Kern AC
KTF1
HBO Verpleegkunde
------------------------
Leerjaar 1
Alle
leerdoelen
uitgewerkt
,Les 1A – Kennismaken met gezondheid
Leerdoelen
De student:
1. Beschrijft de eigen visie op gezondheid en gezondheidszorg vanuit eigen
ervaringen en ideeën.
2. Legt in eigen woorden de begrippen holistische zorg, zelfmanagement en
zelfredzaamheid uit.
3. Legt in eigen woorden de zes dimensies van positieve gezondheid uit.
4. Onderscheidt in grote lijnen de verschillende levensfasen op basis van de
kenmerken en patronen
Uitwerking leerdoelen
Holistische gezondheidszorg: de patiënt vormt een lichamelijke, geestelijke
en sociale eenheid. De patiënt wordt als een uniek individu gezien met een eigen
visie en eigen normen en waarden.
Zelfmanagement: dit wordt gestimuleerd bij de patiënt zodat een bepaalde
aandoening of chronische ziekte ingepast kan worden in het dagelijks leven van
de patiënt.
Zelfredzaamheid: de algemene dagelijkse activiteiten zelfstandig kunnen
uitvoeren: zelf wassen, je omgeving verzorgen, sociale contacten onderhouden.
Positieve gezondheid: Hierbij staat niet enkel de ziekte van de patiënt
centraal, maar de betekenis van een
zinvol leven en de kwaliteit daarvan.
- Bedacht door Machteld Huber.
- Bestaat uit zes dimensies:
1. Meedoen
2. Dagelijks functioneren
3. Lichaamsfuncties
4. Mentaal welbevinden
5. Zingeving
Levensfasen en de kenmerken daarvan:
1. Baby (0-1,5 jaar): afhankelijk van anderen, leert lopen, zitten en staan.
2. Peuter (1,5-4 jaar): leert praten en leert spelen.
3. Kleuter (4-6 jaar): leert fietsen en leert met andere kinderen spelen.
4. Schoolkind (6-12 jaar): leert lezen, schrijven en rekenen.
5. Puber (12-16): het lichaam verandert, hormonen gaan een grotere rol
spelen.
6. Adolescent (16-21): leert zelfstandig leven.
7. Volwassene (21-65): leeft zelfstandig.
, 8. Oudere(65+): wordt weer afhankelijk van anderen.
Les 1C – evident, of niet?
Leerdoelen
De student:
1. Legt in eigen woorden de achtergrond en noodzaak van EBP uit.
2. Kan het verschil tussen een visie, theorie, concept, model, raamwerk en
methode uitleggen.
3. Geeft voorbeelden van leefstijl-/risicofactoren (persoons-/omgevings- en
maatschappelijk gebonden factoren t.a.v. gezondheid.
4. Legt in eigen woorden uit hoe een verpleegkundige een professionele
relatie aangaat met een zorgvrager.
Uitwerking leerdoelen
EBP: Evidence Based Practise. Het nemen van beslissingen op basis van 3 pijlers:
1. Wetenschappelijk bewijs of onderzoek.
2. Kennis en ervaring van de zorgverlener.
3. Wensen van de patiënt.
Verpleegkundige begrippen:
- Visie: weloverwogen mening over een bepaalde zaak.
- Theorie: beschrijving van verschijnselen / een bewering of verklaring.
- Concept: plan / voorlopige opzet.
- Model: vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid die de
belangrijkste punten weergeeft.
- Raamwerk: plan dat nog verder moet worden ingevuld.
- Methode: vaste manier van handelen om een bepaald doel te bereiken.
Leefstijlfactoren: de factoren die behoren tot de manier van leven van een
patiënt, die invloed kunnen hebben op de gezondheid.
- Roken.
- Drankgebruik.
- Lichaamsbeweging en ontspanning.
- Voeding.
Risicofactoren: factoren die de kans op ziekte of aandoeningen verhogen. Denk
hierbij aan:
- Gedrag: roken, alcoholmisbruik, onveilige seks.
- Lichamelijk: overmatig zoute of vette voeding, overgewicht, hoge
bloeddruk.
, - Genetische factoren: erfelijke aandoening of erfelijke aanleg.
- Demografische factoren: geslacht, leeftijd.
- Omgevingsfactoren: luchtverontreiniging, geen toegang tot schoon
drinkwater.
Les 2A – Voortplanting en leefstijl/risicofactoren
Leerdoelen
De student:
1. Beschrijft de risico’s van onveilig seksueel gedrag.
2. Beschrijft de 5 meest voorkomende soa’s
(oorzaak/verschijnselen/behandeling).
3. Kan aan de hand van de schrijf van vijf de algemene richtlijnen gezonde
voeding uitleggen.
4. Kan het belang van de verschillende voedingsstoffen uitleggen.
5. Legt de invloed van eigen eetgewoonten en leefstijl op de gezondheid uit.
6. Plaatst de onderdelen van het verpleegkundig proces (anamnese,
diagnose, resultaten, interventies, evaluatie) in de juiste volgorde.
Uitwerking leerdoelen
Risico’s van onveilig seksueel gedrag:
- Vergroot de kans op seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s)
- Kans op besmetting met het humaan papillomavirus, dat een bepalende
factor is voor het ontstaan van baarmoederhalskanker.
- Een ongeplande, en eventueel ongewenste zwangerschap.
De meest voorkomende soa’s en de oorzaken, verschijnselen en behandeling:
Genitale wratten, Chlamydia, Hiv / aids, Hepatitis B, Herpes Genitalis, Gonorroe
en Syfilis.
Soa Genitale wratten.
Kenmerken Genitale wratten zijn wratten rond of op de geslachtsdelen. Ze
groeien meestal in groepjes en zijn rozerood of grijswit van kleur.
Oorzaken Virus.
Verschijnsel Pijn of een branderig gevoel bij het plassen, jeuk.
en
Behandelin Wegsnijden of wegbranden.
g
Soa Herpes genitalis.
Kenmerken Branderige blaasjes. Deze bevinden zich op de huid en
slijmvliezen van de geslachtsdelen, anus en/of mond.