SAMENVATTING CURSUS PUBLIEKE INNOVATIES
Week 1: Ansell & Torfing H.1 & Hartley (2015) en Latzer (2009)
Ansell & Torfing (2016) geloven dat innovatie een complex en creatief zoekproces is met
open eind. Het is noodzakelijk dat het op grote schaal geïmplementeerd wordt, en het moet
een totaal ander iets worden dan dat wij gewend zijn. Ze gaan er vanuit dat het een
ontwikkeling en realisatie van nieuwe ideeën is, maar ook een stapsgewijze manier van
veranderen.
Publieke innovatie gaat vaak uit van ingewikkelde maatschappelijk complexe vraagstukken,
en niet vanuit de markt en urgentie (dit is bij private organisaties wel het geval). Public value:
publieke waarde creëren en impact hebben op de maatschappij. In de praktijk gaat alles
chaostisch en in fasen, het proces verloopt niet eenduidig.
Innovatie in de publieke sector is vooral probleem-gedreven: hoe kunnen we problemen
oplossen zodat er zo min mogelijk pijn wordt gedaan aan mensen/organisaties want het is
maatschappelijk geld = dit is dus anders dan de private sector. Het is namelijk ook de
politieke omgeving die erbij hoort, haar klanten zijn de burgers.
In praktische zin is het:
exploreren en definiëring van probleem, uitdagingen en mogelijkheden
genereren, articuleren en beoordelen van nieuwe ideeën
selecteren en implementeren van meest haalbare ideeën
consolideren en verspreiden van oplossingen die werken
‘’Innovation involves the creation of something new, but it does not have to be something
entirely new that has not previously been seen anywhere on the planet earth. Sometimes
innovation will stem from an invention of a completely new way of doing things, but innovation
may also result from adoption and adaption of innovative solutions created by others. Hence,
it is not the source of innovation but the context of implementation that determines whether
something is innovative. As long as something is new in the context in which it is introduced, it
qualifies as innovation.’’
Ansell & Torfing geloven dat innovatie is een:
Creatieve combinatie van oude en nieuwe ideeën
Deze ideeën moeten geïmplementeerd zijn
Hangt samen met verandering, dat wil zeggen: discontinuïteit
#First-order change: meer van hetzelfde als het gaat om dienstverlening
# Second-order change: wijziging van aanbod van diensten of regelingen
# Third-order change: paradigma wijzigt, onderliggende theorie en impliciete
vooronderstellingen een paradigaverandering is ingewikkeld (Hall, 1993)
Schumpeter (1934): geeft aan dat innovatie te maken heeft met producten, processen,
organisaties, bedrijf en ondernemer hij ziet het als een stapsgewijs proces. Zijn definitie is
vooral gericht op de private sector.
‘Public’: Welke waarde hecht het publiek eraan (niet: wat het wil of nodig heeft)
‘Value’: Welke waarde voegt het toe aan de publieke sfeer?
1
,Hartley (2015): heeft gekeken naar de relatie tussen innovatie en Public Value. Hierbij neemt
hij de hele samenleving/ maatschappij in acht en niet alleen het publieke domein. Daarnaast
zegt Hartley dat een innovatie stapsgewijs is, en een niet continue verandering.
Hartley: het is niet altijd een verbetering. Gaat om een slim idee, maar is niet gelijk aan de
uitkomst. Je gaat er dus niet altijd om vooruit. Het is ingewikkelder in publiek dan in privaat.
Soms zijn er heel veel bergen die je moet verzetten om een innovatie te kunnen
implementeren, omdat organisatie en mensen soms star zijn, omdat ze niet mee willen werken
etc.
Innovatie (als stapsgewijs proces) leidt tot de creatie en niet tot de reductie van publieke
waarde. Daarnaast zijn er in het veld verschillende rollen die worden gedragen. Er is altijd een
politiek klimaat en de gebruikers van publieke goederen zijn tegelijkertijd ook burgers.
Er is hier een scherp verschil tussen de private en publieke sector, maar ook overeenkomst:
Overeenkomst: beide sectoren maken gebruik van managers, staff, netwerken en
gebruikers om innovaties te creeren en handhaven
Verschillen: publiek moet ervan uitgaan dat de gebruikers ook burgers zijn (legitimiteit), en
de gekozen politici moeten rekening houden met het electoraat en de achterban.
Er zijn drie vormen van innovatie zeldzaam in de publieke sector maar noodzakelijk in de
publieke innovatie:
1. Politieke wetenschappers die het bestaan van beleidsinnovaties uitlichten, en de
implementatie van nieuw beleid door overheden
2. Innovaties binnen overheden die nieuwe procedures en instituties bevatten die keuzes
maken over het publieke domein
3. Hartley licht retorische innovatie uit: nieuw taalgebruik en concepten die worden gebruikt
om steun van publieke of andere stakeholders te verkrijgen.
‘’For both the public and private sectors, many dimensions of innovation can be similar – product,
service, process, strategic, and position as well as business model. However, three aspects of
innovation are absent or rare in the private-sector literature though critical in the public
innovation literature:
1. Political scientists point to the existence of policy innovations – the adoption and
implementation of new policies by governments.
2. Scholars also discuss innovations in governance that concern new procedures and
institutions to make decisions about policies and resources for the public sphere.
3. Finally, Hartley identifies rhetorical innovation – new language and new concepts that
are used to mobilize support from the public or other significant stakeholders.
Innovaties in beleid, bestuur en retoriek duiden elk op het belang van de politieke context voor
organisaties van openbare dienstverlening. Het betekent dat openbare waarde kan worden
gecreëerd door een reeks functies, niet alleen door serviceverlening. Hoe dingen worden
gedaan, met behulp van staatsinstantie, kan belangrijk zijn, evenals wat wordt bereikt, en dit
heeft invloed op de publieke waarde die kan worden gecreëerd.
Meestal wordt gezegd dat private innovatie beter is, dat komt doordat service-innovaties
doorgaans een hoge mate van dubbelzinnigheid en onzekerheid hebben, omdat ze worden
beïnvloed door de variabiliteit van de menselijke kenmerken van zowel de serviceprovider als
de ontvanger. De innovatie is vaak geen fysiek artefact maar een verandering in service, wat
een verandering in de relaties tussen dienstverleners en hun gebruikers impliceert. Veel
functies zijn ongrijpbaar en bevatten een hoge mate van impliciete kennis.
2
,Publieke waarde: heeft twee hoofddimensies, wat de publieke waarden zijn (die kunnen
verschillen van wat het wil of nodig heeft), en ook wat waarde toevoegt aan de publieke sfeer.
Het is een output in plaats van een inputconcept (het verschilt daarom van openbare waarden)
en het concludeert niet alleen goederen, diensten en verplichtingen die collectief door de
schaamte worden gewaardeerd en die bijdragen aan de publieke sfeer, maar ook de regels en
bestuursregelingen die vorm geven aan hoe de samenleving zich gedraagt - inclusief
rechtvaardigheid, rechtvaardigheid en efficiëntie.
Bessant (2005): een innovatie is niet alleen een slim idee (=uitvinding), maar het gaat ook
over de implementatie daarvan.
Ansell & Torfing (2016): geloven dat het innovatieproces chaotisch verloopt, van het een
naar het andere, iteratief, met gaten. Daarnaast zijn er verschillende fasen: probleemanalyse,
ideeën genereren, selectie van ideeën, implementatie en consolidatie.
Stappen van innovatie in praktische zin
1. Exploreren en definiëring van probleem, uitdagingen en mogelijkheden
2. Genereren, articuleren en beoordelen van nieuwe ideeën
3. Selecteren en implementeren van meest haalbare ideeën
4. Consolideren en verspreiden van oplossingen die werken
Het verschil tussen de publieke en de private sector op gebied van innovatieproces is dat de
publieke sector probleem gedreven is en de private sector is competitie gedreven.
Schumpeter (1934): gaat ervan uit dat een innovatieproces werkt in een cirkel van
innovaties en imitaties. Daarbij berust het zich op evolutionaire theorieën: twee fasen van
techno-sociale verandering. Het proces verloopt in incrementele fasen (kleine toevoegingen
aan iets dat er al was) dan wel onderbroken door radicale innovaties.
Het proces ligt niet vast. Er zijn meerdere manieren om tot innovatie te komen. Voorbeelden
van disruptieve innovaties zijn bijvoorbeeld het bedrijf Uber. Wat voor een problemen levert
dit op: oneerlijke concurrentie, omstreden van overheidsregulaties.
Zijn disruptieve innovaties nodig om een systeem te veranderen? Het is disruptief als het de
manier van zaken doen in een branche verandert: het moet een totaal ander businessmodel
presenteren (en dus niet een bestaand businessmodel). Disruptieve innovatie wordt door
wetenschappers beschreven als een proces waarin nieuwe toetreders bestaande bedrijven
uitdagen, vaak ondanks inferieure middelen.
Dit kan op twee manieren. Toetreders kunnen zich richten op een segment dat over het hoofd
wordt gezien met een product dat als minder wordt beschouwd door klanten van de bestaande
bedrijven, om vervolgens up-market te bewegen als hun product verbetert.
Binnen organisaties is er altijd en continue beweging tussen top-down, bottom-up,
centralistisch; dit maakt een ontwikkeling als nationale politie niet disruptief (omdat het een
continue organisatorische verandering is, de dienstverlening blijft hetzelfde).
Ansell & Torfing (2016) geloven dat kenmerken van innovatie zijn dat het altijd een
intentionele actie is, maar het word gevolgd door vaak niet intentionele effecten. Niet de bron
maakt het verschil, maar de context van implementatie.
3
, Latzer (2019) gaan uit van twee soorten innovaties:
Radicale innovaties: vaak zijn radicale innovaties verbonden met een discontinuïteit in
vergelijking met hun voorgangers, als die er zijn. Voorbeelden van telecommunicatie zijn de
communicatiecomputers die worden gebruikt voor e-mail in vergelijking met telegraaf, digitale
schakeltechnologie, digitale mobiele radiocommunicatie, enz. Deze innovaties bestonden vóór
de jaren zeventig niet en vroegen om heropvoeding, reorganisatie en nieuwe vaardigheden en
percepties. Ze hebben geleid tot veel nieuwe diensten en aanvullende innovaties.
Incrementele innovaties: incrementele, continue technologische veranderingen zijn
gekoppeld aan bestaande technologieën, terwijl radicale, discontinue technologische
veranderingen dat niet zijn. Ze kunnen (maar niet noodzakelijkerwijs) een verstorende invloed
hebben op bedrijven die bestaande technologieën gebruiken.
Discontinue, radicale innovaties laten hele industrieën en markten toe om te ontstaan, te
transformeren of te verdwijnen. Radicale innovaties kunnen leiden tot een nieuw technologisch
paradigma en ontwikkelingspatronen initiëren die onder andere worden aangeduid als
technologische trajecten, technologische regimes en evolutiepatronen. Incrementele innovaties
worden verklaard als het resultaat van een ‘rationele’ reactie op markten, dynamiek van
technologische regimes, etc. Radicale innovaties worden verklaard in termen van serendipiteit,
toeval of willekeurige wetenschappelijke ontdekkingen.
Incrementele innovaties Radicale innovaties
Continu (lineaire verbetering van de waarde Discontinu (met of zonder voorganger;
ontvangen door klanten) substantiële, niet-lineaire verbetering)
Gebaseerd op oude technologie Gebaseerd op nieuwe technologie
Dominante vormgeving ongewijzigd Leidt tot nieuw dominant ontwerp
Leidt niet tot paradigmaverschuiving Kan leiden tot paradigmaverschuiving
Betreft lage onzekerheid Houdt grote onzekerheid in
Functieverbeteringen Gehele nieuwe set prestatiekenmerken
Bestaande organisatie en kwalificaties zijn Nood aan heropvoeding, nieuwe organisatie en
voldoende vaardigheden
Resultaat van rationele reactie, van noodzaak Toegeschreven aan het toeval, niet aan de
noodzaak; kan zijn
beïnvloed door R&D beleid
Gedreven door markttrekkingen (belangrijk in de Gedreven door technologieduw (vroeg belangrijk
late fase van technologie) fase van technologie)
Om economische kortetermijndoelen te bereiken Om economische langetermijndoelen te bereiken
Een disruptieve innovatie: is een nieuwe en ontwrichtende innovatie. Het internet is de
motor achter veel disruptieve innovaties die we op dit moment zien: denk aan WhatsApp,
AirBNB en Uber, die zorgden voor opschudding in respectievelijk de telecombranche, de hotel-
en de taxiwereld. Ook nieuwe technologie kan disruptief zijn: denk aan 3D-printen, dat de
komende decennia een ingrijpende invloed zal hebben op de manier waarop we onze goederen
produceren.
4