Onderzoeksmethoden samenvatting
Hoofdstuk 1
Aanname sociale wetenschap: mensen zijn sociale wezens, dat wil zeggen
wezens die harmonieus of conflictueus samenleven met ander mensen.
Wetenschap: een systematisch geheel van kennis.
Kennis is theoretisch van aard: het gaat om een samenhangend geheel
van uitspraken waarmee wordt geprobeerd om allerlei sociale
verschijnselen te beschrijven, verklaren of te voorspellen.
Onderzoeksplan: bevat een aantal stappen die elke onderzoek
voorafgaande aan de uitvoering van het onderzoek moet maken. Het doel
is tot een resultaat te komen dat als een bijdrage aan het systematische
geheel van kennis wordt beschouwd.
Probleemstelling: hiermee richt je ej op wat je wilt onderzoeken en
waarom.
Onderzoeksontwerp: hoe ga je als onderzoeker te werk om uiteindelijk
heldere antwoorden te verkrijgen op de probleemstelling van onderzoek?
Methodenleer: het geheel van onderzoeksmethoden waarover de sociale
wetenschappen inmiddels beschikken. Het is een ‘leer’ omdat er een
innerlijke samenhang is en omdat men zich in die methoden kan
verdiepen en ze aan anderen kan overdragen.
Methodologie: het gaat om de wetenschap van de
sociaalwetenschappelijke methoden.
Valorisatie: hiermee tonen wetenschappers aan dat hun wetenschappelijk
inzichten ook van belang zijn voor de maatschappij.
Het zender-boodschap-ontvangermodel van Lasswell: Wie zegt Wat tegen
Wie, Hoe en met Welk effect. Later betogen De Boer & Brennecke dat
communicatie altijd tweerichtingsverkeer is, ook al kunnen de intensiteit
en de directheid van de feedback wisselen.
Betere beschrijving: Wie zegt Wat tegen Wie, Hoe, met welk Effect, met
welke Terugkoppeling en in welke Context.
McQuail onderscheidde vier functies van de boodschap: boodschap als
bron van informatie; boodschap als vermaak; boodschap als middel om de
persoonlijke identiteit te versterken; en boodschap als vooruit voor de
sociale interactie.
Selectieprocessen: mensen selecteren uit het informatieaanbod die
boodschap die zij kunnen gebruiken en destilleren daaruit eerder datgene
wat hun eigen opvragingen en gedrag ondersteunt wat hen in het ongelijk
stelt.
D3e boodschap staat centraal tussen wetenschappers onderling.
In het Belmont-rapport staan drie fundamentele ethische principes die ook
jij moet gebruiken als je onderzoek met mensen doet:
1. Respect voor personen (“Respect for persons”)
2. Goed doen (“Beneficence”)
3. Gerechtigheid (“Justice”)
Critical friends: door met andere wetenschappers te spreken, proberen zij
hun onderzoekswerk bloot te stellen aan constructieve commentaren om
het zodoende beter te maken.
1
,Peer review: een proces waarbij wetenschappelijke onderzoekers zich, als
het ware, blootstellen aan collega-onderzoekers maar ook aan anderen
leden van de samenleving.
Zes principes van wetenschappelijke integriteit:
1. Wetenschapsbeoefenaren dienen eerlijk en openhartig te zijn alsook
zorgvuldig
2. Wetenschappers dienen betrouwbaar te zijn
3. Controleerbaarheid
4. Onpartijdigheid van de wetenschapsbeoefenaren
5. Onafhankelijkheid van wetenschappers die, ongeacht de belangen van
de opdrachtgevers, het onderzoek moeten uitvoeren waarbij zij de
schijn van belangenverstrengeling vermijden dan wel vermelden in
publicaties
6. Verantwoordelijkheid die wetenschappers hebben voor de
maatschappelijke implicaties van het wetenschappelijk werk.
2
,Hoofdstuk 2
Het onderzoeksplan ziet er als volgt uit:
Probleemstelling: wat en waarom?
1. Vraagstelling: wat wil je precies weten?
2. Doelstelling: waarom wil je dit weten?
3. Theoretisch raamwerk, eventueel weergegeven als conceptueel model
Onderzoeksontwerp: hoe?
4. Hoe wil je je onderzoek opzetten?Opzetten:Grootschalig veldonderzoek
ExperimentEtnografisch veldonderzoekAnalyse van de inhoud van
tekstenGebruik van bestaande data
5. Wat voor data wil je verzamelen?Dataverzamelingsplan
6. Bij wie wil je die data verzamelen?Steekproefplan
7. Wanneer wil je die data verzamelen?
8. Waar wil je die data verzamelen?
9. Hoe wil je die data analyseren?Data-analyseplan
10.Hoe wil je rapporteren?
De probleemstelling in het onderzoeksplan geeft antwoord op de vragen
wat en waarom jij wilt onderzoeken en eventueel ook vanuit welk
theoretisch raamwerk jij dat onderzoek wilt doen.
In het onderzoeksontwerp worden de zogenaamde methodologische
beslissingen geschreven. Gegeven de vraagstelling, leg je uit hoe jij data
wilt verzamelen: de opzet van het onderzoek. Daarna moet je in het
dataverzamelingsplan uitleggen wat voor data jij wilt verzamelen en hoe.
In het dataverzamelingsplan geef je antwoord op de vraag wat voor data
jij wilt verzamelen, om de verschijnselen waarvoor jij belangstelling hebt
te onderzoeken in de sociale werkelijkheid. Je kunt de sociale werkelijkheid
op verschillende manieren benaderen. Die benadering worden ook wel
paradigma’s genoemd: een stelsel opvattingen dat wordt gedeeld door
een groep wetenschappers over wat de juiste of beste wetenschap is waar
een wetenschappelijke theorie aan moet voldoen, alsook over de wijze
waarop je zon theorie zou moeten ontwikkelen respectievelijk
confronteren met de sociale wekelijkheid. Tijdens de operationalisering
vertaal je je theoretische concept naar concrete waarnemingen bij of
vragen aan (veelal) individuen.
Bij het zogenaamde steekproefplan beschrijf je bij welke eenheden je Ata
wilt verzamelen en hoe deze eenheden identificeert. Dat kan met behulp
van een kanssteekproef, wanneer je generaliserende uitspraken wil
doen, of met een niet-kanssteekproef, wanner je een specifieke
subpopulatie zo volledig mogelijk wil beschrijven zonder te generaliseren.
Onderzoekers stellen zich door middel van literatuuronderzoek zo goed
mogelijk op de hoogte van wat er bekend is over het onderwerp dat zij
willen onderzoeken. Je moet je dan wel afvragen of de verkregen
3
, onderzoeksresultaten verkregen zijn volgens verantwoorde
wetenschappelijke methoden en het waard zijn om te worden toegevoegd
aan de actuele kennis op een bepaald vakgebied, the state of the art.
Een verkenning van de literatuur kan zowel betrekking hebben op de
inhoudelijke kant van het onderzoek als op de methodologische kant.
Hoe gat je te werk bij zo’n literatuuronderzoek?
• Je bepaalt het globale thema door een aantal trefwoorden en
synoniemen daarvan vast te stellen
• Je gebruikt die trefwoorden om jezelf int te lezen, een gat in bestaande
kennis te vinden of het samenvatten van alle kennis die er is
• Je kiest welke zoekmachine of database gebruikt
Een literatuuronderzoek naar voorafgaande studies geeft dus idealiter
antwoord op de vraag welke kennis al bekend is, welke kennis nog
ontbreekt en welke kennis wordt betwist.
Een probleem staat voor een vraagstuk oftewel een set van
samenhangende vraagstellingen. De probleemstelling is opgebouwd uit
drie onderdelen:
1. De vraagstelling: wat wil je als onderzoeker weten, geformuleerd in een
overkoepelende vraag, meestal vergezeld met enkele deelvragen
2. De doelstelling: waarom wil je het onderzoek uitvoeren en eventueel
voor wie (welke opdrachtgever)
3. Een theoretisch raamwerk of conceptueel model: vanuit welk
perspectief of wetenschappelijke theorie wordt de vraagstelling
beantwoord?
De vraagstelling van een onderzoek kan worden getypeerd als een
overkoepelende vraag die jij wilt beantwoorden en die weergeeft wat jij
precies wilt onderzoeken.
Er worden drie verschillende typen vraagstellingen onderscheiden:
1. Beschrijvende vraagstellingen: formuleringen die beginnen met
woorden als wie of wat voor, welke wanneer en hoe. - beschrijvende
trendvraagstellingen: ten minste twee tijdstippen worden vergeleken-
beschrijvende comparatieve vraagstellingen: ten minste twee locaties
worden vergeleken
2. Verklarende vraagstellingen: het startpunt is een verschijnsel
waarvoor men vervolgens een of meer verklaringen zoekt. Te
herkennen aan: waarom, waardoor, hoe komt het dat en wat is de
reden voor.
3. Voorspellende vraagstellingen: concrete voorspellingen van data
die je in het onderzoek verwacht aan te treffen. Te herkennen aan: tot
welke … leidt … en wat gebeurt er als gevolg van …
Zowel verklarende vraagstellingen als voorspellende vraagstellingen zijn
causale vraagstellingen. Verklarende vragen beginnen bij het gevolg en
voorspellingsvragen bij de oorzaak.
Voorwaarden van causale relaties:
• Tijdsvolgorde
• Samenhang oorzaak en gevolg
• Samenhang kan niet worden ‘weg verklaard’ voor alternatieve
verschijnselen
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Nienkevt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.