1
De invloed van persoons- en omgevingsgebonden factoren op externaliserende
gedragsproblemen bij jonge adolescenten van 9-14 jaar
Naam, studentnummer
Werkgroep
Docent:
Woordaantal: 5494
Cursus: Ontwikkelingspsychologie & Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek
Abstract
In dit onderzoek is de mate van beïnvloeding op externaliserend gedrag door
persoonsgebonden en omgevingsgebonden factoren bij jonge adolescenten in de
leeftijdscategorie 9-14 jaar onderzocht. De data is verzameld door middel van het afnemen
van verscheidene vragenlijsten bij participanten en hun opvoeder. Ten eerste werd er een
negatief verband voorspeld tussen de ouder-kind relatie en de mate van externaliserende
gedragsproblemen. Hier is geen significant effect gevonden. Ten tweede is er onderzocht of
een hogere mate van extraversie zorgt voor een hogere mate van externaliserende
gedragsproblemen. Ook hier is er geen significant effect gevonden. Ten slotte werd er
onderzocht of meisjes in de leeftijdscategorie 9 tot en met 11 jaar vaker externaliserende
gedragsproblemen hebben dan meisjes in de leeftijdscategorie 12 tot en met 14 jaar, en of er
geen verschil was in de mate van externaliserende gedragsproblemen tussen jongens in de
leeftijdscategorie 9 tot en met 11 jaar en jongens van 12 tot en met 14 jaar. Er is hier geen
significant interactie-effect geconstateerd.
Sleutelwoorden: ouder-kind relatie, externaliserende gedragsproblemen, extraversie, jonge
adolescenten
, 2
Inleiding
Uit onderzoek is gebleken dat meer dan een kwart (26.3 procent) van de opvoeders van
kinderen tussen de 0 en 18 jaar zich zorgen maakt over de opvoeding, de ontwikkeling of het
gedrag van hun kinderen (CBS, SCP, 2011). Bovendien is 12 procent van de opvoeders
ontevreden over hun ouder-kind relatie (Bot, e.a., 2013). Wanneer een ouder-kind relatie van
lage kwaliteit is, kan het risico stijgen op externaliserende gedragsproblemen bij hun kinderen
(Gaasbeek, 2018). Een lage kwaliteit van de ouder-kind relatie wordt geassocieerd met
negatieve affectiviteit en onveilige gehechtheid tussen ouder en kind. Dit resulteert in een
negatief effect op schoolprestaties en externaliserende gedragsproblemen. Daarentegen is er
bij een hoge kwaliteit van de ouder-kind relatie sprake van een opvoeder die responsief en
sensitief is en ook voldoende stimulans aan het kind biedt. Met als gevolg een veilige
gehechtheid en een positieve ontwikkelingsuitkomst voor de jong-adolescent (De Wolff &
van IJzendoorn, 1997). De ouder-kind relatie is een aspect van de veelvuldige persoons- en
omgevingsgebonden factoren die invloed uitoefenen op de externaliserende
gedragsproblemen bij jonge adolescenten van 9-14 jaar. Onder externaliserende
gedragsproblemen vallen; hyperactiviteit, impulsiviteit, verbaal of lichamelijk agressief
gedrag en regeloverschrijdend gedrag (Bongers, Koot, van der Ende, & Verhulst, 2003;
Frontini et al., 2017). Andere factoren met een mogelijke impact op deze externaliserende
gedragsproblemen zijn persoonsgebonden (De Fruyt, F., De Clercq, B., & De Bolle, M.,
2008).
Onder een meer gedefinieerde betekenis van externaliserende gedragsproblemen
wordt ongeremd gedrag en uitingen van onder-socialisatie verstaan (Kovacs & Devlin, 1998;
Aunola & Nurmi, 2005). In dit type gedrag worden veelvuldig negatieve emoties naar anderen
geuit, wat kan resulteren in boosheid, frustratie of agressie (Roeser, Eccles & Strobel, 1998),
maar ook impulsiviteit, drugsgebruik, criminaliteit en seksuele vroegrijpheid (Barber, 1992;