Inhoudsopgave
Voor bijeenkomst: Integratie met taal
1. Hajer, M. (2008). De lat hoog voor vakonderwijs: taalbeleid in de klas via taalgerichte
vakdidactiek. Vonk, 38-1.
2. Vaan, E. de & Marell, J. (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs. Uitgeverij
Coutinho. o Hoofdstuk 14: Natuur & Techniek en Taal: een Symbiose.
Voor bijeenkomst: Integratie met rekenen
3. Galen, F. van, Jonker, V. (2013). Experimenteren in de rekenles. Combineren van
rekenlessen met lessen wetenschap & techniek. Utrecht: Kenniscentrum
Talentontwikkeling, Wetenschap & Techniek Midden-Nederland.
Voor bijeenkomst: ICT & thematisch werken
4. Schweickert, F & Van den Berg, E. (2010). Waarnemen met de zintuigen van de
computer. In Ruis, P. (red.), Stuiteren & Spiegelen: Wetenschap en Techniek op pabo’s en
basisscholen. (pp. 111-114). Amsterdam: WET Noord-Holland Flevoland
5. Both, K. (2002). Als een spin in het web (1) en (2). In: Uit de Grabbelton over didactiek.
Stichting Leerplanontwikkeling.
6. Greven, J., Letschert, J. (2005). The Storyline Approach. Over thematisch onderwijs in de
vorm van verhalen. Enschede: SLO.
7. Kok, J. (2003). Stekeltje. Praxis Bulletin 5, januari 2003.
8. Sandberg, A. (2003). Funky Animal Zoo. Praxis Bulletin 5, januari 2003
9. Vaan, E. de & Marell, J. (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs. Uitgeverij
Coutinho. o Hoofdstuk 19: Natuuronderwijs in thema’s.
Voor bijeenkomst: Jonge kind didactiek
10. Boomsma, C. & Bosch, W. (2013). Leeropbrengsten in de zandbak. Opbrengstgericht
werken en spel. JSW Jeugd in School en Wereld, Jrg. 96 Nr. 9, blz. 14.
11. Beets Kessen, A. (2013). Opbrengstgericht werken met jonge kinderen. Investeren in spel
en spelen. HJK 9 april 2013.
12. Bleijerveld, K. (2002). Ontdekdozen… Meer dan een handige organisatievorm. In: Uit de
Grabbelton over didactiek. Didactische aanwijzingen voor lessen over natuur, techniek en
milieu. Stichting Leerplanontwikkeling (SLO), Enschede.
13. Bodrova, E. (2008). Make‐believe play versus academic skills: a Vygotskian approach to
today’s dilemma of early childhood education, European Early Childhood Education
Research Journal, 16:3, 357-369.
14. Bonawitz, E., Shafto P., Gweon H., Goodman N.D., Spelke E.S., Schulz L. (2011). The
double-edged sword of pedagogy: Instruction limits spontaneous exploration and
discovery. Cognition. 2011; 102(3):322–330.
15. Esch, W. van (2011). Kansen benutten in een rijke leeromgeving. Mensenkinderen 128.
16. Gopnik, A. (2012). Scientific Thinking in Young Children: Theoretical Advances, Empirical
Research, and Policy Implications. Science 337, 1623.
17. Graft, M. van (2008). Kleine Wetenschappers. De wereld van het jonge kind, sept 2008.
18. Oers, B. van (2012). Spelen en blijven spelen. Mensenkinderen 130.
, 19. Pilgram, P. (2002). Een hoekje in de klas. In: Uit de Grabbelton over didactiek. Didactische
aanwijzingen voor lessen over natuur, techniek en milieu. Stichting Leerplanontwikkeling
(SLO), Enschede.
20. Vaan, E. de & Marell, J. (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs. Uitgeverij
Coutinho. o Hoofdstuk 12: Vragen bij natuuronderwijs
SAMENVATTINGEN:
Voor bijeenkomst: Integratie met taal
1. Hajer, M. (2008). De lat hoog voor vakonderwijs: taalbeleid in de klas via
taalgerichte vakdidactiek. Vonk, 38-1
Taalgericht vakonderwijs = didactiek waarin taal- en vakonderwijs worden geïntegreerd.
Het tegenovergestelde van taalgericht vakonderwijs is het vereenvoudigen van het taalgebruik in het
vakonderwijs:
Gevolg lastige teksten overslaan → leerlingen krijgen minder taalaanbod
Gevolg lastige teksten in eigen woorden uitleggen → leerlingen horen minder vaktaal
Gevolg meer klassikaal lesgeven → leerlingen leren minder actief, praten en schrijven niet actief rond
de leerstof
Om tot taalverwerving te komen, 3 condities:
- een voldoende rijk, begrijpelijk taalaanbod
- gelegenheid tot taalproductie, praten en schrijven rond de nieuwe begrippen
- feedback op die productie, waaruit leerlingen kunnen afleiden of hun uiting begrepen en
correct is, dan wel bijgesteld moet worden
3 principes taalgericht vakonderwijs:
1. context: betekenis geven
2. interactie: vragen stellen, instructie, nabespreken
3. taalsteun: structuur, feedback taalgebruik
2. Vaan, E. de & Marell, J. (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs.
Uitgeverij Coutinho. o Hoofdstuk 14: Natuur & Techniek en Taal: een Symbiose.
Natuuronderwijs en taalontwikkeling hebben een positieve invloed op elkaar, vooral gesprekken
hebben een positief effect op OOL (samen actief onderzoeken en ontwerpen; hardop denken,
luisteren en op elkaar reageren).
Belangrijke gespreksvormen voor taal-denken zijn verkennende gesprekken in groepjes en klassikaal
onderwijs voor dialogen.
Goed (be)geleide gesprekken inspireren de kinderen en hebben een nog grotere impact op hun
denkontwikkeling dan lezen en schrijven.
Voorbeelden van taalfuncties in een 5-stappenles; zie blz. 231
,Gesprekken bij waarnemen en benoemen bij Natuur & Techniek
Tijdens ontdekkend leren praten kinderen over hun waarnemingen bij hun omgang met het materiaal.
Bij sommige kinderen is de woordenschat die hiervoor nodig is passief (receptief) al aanwezig, bij
andere actief (productief) en bij anderen nog helemaal niet.
Kinderen staan open voor woorden en begrippen die anderen kennen, ze activeren elkaars
woordenschat.
Een voorbeeld van een activiteit die de woordenschat bij kinderen bevordert is de voeldoos (voorwerp
natekenen, denk aan werkcollege).
Domeinspecifieke taal
Het gebruik van de juiste vaktermen is erg goed voor het zelfvertrouwen van kinderen. Ze voelen zich
hierdoor competent en meer serieus genomen.
Een moeilijke tekst uit een leerboek moet je als leraar niet omschrijven naar het niveau van de
kinderen, maar je moet werken met echt materiaal om daarna de ervaringen te koppelen met de
leertekst.
Vertalen en terugspelen
Je moet het kind niet verbeteren in een gesprek, maar herformuleren en uitbreiden
(voorbeeld; zie blz. 234).
De uitgebreide versie van vertalen en terugspelen =
Interpreteren – terugspelen – interpretatie controleren en zo nodig aanpassen – bevestigen – correcte
woord laten gebruiken.
Communicatie en leren
Bij communicatie en leren is een gelijkwaardige ongedwongen relatie tussen de gespreksdeelnemers
van belang.
Belerend/overdragend; vragen stellen, kinderen de beurt geven
Echt dialoog; leerkracht verwondert zich samen met de leerlingen (= vaak meest leerzaam)
Begrippen en betekenisverlening
Pas als leerlingen de kans krijgen om hardop te denken, de zaak vanuit perspectief van anderen te
bezien, hun ervaringen te verwerken, erop terug te komen en het voor zichzelf op een rij te zetten,
ontstaat een structuur die past bij hun denkschema’s. Dit noem je ook wel sociaal constructivisme
(kennis construeren in een sociale context).
Door interactie kan je kinderen een zetje geven naar de zone van de naaste ontwikkeling, waarbij je
gebruik maakt van scaffolding – Je zet een steiger om de leerling heen om waar nodig te
ondersteunen. Hiermee ondersteun je ze zodat ze een stapje verder kunnen komen in hun
ontwikkeling.
Denken over Natuur & Techniek in en door taal
Om oppervlakkige gesprekken tussen leerlingen te voorkomen is het als leraar zinvol om kinderen;
- Te leren hoe je diepgaande gesprekken kunt voeren
- De domeinspecifieke taal te leren gebruiken
, - Vertrouwd te maken met de taal van onderzoeken/ontwerpen
- Vertrouwd te maken met de taal van logisch denken
Leren van en over gesprekken
Zinvolle gesprekken;
- Hangt af van…
* de vrijheid die ze voelen om hun inbreng te geven
* de manier waarop jij als leerkracht hen gesprekken leert voeren
- Voorwaarden zijn …
* gezonde klassensfeer
* open interactie
- Gespreksvaardigheid verbeteren door…
* kinderen bewust te maken van de impact van zinvolle gesprekken en van valkuilen door met ze te
bespreken wat ze hebben geleerd (kwaliteit van gesprekken)
* Taken in de groep te verdelen en die taken na afloop te evalueren
De talen van Natuur en Techniek
Wanneer je vaktaal rustig opbouwt met je groep, geeft dat geen problemen. Vaktaal moet je niet
vermijden in je klas (door bijv. de tekst herschrijven).
Vaktaal / domeinspecifieke taal
Bijv. weerkaatsen, stroomkring, windkracht enz.
Schooltaal
Onderzoekstaal (waarnemen, vergelijken, beschrijven enz.)
Ontwerptaal (probleemstelling, prototype, testfase enz.)
Maaktaal (recept, bouwtekening, montage enz.)
Opzoektaal (legenda, zoekwoord, googelen enz.)
Taal van logisch denken (geheel-deel, oorzaak-gevolg, argument enz.)
Interactie: brandstof en smeerolie voor leren
School is de plek waar kinderen hun ideeën en vragen kunnen inbrengen, waar ze nadenken en
praten over denkbeelden en waar ze denkbeelden kunnen onderzoeken. Niet elke vorm van interactie
is hiervoor geschikt.
2 karakteristieke voorbeelden van leren door interactie;
1. Het openen van concepten
Inventariserende gesprekken;
* Een gesprek onder jouw leiding met de hele groep aan de hand van een door jou geïntroduceerd
bijzonder voorwerp of verschijnsel
Óf
* Een gesprek in een klein groepje dat materiaal verkent na een korte introductie
2. Observatiekring en onderzoeks-demonstratie
Deze vorm zet kinderen aan het denken en helpt hen hun gedachten onder woorden te brengen.