijk is of in welke situaties
moet je juist ingrijpen wanneer iemand in elkaar geslagen wordt op
straat, ongeacht het risico of jij gewond raakt.
- Tegengestelde maatstaven: artsen betogen dat het afzweren van
alcohol en tabak een langer leven garandeert. Rokers en drinkers
beweren niet verder te kunnen/willen leven zonder deze middelen.
- Voorgeprogrammeerd/niet anders kunnen: een spin vangt insecten
in zijn web, dat is gemeen maar hij kan niet anders, ook hij moet zijn
voedsel binnen krijgen. Dit gedrag is voorgeprogrammeerd. Ze zijn
door de natuur voorgeprogrammeerd om dwangmatig hun heroïsche
taak te verrichten.
- In zekere zin is de mens ook voorgeprogrammeerd, we zijn erop
gebouwd om water te drinken, geen bleekwater waar je jezelf mee
tot het einde brengt.
- Ook worden we gestuurd door ons culturele programma. Ons denken
is afhankelijk van de taal die vormgeeft aan onze cultuur, we zijn
opgevoed met bepaalde tradities, gebruiken, gedragscodes en
legendes. Er worden normen en waarden ingeprent. Dit maakt dat
we tamelijk voorspelbaar zijn.
- Vrijheid: het is waar dat we niet alles kunnen doen wat we willen,
maar het is ook waar dat we nooit gedwongen zijn tot slechts één
reactie. We kunnen ja of nee zeggen, ik wil of ik wil niet. Hoezeer we
ook door de omstandigheden in het nauw worden gedreven, er
, bestaat nooit slecht één enkele weg die we kunnen volgen, er staan
altijd verschillende wegen voor ons open.
- We zijn niet vrij om te kiezen wat ons overkomt (mooi of lelijk zijn,
kiezen welke ouders je krijgt) maar we zijn wel vrij om op een
bepaalde manier te reageren op wat ons overkomt. Gehoorzamen of
rebellen, wraakzuchtig worden of vergeving schenken, kleden naar
de mode of er dwars tegen in gaan.
- Hoe groter ons vermogen tot handelen, des te beter de resultaten
waartoe onze vrijheid kan leiden. Je bent vrij om de Mount Everest te
beklimmen maar door mijn slechte conditie en weinig ervaring in de
sport is dit onmogelijk.
- Een tal van krachten die onze vrijheid beperken: aardbevingen,
ziekten, politici die ons manipuleren en bedriegen, terroristen die
ons bedreigen, drugs die ons verslaafd maken.
- Savatar gelooft erin dat niemand gelooft dat hij of zij niet vrij is. Iets
in ons binnenste blijft tegen ons zeggen ‘als je echt had gewild,
dan…’
- Savoir Vivre of levenskunst noemen we ethiek.
- Soms dwingen omstandigheden ons ertoe te kiezen tussen twee
mogelijkheden die we normaal gesproken nooit gekozen zouden
hebben. Zoals het vroege moment in de ochtend waarop je het liefst
je gierende wekker tegen de muur aan smijt, je jezelf omdraait en
verder gaat slapen. In plaats daarvan tik je hem uit, rek je jezelf nog
even uit en sta je op om vervolgens naar school te gaan.
- Savatar geeft aan dat hij er niet in gelooft dat mensen over elke
handeling die ze verrichten diepzinnige overpeinzingen hebben.
Zoals: sta ik op of sta ik niet op? Ontbijten of niet ontbijten? Douch ik
wel of douch ik niet? Deze dingen doe je instinctief.
- Beweegreden: de reden die je hebt om iets te doen of te laten. De
meest aanvaardbare verklaring voor je gedrag nadat je er even over
nagedacht hebt. De antwoord op de vraag: waarom doe ik dit?
- Bevelen: iets doen wat je wordt opgedragen.
- Gewoontes: een bepaalde handeling die je zonder erbij na te denken
steeds herhaalt.
- Grillen: het trappen tegen een blikje op straat, je doet het, gewoon
omdat je er zin in hebt.
- Functionele beweegreden: het aflopen van een trap om beneden te
komen, in plaats van het uitspringen van een raam met enige
risico’s.
- Gehoorzaamheid aan gewoontes: het soort kleding wat je moet
dragen om niet bij je vrienden uit de toon te vallen.
- Moraal (in het Latijns mores) heeft te maken met gewoonten. ‘Je
moet dit doen, haal het niet in je hoofd dat te doen.’ Is het geheel
aan gedragingen en normen die jij, ik en degenen om ons heen juist
en fatsoenlijk achten. Immoreel zijn bevelen en gewoontes die slecht
kunnen zijn.
- Ethiek: is de bespiegeling over de vraag waarom we die normen en
gedragingen juist en fatsoenlijk achten, ook in vergelijking met de
, moralen die andere mensen erop nahouden. Een rationele poging
om te achterhalen hoe je beter kunt leven.
- Doe wat je wilt: Savatar vindt dat je alle bevelen en gewoontes,
beloningen en straffen, alles wat zich van buitenaf aan jouw eigen
opdringt moet laten voor wat het is. Al deze kwesties moet je
benaderen vanuit jezelf, vanuit je eigen binnenste. Vraag aan jezelf
wat jij moet doen met jouw eigen leven. Je vrijheid gebruik je door
het niet kwijt te raken aan de mening van anderen. “Durf jezelf een
goed leven te geven.”
- Mens zijn: betekent volgens Savatar in eerste instantie relaties
onderhouden met andere mensen. Je kan de mooiste kleren en het
meeste geld hebben maar mensen zien en gezien worden maakt je
veel gelukkiger. “Het goede leven van een mens is een goed leven
onder de mensen.”
- Mens worden: de mens is bij de geboorte nog geen volledig mens
zoals instrumenten of beesten. Een mens wordt gevormd door een
cultureel leerproces, aangeleerde taal, taalsymbolen en taalregels.
Zonder die symbolen en regels zouden we onmogelijk met elkaar
kunnen communiceren en zouden we geen betekenis kunnen vatten
van wat ons omringt. “Willen de anderen mij tot mens kunnen
maken, dan moet ik hen ook tot mens maken. Als zij voor mij niet
meer dan dingen of dieren zijn, dan kan ik zelf ook niet meer zijn
dan een ding of dier.”
- Het goede leven: Savatar herhaalt meerder verhalen in zijn boek
waarin hij vertelt dat bijvoorbeeld een Esau zijn verdere toekomst
opgaf voor een bord linzensoep, omdat hij op dat moment honger
had. Ook Kane had alles wat zijn hartje begeerde behalve mensen,
een sociaal netwerk, om zich heen. Savatar wilt hiermee zeggen dat
iedereen een goed leven wilt maar dat je daarvoor wel de juiste en
verstandige keuzes voor moet maken. Het is niet gek dat je verlangt
naar een bord linzensoep als je honger hebt maar er bestaan in het
leven nog andere dingen om rekening mee te houden, andere
relaties, verplichtingen uit het verleden en verwachtingen voor de
toekomst. De mens leeft niet van linzen alleen.
- Fundamentele betrokkenheid: kan uitsluitend bestaan tussen
gelijken en kan worden bewerkstelligd via andere mensen die we als
mens behandelen.
“Waarom is wat we slecht noemen slecht?”
“Wat betekent het om mensen als mensen te behandelen?”
Doel 2. De zin van filosofie voor een pedagoog uitleggen.
- Pedagoog -> de slaaf die de leerling naar school bracht.
- Waarom krijgt een pedagoog les over filosofie -> je moet iets weten
over wat verstandig handelen is en het kunnen beredeneren. Zodra
het noodzakelijk is moet je het kunnen uitleggen. Het dialoog
aangaan over normen en waarden. “Wij geloven in Nederland dat
het kind mishandelen niet ‘handig’ is…”
- Filosofie zijn meningen die je waardevol kunt beredeneren.