DEEL III. POP en PAP verslag uitvoeringsfase
Een beroepsproduct ten aanzien van het vak praktijkleren 3.
Hoofdstuk 1. POP Persoonlijk ontwikkel plan
In dit hoofdstuk wil ik de aandacht vestigen op de wijze waarop ik aan mijn opgestelde leerdoelen voor de
uitvoeringsfase heb gewerkt, en welke resultaten dit mij heeft opgeleverd. Daarnaast geef ik concreet aan met
welke leervragen ik in de uitvoeringsfase ben geconfronteerd, en wat ik hiermee heb gedaan.
De leerdoelen die ik voor de uitvoeringsfase heb opgesteld zijn gebaseerd op de leerdoelen van het
onderwijsprogramma praktijkleren 3.
De leerdoelen die ik heb opgesteld voor de uitvoeringsfase heb ik SMART verwerkt in het PAP-verslag van de
inwerkfase In de uitvoeringsfase staan de volgende competenties centraal:
Competentie 1: Verleent adequaat multi-methodische hulp- en diensten aan individuen met problemen die zich
psychisch, sociaal en/of materiaal voordoen in diverse vrijwillige en onvrijwillige (maatschappelijke) contexten
en bevordert daarbij interculturele communicatie, vanuit grootstedelijk perspectief.
Competentie 7: Werkt aan persoonlijke en professionele ontwikkeling (Bildung) en ontwikkelt daarbij zijn of
haar persoonlijke kwaliteiten en beroepskwaliteiten.
De leerdoelen die voor de uitvoeringsfase zijn opgesteld, zijn dan ook gericht op de competenties 1 en 7.
Daarnaast zijn deze leerdoelen gebaseerd op de leerdoelen van de uitvoeringsfase volgens het
onderwijsprogramma van praktijkleren 3. (Ploem, 2013)
1.1 Een beschrijving van de wijze waarop ik aan het SMART opgestelde Leerdoel 1: zelfstandig afnemen van een
intakegesprek uit de uitvoeringsfase heb gewerkt, en wat dit mij heeft opgeleverd.
Net als bij het leerdoel ‘inzicht in het intakegesprek’ uit de inwerkfase, heb ik dit brede leerdoel bij het SMART
opstellen onderverdeeld in subdoelstellingen. Dit om zo specifiek vast te stellen wat ik wilde bereiken om
zelfstandig een intakegesprek af te nemen. Deze sub doelstellingen gaven mij zicht op mijn leerproces,
daar ik zo kon zien welke vaardigheden ik al onder de knie had.
Ik kan het privacyreglement helder aan de cliënt overbrengen.
Ik kan de cliënt een duidelijke weergave geven van wat hij/zij van het MMW kan verwachten, en met
welke hulpvragen hij/zij bij het MMW terecht kan.
Ik verzamel en controleer relevante contactgegevens van de cliënt
Ik stel gerichte vragen om zicht te krijgen op de hulpvraag.
Ik kan beoordelen en onderbouwen of de hulpvraag van de cliënt aansluit bij het hulpaanbod van het
MMW.
Ik kan de cliënt uitleg geven over hoe het MMW de cliënt ondersteuning kan bieden bij de hulpvraag ,
en hier afspraken over te maken voor het vervolggesprek.
Ik kan het hulpverleningscontact na het eerste gesprek beëindigen wanneer deze niet aansluit bij het
hulpaanbod van het MMW, en indien nodig kan ik doorverwijzen.
Bij het werken aan dit leerdoel startte ik met het inleiden van het intakegesprek. Ik gaf de patiënt informatie
over het privacyreglement, wat hij/zij van het MMW kan verwachten, en met welke hulpvragen hij/zij bij het
MMW terecht kan . De informatie die ik heb verkregen van het leerdoel uit de inwerkfase: inzicht in het
intakegesprek, heb ik meegenomen in dit leerdoel. Dit heb ik onder andere gedaan door de aantekeningen van
het eerste leerdoel puntsgewijs te formuleren en mee te nemen ter ondersteuning om het intakegesprek in te
leiden.
Nadat ik de intakegesprekken volgens mijn collega goed kon inleiden, kreeg ik de taak om het intakegesprek
zelfstandig af te nemen. Mijn collega zat hierbij in de hoek, om mij feedback te geven. Mijn praktijkbegeleider
gaf mij tijdens de praktijkbegeleiding, halverwege de uitvoeringsfase, het advies om de gekregen feedback van
mijn collega te verwerken in specifiek SMART opgestelde leerdoelen.
, Hierdoor krijg ik zicht op wat ik heb bereikt, en wat ik nog wil bereiken. Ook gaf mijn praktijkbegeleider mij het
advies om mijn collega te vragen om specifieke feedback, daar deze feedback kan helpen om inzicht in mijn
leerproces te verkrijgen ten aanzien van de specifiek opgestelde leerdoelen.
De (opbouwende) feedback die ik van verschillende collega’s had verkregen, was dat ik mijn vragen soms wat
onduidelijk formulier, soms woorden gebruik die niet voor iedere cliënt begrijpelijk zijn en dat ik soms wat
meer kan doorvragen. Aan de hand van deze feedback heb ik halverwege de uitvoeringsfase de volgende
specifieke leerdoelen opgesteld met betrekking tot het leerdoel zelfstandig afnemen van een intakegesprek:
Ik stel heldere vragen aan mijn cliënten, en spreek in passend taalgebruik.
Specifiek: Ik wil bereiken dat ik de vragen aan mijn cliënten helder formuleer, zodat zij weten wat ik met deze
vraag bedoel. Daarnaast wil ik in de gesprekken met cliënten spreken in passend taalgebruik. Dat houdt in dat
ik een gepaste woordkeuze maak, en de zinformulering afstem op de cliënt.
Om aan dit leerdoel te werken is in eerste instantie de cliënt betrokken. Daarnaast is een collega van mij
betrokken die feedback kan geven op de zinformulering en formulering van vragen. Bij de komende
intakegesprekken zal deze collega bij het gesprek aanwezig zijn. Op een bepaald moment doe ik deze
gesprekken alleen, en zal ik de cliënt vragen of het goed is dat ik het gesprek opneem. Het opnemen van het
gesprek stelt mij in staat om het gesprek terug te luisteren, op het gesprek te reflecteren en feedback te
kunnen ontvangen van een collega.
Ik wil dit leerdoel bereiken daar ik het van belang vind dat de gesprekken voor de cliënt begrijpelijk zijn, en dat
ik door middel van passend taalgebruik aan kan sluiten bij de cliënt. Iedere cliënt is verschillend, en dat vraagt
ook een afgestemde benadering.
Meetbaar: Ik ben in staat om aan de verbale reactie en/of lichaamshouding van de cliënt mogelijke
vragen/onduidelijkheden te kunnen ontdekken. Wanneer dit het geval is zou ik de cliënt kunnen vragen of de
vraag duidelijk is geformuleerd voor de cliënt, en of de cliënt het begrepen heeft. Ook ben ik in staat om aan de
verbale reactie en/of lichaamshouding van de cliënt mogelijke dissonantie te ontdekken. Dit kan ik bespreken
of mijn handelen hierop afstemmen.
Naast het controleren bij de cliënt heeft mijn collega zicht op mijn leerproces doordat hij/zij bij het gesprek
aanwezig is, of in staat is om het gesprek terug te luisteren en hier samen met mij op te reflecteren. Ik vind het
belangrijk om de gekregen feedback per gesprek te noteren, om zo te kijken hoe ik deze feedback in het
volgende intakegesprek mee kan nemen. Ook vind ik het voor mijzelf prettig om te noteren hoe ik het gesprek
zelf vond gaan, wat ik met de gekregen feedback heb gedaan, wat ik lastig vond en wat ik kan doen om dit de
volgende keer voor mijzelf makkelijker te maken.
Acceptabel: Iedere cliënt bij het maatschappelijk werk is anders, en dat vraagt een benadering die afgestemd
is op de cliënt. De presentiebenadering van Baarde onderbouwt dit.
Realistisch: Dit leerdoel is realistisch daar ik bij de cliënt kan vragen of alles voor hem/haar duidelijk is.
Daarnaast krijg ik feedback van mijn collega.
Tijdgebonden: De uitvoeringsfase duurt ongeveer drie maanden, waarin ik aan het eind van deze drie
maanden, aan de hand van het POP/PAP verslag van de uitvoeringsfase, reflecteer op het werken aan dit
leerdoel.
Bij een intakegesprek op de poli verkrijg ik voldoende informatie over de cliënt, om een duidelijk beeld van de
cliënt en zijn/haar omgeving te kunnen vormen.
Specifiek: Dit leerdoel heeft betrekking op het bovengenoemde leerdoel: door voldoende informatie over de
cliënt te verkrijgen over bijvoorbeeld opleiding en werk, kan je daar als hulpverlener in je handelen op
afstemmen.
In eerste instantie is de cliënt bij dit leerdoel betrokken. Daarnaast is een collega van mij betrokken die
feedback kan geven op de informatie die ik heb verkregen aan de hand van het intakegesprek. Bij de komende
intakegesprekken zal deze collega bij het gesprek aanwezig zijn. Op een bepaald moment doe ik deze
gesprekken alleen, en zal ik de cliënt vragen of het goed is dat ik het gesprek opneem. Het opnemen van het
gesprek stelt mij in staat om het gesprek terug te luisteren, op het gesprek te reflecteren en feedback te
kunnen ontvangen van een collega.
