Begrippenlijst boek Abnormal Psychology
BPOP 2019-2020
Hoofdstuk 13 – Schizophrenia and Other Psychotic Disorders
Begrippen Uitleg
Schizofrenie Een stoornis gekarakteriseerd door een breed spectrum van
cognitieve en emotionele disfuncties inclusief: delusies en
hallucinaties, ongeorganiseerde spraak en gedrag, en
ongepaste emoties.
Catatonia Afwisselende immobiliteit en opgewonden agitatie.
Hebephrenia Gekke en onvolwassen emotionaliteit.
Paranoia Delusies van grootsheid of achtervolging.
Dementia praecox Latijnse term bedacht door Kraepelin voor samenvatting van
catatonia, hebephrenia en paranoia.
Associatieve splitsing ‘Het breken van associatieve draden’, ofwel het afbreken van
de sterktes die een functie aan een ander koppelen.
Psychotisch gedrag Karakteriseren van veel ongewoon gedrag, en betrekt vaak
delusies (irrationele geloven) en/of hallucinaties (sensorische
ervaringen in de afwezigheid van externe gebeurtenissen).
Positieve symptomen Duidelijke signalen van psychose, zoals delusies en
hallucinaties.
Delusie Een geloof dat een misrepresentatie is van realiteit.
Motivational view of Kijkend naar de geloven als pogingen tot omgaan met en
delusions verminderen van angst en stress.
A deficit view of Geloven als resultaat van breindisfunctie welke ongeregelde
delusions cognities of percepties creëert.
Hallucinatie De ervaring van sensorische gebeurtenissen zonder input
van de omgeving.
Negatieve symptomen Indiceren vaak afwezigheid of ontoereikendheid van normaal
gedrag, zoals apathie, gelimiteerde gedahten of spraak, en
emotionele en sociale terugtrekking.
Avolition Het onvermogen om te beginnen en door te gaan met
activiteiten.
Alogia Refereert aan de relatieve afwezigheid van spraak.
Anhedonia Veronderstelde afwezigheid van plezier ervaren door
sommige mensen met schizofrenie.
Asociality Verminderde intersse in sociale interacties.
Flat affect Het niet laten zien van emoties wanneer je dat normaal wel
zou verwachten.
Ongeorganiseerde Van het ene naar het andere onderwerp springen, of
spraak onlogisch praten (communicatieproblemen).
Inappropriate affect Lachen of huilen op een ongepast moment
Catatonic immobility Het behouden van ongewone posities, omdat er angst is dat
er iets vreselijks gebeurt wanneer men beweegt.
Schizofreniforme Symptomen van schizofrenie die maar voor een aantal
stoornis maanden aanhouden.
Schizoaffectieve stoornis Smensen die symptomen van schizofrenie hebben en de
karakteristieken van stemmingsstoornissen laten zien.
,Delusional disorder Een persistent geloof dat tegengesteld is aan de realiteit, in
de afwezigheid van andere karakteristieken van schizofrenie.
Shared psychotic Conditie waarin een individu delusies ontwikkelt, simpelweg
disorder (folie à deux) als resultaat van een nabije relatie met een delusioneel
individu.
Substance-induced Psychotische stoornissen geïnduceerd door medicijnen of
psychotic disorder andere medische substanties (bijvoorbeeld misbruik van
amfetamine, alcohol, cocaïne)
Psychotic disorder Psychotische stoornissen ‘geïnduceerd’ door een medische
associated with another conditie (bijvoorbeeld hersentumoren, Huntingtonziekte,
medical condition Alzheimer).
Brief psychotic disorder Gekarakteriseerd door de aanwezigheid van een of meer
positieve symptomen zoals delusies, hallucinaties of
ongeorganiseerde spraak of gedrag welke 1 maand of
minder lang duurt.
Attenuated psychosis Deze mensen hebben sommige symptomen van
syndrome schizofrenie, maar zijn zich bewust van de problematische
en bizarre aard van deze symptomen.
Prodromal stage Een 1-2 jarige periode voordat de serieuze symptomen
plaatsvinden, maar wel minder ernstige maar wel ongewone
gedragingen zich laten zien.
Schizophrenogenic Een moeder waarvan gedacht werd dat de koude, dominante
mother en afwijzende aard een reden was voor schizofrenie in haar
kinderen.
Double blined Een communicatiestijl welke conflicterende berichten
communication produceerde, welke ervoor zorgde dat schizofrenie zich
ontwikkelde.
Expressed emotion (EE) staat voor de mate waarin kritiek, vijandigheid of emotionele
overbetrokkenheid wordt geuit.
Token economy Een gedragstherapeutisch programma, gericht op
systematische onmiddellijke positieve bekrachtiging van
vooraf vastgelegde doelgedragingen. De bekrachtiging
gebeurt via symbolen of tokens die ingeruild kunnen worden
voor andere zaken.
, Hoofdstuk 7 – Mood Disorders and Suicide
Begrippen Uitleg
Stemmingsstoornissen Gekarakteriseerd bij grote deviaties (afwijkingen) in
stemming.
Major depressive episode Een extreme depressieve stemming welke minstens twee
weken duurt, cognitieve symptomen omvat (zoals gevoelens
van waardeloosheid en besluiteloosheid), verstoorde fysieke
functies (veranderende slaappatronen, significante
veranderingen en honger en gewicht, of een duidelijk verlies
in energie) tot het punt waarop de minste activiteit of
beweging een onwijze moeite kost.
Mania Individuen vinden extreem veel plezier in elke activiteit;
sommige patiënten vergelijken hun dagelijkse ervaring van
mania met een continu seksueel orgasme.
Hypomanic episode Een minder ernstige variant van een manische episode
welke niet voor een duidelijke beperking zorgt in sociale of
beroepsmatig functioneren, en hoeft maar 4 dagen te duren
dan een volle week.
Mixed features Een episode van manische symptomen maar ook
depressieve of angstige gevoelens tegelijkertijd, of
depressief of angstige gevoelens met een paar symptomen
van mania.
Major depressive Gedefineerd door de aanwezigheid van depressie en de
disorder afwezigheid van manische of hypomanische episodes,
gedurende of vóór de stoornis.
Recurrent Het terugkomen van de stoornis.
Persistent depressive Deelt veel symptomen met Major Depressive Disorder. Kan
disorder (dysthymia) minder symptomen hebben, maar de depressie blijft relatief
gezien onveranderd gedurende lange periodes (soms 20, 30
jaar of meer).
Double depression Individuen welke last hebben van zowel major depressive
episodes als persistente depressie met minder symptomen.
Hallucinaties Zien of horen van dingen welke er niet zijn.
Delusies Het denken van maar onnauwkeurig hebben van geloven.
Catalepsie Een afwezigheid van beweiging waarin de spieren
waxachtig en halfstijf zijn, zodat de armen of benen van een
patiënt in een bepaalde positie blijven waarin ze geplaceerd
zijn.
Seasonal affective Het terugkomen van major depressive disorder welke
disorder (SAD) vergezeld wordt door episodes welke gedurende bepalde
seizoenen terugkomen.
Integrated grief Staat waarin acute rouw kan veranderen, waarin dood en de
consequenties daarvan erkend worden en het individu zich
kan aanpassen aan het verlies.
Complicated grief Ernstige depressie na de normale tijd van verlies en rouw.
Premenstrual dysphoric Ernstige en handelingsonbekwame emotionele reacties
disorder (PMDD) gedurende de premenstruele periode.
Disruptive mood Kinderen laten geen mania zien, maar wel chronische en
dysregulation disorder ersntig irritatie en moeite met het reguleren van hun emoties
(welke resulteren in frequentie woedeaanvallen).