Directe Belastingen 1
Week 1:
Een bron van inkomen is een activiteit die in staat is een voordeel op te leveren waarbij er
een causaal verband bestaat tussen het voordeel en de bron.
De bronvereisten:
1. deelname aan het economisch verkeer (dus niet gelegen in de privésfeer)
2. oogmerk om voordeel te behalen (subjectief element)
3. voordeel moet redelijkerwijs te verwachten zijn (objectief element)
Alle met de bron samenhangende voordelen worden belast (dus ook fooi)
HR Partnerbegrip: als partners duurzaam gescheiden leven worden ze aangemerkt als
ongehuwde
Winst uit onderneming
Wanneer kunnen we spreken van een onderneming?
Rechtspraak ->
1. Duurzame organisatie van arbeid en kapitaal (kritiek uit literatuur)
2. door deelname aan het maatschappelijk productieproces
3. oogmerk winst te behalen
4. die redelijkerwijs valt te verwachten
Daarnaast volgt uit de jurisprudentie een aantal factoren die belangrijk zijn om te bepalen of
sprake is van een onderneming:
-Zelfstandigheid
-Duurzaamheid van werkzaamheden
-Omvang van de werkzaamheden
-Debiteurenrisico
-Voorraadrisico
-Aantal opdrachtgevers
-Grootte van de omzet
-Winstverwachting
-Bekendheid die naar buiten toe wordt gedreven
-Ondernemersrisico !!
Wanneer sprake van ondernemer?
Art. 3.4 IB
1. Er is sprake van een onderneming
-zie hierboven
2. De onderneming wordt voor rekening van de belastingplichtige gedreven.
-sprake van een financiële band tussen de onderneming en de gerechtigheid van de
natuurlijke persoon tot die voordelen
3. De belastingplichtige wordt rechtstreeks verbonden voor verbintenissen betreffende die
onderneming
-door “rechtstreeks” geen ondernemer via huwelijksvermogensrecht, door “verbonden”
geen ondernemer via CV (want art. 20 lid 2 beheersverbod)
,Art. 3.5 Wet IB 2001: Zelfstandig uitgeoefend beroep: ook onderneming/ondernemer
Urencriterium (opent weg naar bepaalde ondernemersfaciliteiten)
Art. 3.6 IB: 1225 uren besteden aan onderneming (alle uren die betrekking hebben op
onderneming), waarbij minstens 50% van tijd voor box 1 inkomen aan onderneming wordt
besteed of de ondernemer in een of meer van de 5 voorgaande jaren geen ondernemer was
(dan hoeft niet voldaan te worden aan het grotendeelscriterium).
Gebruikelijkheidscriterium (art. 3.6 lid 2)
Sprake van samenwerkingsverband (bijv. VOF) tussen verbonden personen (bijv.
echtgenoten) dan tellen bepaalde uren niet mee voor urencriterium, namelijk:
-werkzaamheden die hoofdzakelijk van ondersteunende aard zijn (>70%, bijv. telefoon
opnemen) én
-waarbij het ongebruikelijk is dat een dergelijk samenwerkingsverband wordt aangegaan
tussen niet verbonden personen
Sprake van ondernemerschap?
- Vennoot in VOF: ja, want hoofdelijk verbonden volgens art. 18 WVK
- Cv in besloten CV: nee, want niet verbonden voor de verbintenissen van de
vennootschap. Tenzij beheersverbod overtreedt
- Cv in open CV: nee, open CV wordt gelijkgesteld aan NV/BV art. 2lid 3 sub c AWR. Cv
wordt gelijkgesteld met aandeelhouder sub f, dus belast in box 3 of box 2.
- Erfgenaam ondernemer: volgens rechtspraak maakt het enkel zijn van erfgenaam je
geen ondernemer. Wanneer je de onderneming voortzet word je pas ondernemer.
De andere erfgenamen worden belast als medegerechtigde.
- Verhuur van een onderneming: volgens rechtspraak is de verhuurder van een
onderneming ook een ondernemer omdat hij de onderneming in een andere vorm
voortzet. Huurder is ook ondernemer want voldoet aan alle eisen.
- Huurverkoop: koper is ondernemer, verkoper niet. (Eigendom gaat over bij laatste
termijn)
- Winstrecht: verkoper geen ondernemer, koper wel
Uitbreiding winstbegrip
Art 3.3 lid 1 sub a: voordelen die een medegerechtigde geniet worden belast als WUO
Art. 3.3 lid 1 sub b: houder van bepaalde schuldvorderingen die feitelijk functioneren als
eigen vermogen worden ook belast als WUO
WUO of loon uit dienstbetrekking: sprake van gezagsverhouding
WUO of resultaat uit overige werkzaamheden: incidenteel ipv duurzaam
WUO of box 3: WUO is actief inkomen (bijv. duurzaam vermogenswinsten nastreven bij
onroerend goed duidt op drijven van een onderneming)
WUO of hobby: verschil gelegen in opbrengstverwachting
Rechtspraak: enkele verhuur van onroerend goed is geen onderneming.
,Week 2
Totaalwinst art. 3.8 IB: WUO is het bedrag van gezamenlijke voordelen die, onder welke
naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit een onderneming
Soorten voordelen
-Voordelen behaald met een vermogensbestanddeel (verkoop auto/machine/pand)
-Voordelen behaald zonder een vermogensbestanddeel (vergoeding
diensten/schadevergoeding)
(-Voordelen kunnen ook negatief zijn en op mindering van de fiscale winst worden gebracht)
Er moet sprake zijn van een bepaalde relatie tussen het voordeel en de
ondernemingsuitoefening. Deze relatie wordt vastgesteld door de volgende methodes:
- voordeel behaald met een vermogensbestanddeel: etikettering vermogensbestanddeel
- voordeel welke niet betrekking heeft op een vermogensbestanddeel: allocatie binnen de
winstsfeer
Er is sprake van een ondernemingsvermogen en privévermogen (civielrechtelijk niet)
Vermogensetikettering niet onroerend goed
Fiscale gevolgen vermogensetikettering:
Privévermogen:
-waardemutaties onbelast/niet-aftrekbaar
-kosten niet aftrekbaar
-voordelen en kosten behoren niet tot de totaalwinst!
Ondernemer is in beginsel vrij om te kiezen of het vermogensbestanddeel tot het
privévermogen of het ondernemingsvermogen behoort door het al dan niet op de fiscale
balans op te nemen, tenzij het vermogensbestanddeel:
- geen enkele band met onderneming -> verplicht privévermogen
- geen enkele andere band met onderneming -> verplicht ondernemingsvermogen
Keuzeherziening is niet mogelijk, tenzij bijzondere omstandigheden zich voordoen:
-verandering functie bestanddeel
-wetswijziging
Vermogensetikettering onroerend goed:
-verplicht privévermogen: wanneer geen enkele band met onderneming
-verplicht ondernemingsvermogen: wanneer geen enkele andere band dan met
onderneming
-keuzemogelijkheden wanneer het voor beide doeleinden wordt gebruikt:
1. geheel ondernemingsvermogen
2. geheel privévermogen
, 3. Pand mag overeenkomstig het gebruik worden gesplitst in een privégedeelte én
een bedrijfsgedeelte
Echter gelden hierop 2 uitzonderingen!
1. Overheersend gebruik (bij 90% van opp.): geen mogelijkheid tot geheel privévermogen
wanneer onderneming overheersend is/ geen mogelijkheid tot geheel
ondernemingsvermogen wanneer privé overheersend is
2. Bouwkundig splitsbaar (delen van het onroerend goed zijn afzonderlijk verhuurbaar):
Delen moeten afzonderlijk worden beoordeeld voor de vermogensetikettering (Let op: hier
dus géén keuzevermogen!!!)
Allocatie binnen de winstsfeer
Etikettering werkt niet met activiteiten of diensten, daarom zijn in de jurisprudentie criteria
ontwikkeld om te beoordelen of voordelen (opbrengsten en kosten) in voldoende relatie
staan tot de onderneming om ze in de belastingheffing te betrekken:
(-Causaliteit: oorzaak van het voordeel ligt in de ondernemingsuitoefening)
(-Finaliteit: beweegreden tot verstrekken van voordeel door een ander ligt in de
ondernemingssfeer)
-Sfeercriterium: Binnen welke sfeer wordt het voordeel verkregen
Toetsingsrecht fiscus: in beginsel toetsen ze alleen kwalitatief. Dus welke kosten je ten laste
van de fiscale winst brengt. Ze vragen niet naar het nut, noodzaak of hoogte van de
uitgaven. Echter 1 uitzondering die volgt uit de Cessna-arresten:
-kosten van gekozen vervoersmiddel ‘in zodanige wanverhouding tot’ normaal vervoer
-dat geen redelijk denkend ondernemer
-vol kan houden dat wijze van vervoer met oog op zakelijke belangen is geschied
Fiscale winstberekening
Deze wordt berekend door middel van de fiscale vermogensvergelijking:
Fiscale winst= Fiscaal eindvermogen – Fiscaal beginvermogen + onttrekkingen – stortingen
Onttrekkingen
Uitgaven ten laste van het ondernemingsvermogen welke geen relatie hebben met de
onderneming, maar wel met de ondernemer privé.
-onttrekkingen in de vermogenssfeer die winstgemis veroorzaken. Dus goederen
overbrengen van het ondernemingsvermogen naar het privévermogen (Bijv. bakker die
brood mee naar huis neemt of je vakantie betalen met ondernemingsvermogen)
-onttrekkingen in de kostensfeer. Dus kosten maken die geen relatie hebben met de
onderneming (Bijv. dat er meer kosten worden gemaakt dan noodzakelijk uit
privéoverwegingen)
De onttrekking moet worden gecorrigeerd naar de waarde in het economisch verkeer (WEV)
en bij de fiscale winst worden opgeteld
Stortingen
Voordelen ten gunste van het ondernemingsvermogen, welke geen relatie hebben met de
onderneming, maar wel met de ondernemer privé.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentfr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.