0
INCLUSIEF AAN DE
SLAG BINNEN
PASSENDE OPVANG.
Een onderzoek naar professionals binnen de
inclusieve kinderopvang.
Student Jeanine Hoekman
Studentnummer 9190112
Mailadres Jeaninehoekman@hotmail.com
Instelling SPO Groningen
Opleiding Pre-master Orthopedagogiek
Vak Referaat- en bibliotheekpracticum
Werkgroep 3
Begeleidende docent M. van Oostwaard
Aantal woorden 3296
Versie 2
Plaats, datum Dalen, 8-9-2020
, 1
Abstract
Care children can’t participate, count and develop in a regular setting without extra care. Inclusive
childcare provides care children with these necessary care within a regular setting, but depends on
well-trained professionals, like inclusion-pedagogues, with the necessary knowledge and skills.
Despite the fact that the core of pedagogical actions for care children remains the same as for all
children, childcare workers are currently supported by youthcare workers to have sufficient
knowledge and skills. This study therefore provides insight into the knowledge and skills of youthcare
workers that childcare workers need in addition to their knowledge and skills, for realize this
inclusive care. Competency profiles, the pedagogical curriculum and the theoretical framework have
been analyzed in the data analysis, to identify which knowledge and skills of youth workers need to
be supplemented by pedagogical employees for inclusive childcare.
The analysis tool showed that childcare workers thanks to the addition of the knowledge and skills of
youthcare workers, have many essential knowledge and skills for providing inclusive childcare. This
supplement consists of knowledge of both normal and abnormal developments of children, care
networks, agencies and their working methods. The additional skills consist of an observing,
reporting and signaling skills, and offering sufficient structure and clarity. In short, with some
supplementation of the knowledge and skills of youthcare workers, a childcare worker can provide
inclusive childcare.
, 2
Inleiding
In het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (2002) is vastgelegd dat ieder kind het
recht heeft om mee te mogen doen, mee te tellen en te leren. Echter is het niet zo eenvoudig om
voor ieder kind die rechten te garanderen en na te streven (Doornenbal, 2017). Ondanks dat circa
949.000 kinderen van 0 tot 13 jaar gebruik maken van een formele, reguliere kinderopvang 1, kunnen
niet al deze kinderen mee komen binnen deze reguliere setting (CBS, 2019). Kwetsbare kinderen 2 zijn
hier een voorbeeld van. Zij hebben extra zorg nodig om mee te kunnen doen en te kunnen leren.
Passende kinderopvang3 biedt de oplossing om deze kinderen de benodigde extra zorg te
geven, binnen een reguliere setting. Op deze wijze kunnen zij beter meekomen in de maatschappij. In
een passende kinderopvang handelen de pedagogisch medewerkers binnen de reguliere setting
inclusief. Het onvoorwaardelijke recht om erbij te horen staat hierin centraal. Men erkent verschillen
tussen mensen en waardeert dat binnen die diversiteit een verbinding wordt gelegd (Dewulf, Moens
& Rutgeerts, 2015). In Nederland zijn er twee kinderopvangorganisaties, Media Kinderopvang en
Kinderopvangorganisatie Bzzzonder, die al passende kinderopvang aanbieden door te kijken naar de
mogelijkheden van kinderen in plaats van naar de beperkingen (Bzzzonder, z.d.). Zorgkinderen en
reguliere kinderen kunnen hier met elkaar spelen en van elkaar leren. Ondanks dat deze diversiteit
een leertraject en een meerwaarde is, wordt er hier nog weinig voor gekozen (Velsink, 2015). Het is
in Nederland nog niet zo vanzelfsprekend, als in Engeland of in Scandinavische landen waar een
geïntegreerd systeem wordt gebruikt (Bostelen et al., 2011; Munkhammar & Wikgren, 2010; Ricci,
2015).
Samengevat maakt passende opvang het grotendeels mogelijk dat kinderen met een zorgvraag
in de reguliere setting blijven, door hen de extra zorg te bieden die zij nodig hebben. Deze zorg kan
alleen geboden worden door professionals die over de benodigde kennis 4 en vaardigheden5
beschikken. Momenteel beschikken pedagogisch medewerkers reguliere kinderopvang niet over
deze benodigde kennis en vaardigheden, waardoor zij ondersteunt worden door hbo-
jeugdhulpverleners6 (PACT, 2017). Zorgkinderen hebben immers andere behoeften dan reguliere
kinderen. Hierdoor luidt de onderzoeksvraag als volgt:
‘Welke kennis en vaardigheden van jeugdzorgwerkers hebben pedagogisch medewerkers ter
aanvulling op hun eigen kennis en vaardigheden nodig, om inclusieve opvang met voldoende
ontwikkelingsmogelijkheden te kunnen bieden aan zorgkinderen?’
1
Dagopvang/ kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en gastouderopvang worden verstaan onder formele, reguliere kinderopvang.
2
Kwetsbare kinderen zijn kinderen die in hun ontwikkeling worden bedreigd door aanleg, gezinsfactoren of omgevingsfactoren of een
combinatie hiervan (Jongepier, 2004).
3
Passende opvang wordt ook wel inclusieve opvang of plusopvang genoemd.
4
Kennis kan worden gedefinieerd als: ‘’ het geheel van wat iemand weet of heeft geleerd, met name de deskundigheid.’’ (Kernerman
Nederlands Leerderswoordenboek, 2014).
5
Vaardigheden kan worden gedefinieerd als: ‘’ Het vermogen om een handeling/ fysieke activiteit, waar iemand bedreven in is, bekwaam
uit te voeren. Deze activiteiten en/of handelingen zijn aan te leren. ‘’ (Buis, Daelmans, Dekker, de Jongh, & de Loor, 2012).
6
Jeugdhulpverlener wordt, conform cao jeugdzorg, ook jeugdzorgwerker genoemd.
, 3
Om antwoord te kunnen geven op deze onderzoeksvraag, geeft het theoretisch kader meer
verdieping. Een omschrijving van de onderzoeksopzet en de data-analyse volgen, waaruit blijkt dat
de onderzoeksvraag beantwoord zal worden aan de hand van drie deelvragen:
Over welke kennis en vaardigheden dient een inclusie pedagoog te beschikken?
Over welke kennis en vaardigheden beschikt een pedagogisch medewerker reguliere
kinderopvang?
Over welke kennis en vaardigheden beschikt een jeugdzorgwerker, conform cao jeugdzorg?
De deelvragen leiden tot een kwalitatieve data-analyse. De uitkomsten van de data-analyse
worden in de resultatensectie besproken, gevolgd door de conclusie en discussie waar de
onderzoeksvraag wordt beantwoord en er kritisch naar het onderzoek wordt gekeken.
