Wat is het goederenrecht voor rechtsgebied?
Het goederenrecht is het rechtsgebied dat gaat over de rechtsrelatie tussen een persoon en een
goed.
Wat vormen het goederenrecht en het verbintenissenrecht samen?
Vermogensrecht, regelt de verhoudingen tussen burgers onderling die op geld waardeerbaar zijn.
Wat noemen we een goederenrechtelijke relatie?
Een rechtsrelatie tussen een persoon en een aantal goederen
Wat zijn goederen? Art. 3:1 BW
Alle zaken en vermogensrechten
Wat zijn zaken? Art. 3:2 BW
Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
- Voor menselijke beheersing vatbaar: vastpakken en macht over uitoefenen
- Een stoffelijk object: bestaat uit bepaald materieel, bepaalde stof.
Voorbeeld van zaken:
Auto, huis, boek, stuk grond
Voorbeeld van GEEN zaak:
Zee, lucht, een meer - zijn niet voor menselijke beheersing vatbaar
Dieren zaken? Art. 3:2a lid 1 BW
Dieren zijn GEEN zaken, maar de REGELS die gelden voor zaken, zijn WEL op dieren van toepassing.
Art. 3:2a lid 2 BW
Wat zijn vermogensrechten? Art. 3:6 BW
Een vermogensrecht is een recht met vermogenswaarde. Een recht met een bepaalde waarde die in
geld is uit te drukken.
1 rechten die afzonderlijk of tezamen met een ander recht overdraagbaar zijn
2 die ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen
3 die verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel
(boodschappen doen voor een ander – wekelijkse vergoeding)
Voorbeeld van vermogensrecht:
Recht op loonbetaling
Hoe kan een zaak worden onderverdeeld?
Roerende en roerende zaken
,Wat zijn onroerende zaken? Art. 3:3 lid 1 BW
Onroerende zaken zijn zaken die niet verplaatsbaar zijn.
Geef het onderscheid van de categorieën onroerende zaken Art. 3:3 lid 1 BW
- De grond:
elk stuk grond dus bijv. tuin, park, weiland
- Delfstoffen die nog niet zijn gewonnen:
gesteenten en mineralen met een bepaalde gebruikswaarde, die uit de grond worden
gewonnen.
- Beplantingen die met de grond zijn verenigd
Bomen, struiken, planten en gewassen die in de volle grond staan. Dus niet in een pot.
- Gebouwen die duurzaam met de grond zijn verenigd
Gebouwen die duurzaam op of in de grond zijn gebouwd, niet meer verplaatsbaar. Elk
gebouw dat op of in de grond is gebouwd, is een onroerende zaak.
- Werken die duurzaam met de grond zijn verenigd
Bijv. bouwsels die geen gebouw zijn, kunstwerken, stellages: ze moeten duurzaam vast staan
op de grond.
- Gebouwen en werken die door vereniging met andere gebouwen of werken duurzaam met
de grond zijn verenigd
Zelf niet duurzaam met grond verenigd, maar zitten aan andere gebouwen en/of werken vast
en zijn daardoor duurzaam met de grond verenigd.
Wat is het Portacabin-ARREST? Centrale vraag: Roerend of onroerend?
Een gebouw kan ook onroerend zijn als dit naar aard en inrichting is bestemd duurzaam ter plaatse
te blijven. De bedoeling duurzaam ter plaatse te blijven moet uiterlijk blijken.
Wat zijn roerende zaken? Art. 3:3 lid 2 BW
Roerende zaken zijn alle zaken die niet onroerend zijn.
Voorbeeld: auto, fiets, laptop, pen, mobiel.
Wat is een bestanddeel? Art. 3:4 BW
Art. 3:4 lid 1 = alles wat volgens verkeersopvattingen deel uitmaakt van een zaak.
Verkeersopvattingen – maatschappelijke verkeer, de omgang van mensen met elkaar in de
maatschappij. //
Kan een zaak als voltooid worden beschouwd wanneer het betreffende bestanddeel ontbreekt?
Art. 3:4 lid 2 = Een zaak die niet kan los komen van de hoofdzaak zonder dat er beschadiging
ontstaat.
Wat is een hoofdzaak?
Als twee of meer zaken zodanige manier met elkaar verbonden worden dat ze één zaak worden en
deze vervolgens kan worden onderscheiden in hoofdzaak en bestanddeel.
Een hoofdzaak en een bestanddeel vormen in juridisch opzicht één geheel.
Voorbeeld van een bestanddeel:
Bomen, struiken, planten die in de grond geplant zijn. Ze zijn bestanddeel van de grond. //
Slot van de deur
,Wat zijn registergoederen? Art. 3:10 BW
- Goederen
- Voor de overdracht of vestiging van deze goederen is inschrijving in openbare registers
noodzakelijk
Wat zijn openbare registers? Art. 3:16 BW
Registers die voor eenieder toegankelijk zijn (iedereen kan deze registers raadplegen)
- Openbare registers, waarin feiten die voor de rechtstoestand van registergoederen van
belang zijn worden opgenomen.
Wanneer bij overdracht of vestiging van goederen inschrijving in de openbare registers noodzakelijk?
Staat in de wet
- Onroerende zaken ALTIJD REGISTERGOEDEREN (kadaster)
- Zeeschepen
- Binnenvaartschepen vanaf een bepaald formaat
- Vliegtuigen
- Beperkte rechten op bovengenoemde zaken
Voorbeeld registergoed:
- Huis
- Bedrijfsgebouw
- Stuk grond
- Grote schepen
- Vliegtuigen
Scooter en auto zijn GEEN registergoederen! Staat in het register van de RDW, maar is geen
registergoed! Scooters of andere zaken die in bepaalde specifieke registers worden geregistreerd,
zijn geen registergoederen.
Wat zijn niet-registergoederen?
Alle goederen die geen registergoed zijn.
Wat zijn natuurlijke vruchten? Art. 3:9 lid 1 BW
- Zaken
- Deze worden volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken aangemerkt
Voorbeeld van een natuurlijke vrucht:
Appel en een puppy (geen zaak maar wordt wel zo beschouwd en vrucht van moederhond)
Wanneer wordt een natuurlijke vrucht een zelfstandige zaak? Art. 3:9 lid 4 BW
Op het moment dat deze wordt afgescheiden
Wat zijn burgerlijke vruchten? Art. 3:9 lid 2 BW
- Rechten (vermogensrechten – geld waardeerbaar en overdraagbaar)
- Deze worden volgens verkeersopvatting als vruchten van goederen aangemerkt
Voorbeeld van een burgerlijke vrucht:
Rente over een geldbedrag dat op een spaarrekening staat en de huuropbrengst van een woning.
Wanneer wordt een burgerlijke vrucht een zelfstandige zaak? Art. 3:9 lid 4 BW
Wanneer het opeisbaar wordt
,Wanneer ontbreekt ter goede trouw? Art. 3:11 BW
1 Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft kende
2 Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft behoorde te
kennen (dit geld ook als het onmogelijk is om onderzoek te doen)
,Hoofdstuk 2
Wat zijn absolute rechten?
Absolute rechten werken tegenover eenieder. De rechthebbende kan bepalen wat hij met het goed
doet. (rechthebbende)
Rechtsgevolg/ kenmerken absolute rechten:
- Werken jegens eenieder
- Zaaksgevolg – droit de suite
- Prioriteitsbeginsel – droit de priorité
- Bevoorrechte positie – droit de préference
Zaaksgevolg
Het absolute recht op een goed blijft bestaan, ook al bevindt dat goed zich niet meer in de macht van
de rechthebbende. Het absolute recht volgt dus het goed waarop het rust.
Prioriteitsbeginsel
Ingeval er meer dan één absoluut recht op een goed rust, dan gaat het eerder gevestigde absolute
recht vóór een later gevestigd absoluut recht.
Bevoorrechte positie
Bevinden zich op het moment van faillissement goederen onder de failliet waar een derde absoluut
recht op heeft, dan vallen die goederen niet onder het faillissement. De goederen kunnen door de
rechthebbende buiten het faillissement worden gehouden.
- Vruchtgebruik 3:201 BW
- Pand recht 3:227 BW
- Hypotheekrecht 3:227 BW
- Eigendom 5:1 BW
- Erfdienstbaarheid 5:70 BW
- Erfpacht 5:85 BW
- Opstal 5:101 BW
- Appartement 5:106 BW
Wat zijn relatieve rechten?
Relatieve rechten tegen een of meer bepaalde personen
Blaauboer/ Berlips ARREST
Een verbintenis aangegaan met het oog op een onroerende zaak blijft een persoonlijke verbintenis
en deze rust niet op de zaak. Rechten die rusten op een zaak zijn absolute rechten en geen
verbintenissen (relatieve rechten).
,Absolute rechten kan je ook onderverdelen in volledige rechten en beperkte rechten.
Eigendomsrecht is het enige absolute recht dat een volledig recht is!!!!!
De rest is allemaal beperkt recht!!!!!!
Wat is een beperkt recht? Art. 3:8 BW
Een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, hetwelk met het beperkte recht is bezwaard.
Dit is dus het eigendomsrecht, dat is het meest omvattende recht.
Hoe wordt belasten met een beperkt recht ook wel genoemd?
Bezwaren
Een beperkt recht is altijd een vermogensrecht
Eigendomsrecht – Art. 5:1 BW
Meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.
Hoe wordt het eigendomsrecht ook wel genoemd?
Het moederrecht, waarvan de beperkte rechten zijn afgesplitst.
Wat mag de eigenaar niet?
Een eigenaar mag met zijn eigendom geen hinder veroorzaken of de wet op andere wijzen
overtreden.
Met wat wordt het ‘’gesloten systeem van de wet ‘’ bedoeld?
Dat er geen andere absolute rechten zijn, dan die welke in de wet zijn geregeld
, Goederen (vermogensrechten en zaken)
Absolute rechten (8) Relatieve rechten (persoonlijke rechten)
Geld jegens een ieder (bijvoorbeeld vorderingsrecht)
Volledige rechten Beperkte rechten Geld slechts tussen 1 of meer bepaalde
(altijd vermogensrecht) personen
Eigendomsrecht
Vruchtgebruik 3:201 BW
Pand recht 3:227 BW
Hypotheekrecht 3:227 BW
Erfdienstbaarheid 5:70 BW
Erfpacht 5:85 BW
Opstal 5:101 BW
Appartement 5:106 BW
Genotsrechten Zekerheidsrechten
Vruchtgebruik Pand
Erfdienstbaarheid Hypotheek
Erfpacht
Opstal
Appartement
Goederen (vermogensrechten en zaken)
Registergoederen Niet-
registergoederen
Zaken
Roerende Onroerende
zaken zaken
Zaken
Hoofdzaken Bestanddelen
Verkrijging v goederen
Onder algemene titel Onder bijzondere titel
Erfopvolging Overdracht
Boedelmening Verjaring
Fusie Onteigening
Splitsing Overige in de wet aangegeven wijze van verkrijging:
- Natrekking
- Toe-eigening
- Vinderschap
- Schatvinding
- Vermenging
- Zaakvorming
, Beperkte rechten: vruchtgebruik 3:201 BW
De vruchtgebruiker heeft het recht om een goed van een ander te gebruiken of de vruchten van een
goed in eigendom te verkrijgen.
Is de vruchtgebruiker eigenaar geworden?
De vruchtgebruiker gebruikt het goed zoals de eigenaar dit zou gebruiken en het lijkt alsof hij
eigenaar is geworden. De vruchtgebruiker is geen eigenaar geworden! Een vruchtgebruiker heeft
slechts een beperkt recht, terwijl een eigenaar een volledig recht heeft.
Wat is het verschil tussen vruchtgebruik en bruikleen? Art. 7A:1777 BW
Bruikleen is een relatief recht en geldt dus niet ten opzichte van eenieder, zoals vruchtgebruik.
Waar moet je opletten bij het genieten van de vruchten?
Of het een natuurlijke of burgerlijke vrucht is
- Denk aan iemand die vruchtgebruik heeft op boom: alle natuurlijke vruchten is hij ook
eigenaar over. Spaar rekening ook eigenaar van de burgerlijke vruchten de rente.
Hoe ontstaat vruchtgebruik? Art. 3:202 BW
Gevestigd of verjaring
Wat houdt verjaring in? Art. 3:99 BW
Een bezitter te goeder trouw heeft een recht op roerende zaken, niet-registergoederen, na een
onafgebroken bezit van 3 jaar.
Betreft het andere goederen dan roerende zaken, niet-registergoederen + bezitter ter goeder trouw,
dan na onafgebroken bezit van 10 jaar.
Ander woord voor vestigen? Art. 3:98 BW jo. ar.t 3:84 lid 1 BW
Doen rusten op
Vereisten vestigen vruchtgebruik? Art. 3:98 jo. 3:84 lid 1 BW
- Vestiging (in plaats van levering)
- Geldige titel
- Beschikkingsbevoegdheid
Vruchtgebruik vestiging op een stuk grond hoe?
Overdracht onroerende zaak vereist een notariële akte en inschrijving in openbare registers
(art. 3:89 lid 1 BW + vestiging vereiste vruchtgebruik art. 3:98 jo. 3:84 lid 1 BW)
Dus = art. 3:98 lid 1 BW jo. art. 3:98 jo. 3:84 lid 1 BW
Hoe wordt de duur van het vruchtgebruik bepaalt?
Door partijen zelf
Vruchtgebruiker natuurlijk persoon? Vruchtgebruik tot duur van zijn leven Art. 3:203 BW
Dan van rechtswege beëindigd, dit gebeurt automatisch uit hoofde van de wet.
Vruchtgebruiker rechtspersoon? Vruchtgebruik tot duur maximaal 30 jaar
Rechtspersoon stopt met bestaan? Recht van vruchtgebruik stopt met bestaan.