Hoorcollege oedeem, 31 augustus 2020
Leerdoel:
De student kan het klinisch beeld, de oorzaak, ontstaanswijze, klachten en verschijnselen, stadia en
differentiaal diagnostiek van oedeem in het algemeen, lymfoedeem en lipoedeem en combinaties
hiervan in het bijzonder beschrijven.
De student kan deze onderscheiden van het klinisch beeld en de klachten en verschijnselen bij
veneus oedeem.
Oedeem is een overmatige ophoping van vocht in een bepaald lichaamsdeel. Door het vasthouden
van vocht zwelt het lichaamsdeel op. Plaatsen waar oedeem vaak ontstaat zijn de voeten, enkels,
benen, buik en longen.
Oedeem is een uiting van ziekte/ziekteverschijnsel.
Lymfoedeem ontstaat ook wel eens unilateraal (aan 1 kant van het lichaam) na bijv. een operatie. Het
kan ook aan beide zijden ontstaan.
Ascites = oedeem in de buikholte.
Een huidtherapeut behandeld:
- Lymfoedeem
- Lipoedeem
- Veneus oedeem
- Combinatievormen
Lymfoedeem is een dysfunctie van het lymfestelsel (te vergelijken met een snelweg waarop file
ontstaat)
- Toegenomen lymfeaanvoer
- Afgenomen lymfeafvloed
- Cumulatie van eiwitrijk weefselvocht
Lymfoedeem kan zich overal bevinden (behalve ogen en zenuwstelsel), afhankelijk van de plek
waarop het lymfesysteem niet goed werkt/beschadigd is. Oedeem is voor 80% gelokaliseerd in de
suprafasciale ruimten, waarvan het meeste aan de extremiteiten, maar het kan ook midline ontstaan
bij de chylus.
Classificatie van oedeem:
1. Postinflammatory (dermatitis, lymphangitis, lymphadenitis of various etiologies) na ontsteking
2. Postsurgical na operatie aan bijv. borstkanker
3. Posttraumatic na ongeluk
4. Mixed lymphatico-venous type combinatie tussen zowel lymfoedeem als veneus oedeem
5. Idiopathic (primary) zonder aanleiding
6. Parasitic (filarial) na een (parasitaire) infectie
Primair lymfoedeem
• Primair lymfoedeem wordt veroorzaakt door een ontwikkel- of functiestoornis van het
lymfvatstelsel.
Partiële dysplasieën (dysplasie is een misvorming)
Hypo- en hyperplasieën (verkleind of vergroot lymfestelsel)
Aplasieën (een deel van je lymfestelsel is niet ontwikkeld)
Ectasieën (verwijdde lymfebanen waardoor het vocht niet goed verplaatst wordt)
Vormen van primair lymfoedeem
- Congenitaal lymfoedeem (aangeboren – kan erfelijk zijn) ziekte van Milroy; zeldzaam. Dit
is oedeem aan de onderste extremiteiten (meestal bilateraal). Veroorzaakt door genmutatie.
Kenmerkend zijn; zwelling van de balzak (= hydrocele), omhoog gerichte teennagels,
opgezette venen, papillomatosis).
, Syndroom van Klippel-Trenaunay: 1:100.000 mannen en vrouwen = een abnormaliteit van
het vaat-en lymfestelsel en disproportionele reuzengroei van skelet of weke delen vaak
gepaard gaande met naevus flammeus, varicosis en lymfoedeem.
Syndroom van Turner: 1:2500 vrouwen = een dysfunctie van de ovaria, gedrongen postuur,
lymfoedeem aan handen en voeten.
Syndroom van Noonan: 1:1000-2500 mannen en vrouwen = o.a. ulerythema ophryogenes
(rode wangen), hypertrichosis en lymfoedeem aan handen en voeten, vaker voorkomend en
ernstiger dan bij syndroom van Turner.
- Lymfoedema precox (ontstaat rond puberteit)
Ziekte van Meige; 1:100.000 ♀♂; familiaire vorm van lymfoedeem door abnormale functie
lymfestelsel; optreden lymfoedeem vanaf puberteit, start voeten en enkels.
Non-hereditair lymfoedeem; optreden tussen 15e en 35ste, meestal aan de benen. Ontstaat
abrupt, maar wordt vaak uitgelokt door een infectie of een trauma.
- Lymfoedema tarda (ontstaat na 35e levensjaar) Non-hereditair lymfoedeem; optreden na
35ste, meestal t.g.v. secundaire processen zoals tumoren in kleine bekken of non-Hodgkin
lymfomen.
Kan 1 of 2-zijdig voorkomen
Onderscheid in leeftijd is achterhaald
Indeling in 5 categorieën naar klinische verschijning:
1. Lymfoedeem bij syndroom aandoeningen
2. Lokaal of gegeneraliseerd lymfoedeem met systemische of viscerale lymfatische
abnormaliteiten (lokaal of algemeen niet werkend lymfesysteem)
3. Lymfoedeem geassocieerd met hypertrofie of hypotrofie van bot en weke delen en/of huid-/
vaatafwijkingen (vergrootte of verkleinde botten)
4. Congenitaal (=aangeboren) lymfoedeem
5. Lymfoedeem beginnend na 1 jaar
Secundair lymfoedeem
Aan secundair lymfoedeem gaat iets vooraf, voor je het krijgt. Bijvoorbeeld een borstamputatie bij
borstkanker, na zwangerschap, na een ongeluk, etc.
• Verworven lymfoedeem door verstoring van het lymftransport systeem al dan niet
gecombineerd met een pathologisch verhoogd lymfaanbod
− Bijv. t.g.v. beschadiging van het lymfvatstelsel, b.v. door operatie, recidiverend
erysipelas, CVI
• Dit leidt tot een belemmerde afvloed van lymfe vanuit de weefsels
Gevolgen lymfoedeem:
• Allerhande huidveranderingen (fibrose = verharding van de huid door teveel eiwitten)
• Erysipelas (wondroos)
• Eczeem en mycosen
• Fibrose
• Lymfefistels en –cystes
• Angiosarcoom (kanker)
• Bewegingsbeperking
• Vertraagde wondgenezing
Stadia van Lymfoedeem:
• Stadium 1: vroege, geheel reversibele fase met pitting oedeem, dat verdwijnt bij hoogleggen
van het ledemaat (in dit stadium wil je je cliënt het liefst helpen)
• Stadium 2a: als 1, maar zwelling verdwijnt niet na hoogleggen van het ledemaat
• Stadium 2b toenemende fibrosering en vetdepositie met non-pitting component; deels
irreversibel