Misdaadanalyse en daderprofilering februari – maart
Boba Santos – Hoofdstuk 1 Crime Analysis and the Profession
Misdaadanalyse: een beroep en proces waarin kwantitatieve en kwalitatieve technieken
worden gebruikt om data te analyseren die waardevol is voor de politie. Centrale focus ligt
op criminaliteit en criminelen, wanorde (= geluidsoverlast, inbraakalarmen en verdachte
activiteiten), en informatie over de aard van incidenten, daders, slachtoffers of doelwitten. De
resultaten worden gebruikt om misdaadonderzoek en vervolging te ondersteunen, evenals
patrouille, preventie en evaluatie van politie-inzet. De doelen van misdaadanalyse zijn
assisteren van politie bij vermindering van angst voor criminaliteit, criminaliteit en wanorde,
het voorkomen van criminaliteit en evaluatie.
Alle typen analyse uitgevoerd binnen een politieafdeling, m.u.v. bewijsanalyse, HR-
gerelateerde administratieve analyse en analyse van leveranciers/equipment etc.
Intelligence: informatie over een vijand, in het geheim verzameld, resulterend in
specifiekere termen als militaire intelligence, criminele intelligence en intelligence analyse.
Misdaad intelligence analyse: een focus op daders in plaats van op
misdaadinformatie in het algemeen.
Misdaadanalisten gebruiken kwalitatieve data en methoden als ze non-numerieke data
onderzoeken om onderliggende oorzaken van criminaliteit bloot te leggen (veldonderzoek:
observeren en praten met individuen met specifieke kennis, contentanalyse: onderzoeken
van politierapporten). Ze kunnen ook kwantitatieve methoden gebruiken statistische
analyse van numerieke/categorische data (frequenties, percentages, gemiddelden).
3 hoofdtypen informatie die misdaadanalisten gebruiken:
1. Sociaal-demografische informatie – persoonlijke kenmerken van individuen en
groepen (geslacht, leeftijd, ras, inkomen en opleiding). Op individueel niveau gebruikt
om slachtoffers en verdachten te identificeren, op breder niveau om kenmerken van
groep te bepalen en hoe deze groepen gerelateerd zijn aan misdaad.
2. Ruimtelijke aard van misdaad – visuele weergaven van criminaliteit en wanorde-
locaties en hun relatie tot andere gebeurtenissen en geografische kenmerken zijn
essentieel voor het begrijpen van de aard van criminaliteit en wanorde.
3. Tijdelijke aard van misdaad – groot onderdeel van misdaadanalyse onderzoeken
van lange-termijn trends in criminaliteit en wanorde, per seizoen, week of dag.
9x waarom misdaadanalyse voordeel biedt voor wetshandhaving:
1. Helpt misdaadonderzoeken op te lossen: intelligence producten helpen op te sporen,
te voorkomen en te reageren op criminele en terroristische activiteiten.
2. Vergroot het vermogen om criminelen te vervolgen: samenvattingstabellen, charts
en kaarten van analisten worden gebruikt in de rechtszaal analisten bieden
feitelijke en expertgetuigenissen en organiseren bewijs om te laten zien in de
rechtszaal.
3. Steunt de directeur en de missie: directeur krijgt veel belangrijke informatie waarmee
criminaliteit voorkomen zou kunnen worden.
4. Informeert de wetshandhaving actief over criminaliteitstrends en stelt dreigings-,
kwetsbaarheids- en risicobeoordelingen op.
5. Traint personeel van wetshandhaving en ander intelligence personeel.
6. Assisteert bij ontwikkelen van gedigitaliseerde databases om informatie en
intelligence te organiseren.
7. Bevordert betekenisvolle relaties met ander wetshandhandhavingspersoneel.
8. Verzekert compliance met lokale, statelijke wetten en reguleringen.
9. Biedt steun voor fusiecentra.
,Geografisch informatiesysteem (GIS): combinatie van software tools die het de analist
mogelijk maakt om criminaliteit op verschillende manieren op een kaart te plaatsen. Met een
GIS kan ook gekeken worden naar data achter de geografische kenmerken en kunnen
statistische functies worden uitgevoerd.
Crime Mapping: middels een GIS een ruimtelijke analyse uitvoeren van misdaad en
wanorde, maar ook van andere politie-gerelateerde issues. 3 hoofdfuncties ervan:
Het faciliteert visuele en statistische analyses van de ruimtelijke aard van misdaad.
Het helpt analisten verschillende databronnen aan elkaar linken gebaseerd op
geografische variabelen.
Het biedt kaarten die helpen de analytische resultaten te communiceren.
Begin van misdaadanalyse: begin 19e eeuw, met opzetten van de eerste moderne politie in
Londen.
Begin van Crime Mapping: niet met oprichting van de eerste politie, maar met het werk van
onderzoekers, ver voor de uitvinding van computers Europese onderzoekers van de
cartografische school van criminologie deden onderzoek naar criminaliteitsniveaus in
gebieden en de relatie van die niveaus tot sociologische factoren. Begon later in VS.
Commission on Accreditation for Law Enforcement Agencies (CALEA): commissie die
werd opgesteld nadat er meer aandacht kwam voor misdaadanalyse in de VS om deze
accreditatie te krijgen, moesten politie-agentschappen capabel zijn voor misdaadanalyse.
Aantal onderzoeksresultaten: Misdaadanalyse komt steeds vaker voor, zeker in middelgrote
tot grote agentschappen. Misdaadanalisten hechten veel waarde aan tactische analyse, die
de korte-termijn planning steunt en vooral gericht is op activiteiten voor criminaliteitscontrole.
Er lijkt een culturele kloof te zitten tussen misdaadanalisten en andere politiebeambten
analisten hebben positieve houding richting beambten, maar andersom geldt dit niet.
Wat maakt iemand een goed misdaadanalist? Idealiter heeft een misdaadanalist
politiekennis, onderzoekvaardigheden en technologische aanleg. De vermogens van een
analist moeten een balans van kennis en skills vertonen in deze 3 gebieden. Bovendien
kunnen agentschappen zowel burgers aannemen als beëdigde officieren.
Strategisch plan: bepaalt de strategie en richting, de verwachtingen en helpt beslissingen te
begeleiden over hoe het werk gedaan wordt en hoe bronnen worden verdeeld.
Formulering van zo’n plan is belangrijk bij opstellen van crime analysis unit (CAU)
of bij verbeteren van de vermogens daarvan.
Uitdagingen voor misdaadanalyse:
De beschikbaarheid van relevante training en opleiding.
De beschikbaarheid van adequate data in zowel kwantiteit als kwaliteit.
Effectief gebruik van misdaadanalyseproducten door de politie.
Het vermogen om te communiceren met andere misdaadanalisten in aangrenzende
jurisdicties.
Boba Santos – Hoofdstuk 2 Theoretical Foundations of Crime Analysis
Analisten spenderen weinig tijd aan het gebruik van theorieën om hun analyses richting te
geven maar nu de discipline van misdaadanalyse verder ontwikkelt is het wel belangrijk
dat analisten relevante criminologische theorieën toepassen in hun werk.
Criminologische theorieën: theorieën die uitgaan van een gemotiveerde dader.
Deze theorieën zijn van belang voor misdaadanalisten. Strafrechttheorieën niet (=
theorieën die trachten te verklaren waarom individuen daders zijn geworden).
,Environmental criminologie is anders dan traditionele criminologische theorieën, want
deze criminologie probeert geen hoofdoorzaken van criminaliteit te verklaren, of waarom
mensen crimineel worden. In plaats daarvan focust het op aspecten van settings waarin
criminaliteit voorkomt (= locaties voor herhaald gebruik voor een bepaalde activiteit, op
bekende tijden). Steden kunnen bijvoorbeeld worden onderverdeeld in settings waar bepaald
gedrag plaatsvindt.
Een misdaad kan enkel plaatsvinden als daar gelegenheid voor is sommige settings
bieden meer gelegenheid dan andere en environmental criminologie verklaart hoe die
gelegenheden ontstaan en samenclusteren.
Environmental criminologie: probeert de verschillende aspecten van een misdaad te
begrijpen, om gedragspatronen en omgevingsfactoren te identificeren die gelegenheid voor
criminaliteit en andere ongewenste activiteiten creëren.
Probleemanalyse-driehoek: concept dat helpt settings te begrijpen, ook wel
criminaliteitsdriehoek genoemd. Het laat 4 componenten zien die nodig zijn om misdaad te
laten plaatsvinden: (1) dader en (2) slachtoffer/doelwit komen samen op bepaalde (3) plaats
en (4) op een bepaald moment. Maar dit betekent niet dat als al deze componenten
aanwezig zijn, er altijd een misdaad plaatsvindt.
De grotere driehoek helpt dan ook te begrijpen hoe gelegenheden worden beïnvloed
binnen een criminaliteitssetting. Laat 3 typen mensen zien die controle kunnen
uitoefenen op slachtoffers, plaatsen en daders:
1. Guardians: kunnen slachtoffers/doelwitten beschermen door over hen te waken of
door hen weg te halen uit bepaalde situaties ouders, beveiligers.
2. Managers: zijn verantwoordelijk voor plaatsen, zoals hotels of huizen. Ze bepalen
de regels en managen de plaatsen die regels en fysieke omgeving hebben
invloed op gelegenheden.
3. Handlers: kennen de potentiële daders en staan in zo’n positie dat ze de
handelingen van potentiële daders kunnen monitoren of controleren ouders
kunnen ontmoedigen, maar vrienden zouden criminaliteit kunnen stimuleren.
Al deze mensen kunnen criminaliteit zowel ontmoedigen als aanmoedigen.
Rationele keuzetheorie: individueel niveau deze theorie suggereert dat iedereen een
misdaad zou plegen als ze de kans krijgen/juiste gelegenheid tegenkomen. Mensen wegen
de beloning af tegen de kosten (pakkans). Nuttig voor misdaadanalyse door belang van
achterhalen waarom dadergroepen systematisch bepaalde misdaden plegen.
Criminaliteitspatroontheorie: sociaal interactieniveau probeert te begrijpen hoe mensen
samenkomen in tijd en ruimte binnen criminaliteitssettings en suggereert dat strafbare feiten
plaatsvinden waar de activiteitenruimte van daders samenvalt met die van slachtoffers.
Activiteitenruimte is die ruimte die bekend wordt door alledaagse activiteiten; waar iemand
woont, werkt, etc. eigenlijk de locatie van een individu. Volgens deze theorie plegen daders
bovendien criminaliteit in plaatsen die ze kennen of regelmatig bezoeken.
Routine-activiteitentheorie: focust op hoe gelegenheden voor criminaliteit veranderen
(toenemen of afnemen), als gevolg van gedragsveranderingen op maatschappelijk niveau.
Law of Crime Concentration: Weisburd we weten dat criminaliteit clustert per plaats,
maar dat deze clusters nauw gedefinieerd kunnen worden en stabiel en voorspelbaar zijn
door de tijd heen. Voor misdaadanalisten is dit belangrijk omdat dit aantoont dat zij ook
aandacht moeten besteden aan plaatsen waar criminaliteit plaatsvindt.
Herhaald slachtofferschap: terugkerende criminaliteit op dezelfde plaatsen of tegen
dezelfde mensen. Door dit herhaalde slachtofferschap op plaatsen worden de clusters van
, criminaliteit gevormd. Het faciliteert identificatie van gelegenheidspatronen als dezelfde
mensen/locatie steeds slachtoffer wordt in verschillende situaties, biedt dat de analist de
kans om gemeenschappelijke kenmerken tussen de feiten te vinden en te begrijpen waarom
criminaliteit in een bepaalde setting/tegen bepaalde groep plaatsvindt.
4 typen herhaald slachtofferschap:
1. True herhaalde slachtoffers: exact dezelfde slachtoffers of plaatsen die voorheen
slachtoffer waren.
2. Bijna-slachtoffers: slachtoffers/doelwitten die fysiek zijn bij of kenmerken delen met
het originele slachtoffer.
3. Virtuele herhalingen: slachtoffers/doelwitten die virtueel identiek zijn aan het originele
slachtoffer en sommige kenmerken delen.
4. Chronische slachtoffers: individuen die meermaals slachtoffer zijn geworden van
verschillende daders van meerdere typen criminaliteit multipel slachtofferschap.
Andere criminaliteitsclusters, gelinkt aan herhaald slachtofferschap:
1. Herhaalde daders: individuen die meerdere strafbare feiten plegen.
2. Hot spots: gebieden die te maken hebben met grote aantallen criminaliteit.
3. Risicovolle faciliteiten: individuele locaties die buitenproportioneel veel criminaliteit
aantrekken en genereren winkelcentrum, middelbare school etc.
4. Hot products: typen eigendommen die herhaald doelwit zijn, die aantrekkelijk zijn
voor dieven. Hiervoor dient het: (1) camoufleerbaar, (2) verwijderbaar, (3)
beschikbaar, (4) waardevol, (5) plezierig te zijn.
Near repeat slachtofferschap: niet-gevictimiseerde plaatsen die dichtbij plaatsen liggen die
wel slachtoffer zijn geworden het toegenomen risico wordt veroorzaakt doordat daders
teruggaan naar het gebied waar ze eerder een succesvol strafbaar feit hebben gepleegd.
Implicaties hiervan voor analisten: (1) ze moeten kijken naar andere incidenten in
dezelfde regio kort nadat een feit plaatsvindt en (2) ze moeten meenemen dat
dezelfde dader criminaliteit kan plegen binnen een cluster van near repeats.
De 80/20 regel (Pareto principe): 80% van bepaalde uitkomsten zijn het resultaat van
slechts 20% van de gerelateerde oorzaken.
Situationele criminaliteitspreventie: gelegenheden voor criminaliteit verminderen met
verschillende technieken:
1. Increase perceived effort – moeilijker maken voor de crimineel om strafbaar feit te
plegen target hardening (= speciale sloten bijv.), toegang tot faciliteiten
controleren, uitgangen screenen (= ticket voor uitgang bijv.), afbuigen van daders (=
straten afsluiten bijv.), controleren van wapens.
2. Increase perceived risk – idee dat ze gepakt kunnen worden is groter uitbreiden
van guardianship (= niet alleen lopen), ondersteunend natuurlijk toezicht (=
straatverlichting), anonimiteit verminderen, gebruikmaken van plaatsmanagers en
formele surveillance.
3. Reduce anticipated rewards – verminderen van de waarde van het strafbare feit
targets verbergen, targets verwijderen, identificeren van eigendom, openbreken van
markten en winsten ontkennen.
4. Reduce provocations – veranderen van sociale omstandigheden op zo’n manier dat
stress, conflict en verleiding verminderen frustraties en stress verminderen, ruzies
voorkomen, emotionele opwinding voorkomen, groepsdruk neutraliseren en imitatie
ontmoedigen
5. Remove excuses – regels opzetten, instructies neerzetten, alerting conscience (bord
naast de weg dat laat zien hoe hard je rijdt), compliance ondersteunen en drugs en
alcohol controleren.