HC 1 - Inkomstenbelasting voor het MKB
Een verdiepend vak van winst uit onderneming. Waar we in deze collegereeks met name
naar kijken is de bron, winst uit onderneming. Wanneer ben je ondernemer? Wanneer drijf
je een onderneming? Kun je ondernemer zijn maar geen onderneming hebben? Kun je een
onderneming hebben maar geen ondernemer zijn? Dat staat niet in je wetboek. Een van de
meest gebruikte begrippen (onderneming), wordt niet in de wet gedefinieerd. Dat is een
bewuste keuze geweest van de wetgever. Die vindt het begrip ‘onderneming’ een open
norm. Dat moet steeds weer opnieuw (aan de hand van tijd en plaats) kunnen worden
ingevuld. Het begrip ‘onderneming’, noemen wij het materiële ondernemingsbegrip. Er
bestaat ook een formeel ondernemingsbegrip, zoals wordt gebruikt in de
vennootschapsbelasting (daar hebben we het in deze collegereeks niet over).
Het materiele ondernemingsbegrip komt in diverse (heffings)wetten weer terug en wordt
dus niet alleen in de inkomstenbelasting gebruikt. Denk aan de successiewet, waar je
bepalingen hebt over vrijstelling van schenk- of erfbelasting voor erving of schenking van
ondernemingsvermogen. Dat is vermogen dat tot een materiële onderneming behoort. In
vennootschapsbelasting heb je bepalingen die zeggen: je bent belastingplichtig als je een
onderneming drijft. Daar wordt bedoelt een materiële onderneming.
In de overdrachtsbelasting zit een vrijstelling voor onroerend goed dat wordt overgedragen
in het kader van een ondernemingsoverdracht.
Je bent belastingplichtig als je winst uit onderneming geniet, waarbij alleen maar toe werd
gekomen aan de belastbaarheid als je:
1. Een duurzame organisatie hebt van arbeid en kapitaal (een onderneming);
2. Deelneemt aan het economisch verkeer;
3. Daarmee voordeel beoogt; en
4. Dat voordeel ook redelijkerwijs verwacht.
Dit rijtje moet je goed kennen!
De laatste drie criteria zijn de broncriteria. Aan die drie criteria moet cumulatief zijn voldaan,
wil je kunnen spreken van een bron. Inkomstenbelasting gaat alleen maar over bronnen. Er
wordt alleen maar IB geheven als het inkomen afkomstig is van een bron. Eerst bepaal je of
er sprake is van een bron van inkomen (de laatste 3 criteria) en daarna bepaal je of er sprake
is van een onderneming.
Als de bron geen onderneming is, kan het best zijn dat de bron een dienstbetrekking is of dat
de bron een overige werkzaamheid is. Als je constateert dat er een bron is en geen
onderneming, dan wil dat niet zeggen dat inkomen niet belast gaat worden. Voordelen
kunnen in een andere categorie belast worden.
Wij gaan ons eerst focussen op de bron winst uit onderneming. Om te bepalen of iemand in
de hoedanigheid van ondernemer / onderneming staat, moet je kunnen beoordelen of er
sprake is van een onderneming. In de jurisprudentie is een aantal criteria ontwikkeld aan de
hand waarvan je toetst of een bepaalde werkzaamheid als onderneming is aan te merken:
1. Omvang van de werkzaamheden;
2. Aard van de werkzaamheden;
3. Omvang van de investeringen;
4. Debiteurenrisico;
, 5. Ondernemersrisico;
6. Beschikbare tijd;
7. Aantal opdrachtgevers;
8. Bekendheid naar buiten toe.
We hebben gezegd dat een onderneming een duurzame organisatie is van arbeid en
kapitaal. De vraag is hoe je duurzaamheid gaat testen. Daarvoor zijn bovenstaande criteria
ontwikkeld. Deze lijst is niet cumulatief. Het zijn indicatoren dat er sprake is van een
onderneming. Iedere keer dat je dit moet beoordelen, moet je het langs deze criteria leggen.
Je moet vervolgens kijken hoe het in de praktijk werkt. Hoe functioneert deze organisatie?
En is het voldoende om te zeggen dat er sprake is van een duurzame organisatie?
We zeggen daarnaast dat er sprake moet zijn van arbeid en kapitaal. In de praktijk is een van
beide al genoeg. Of arbeid of kapitaal. Er is al snel sprake van arbeid. Andere organisaties zijn
veel kapitaalintensiever, waar je veel meer hebt aan kapitaal.
Windmolen arrest
Dat was een boer die op enig moment het idee had om op zijn erf een windmolen te
installeren. Hij wilde de opgewekte stroom aan NUON verkopen. De boer geeft vervolgens
aan dat die windmolen een onderneming is. Dit zei hij omdat hij dan allerlei subsidies zou
krijgen in de belastingaangifte. Het verlies kan hij dan in aftrek brengen. De inspecteur is het
daar niet mee eens en vindt het een belegging.
Als je het langs de criteria van de HR legt, dan kun je gaan twijfelen of er wel sprake is van
een onderneming. Er zijn niet veel opdrachtgevers, geen debiteurenrisico, geen bekendheid
naar buiten doe. Maar er wordt wel iets geproduceerd: er wordt van wind energie gemaakt.
Dus de HR zegt dat de aard van de werkzaamheid, namelijk het produceren van iets, is in dit
geval kenmerkend voor een onderneming (in combinatie met de enorme investering). Het is
echter niet altijd zo als je iets produceert er sprake is van een onderneming.
Aan bijna geen enkele criteria is voldaan en toch is er sprake van een onderneming. In iedere
andere casus kan het zo zijn dat de HR veel waarde hecht aan een ander element.
Een ander voorbeeld is een thuis afhaal service. Als je teveel gekookt hebt, dan kun je dat
verkopen. Mensen kunnen dat dan bij jou thuis ophalen. Ben je dan ondernemer? Als je dat
een keer doet waarschijnlijk niet, maar wat als je dat structureel gaat doen? Je moet inkopen
doen, je moet je keuken inrichten met je keukengereedschap, je geeft kenbaarheid naar
buiten toe, je kunt zeggen dat je ten opzichte van je omzet redelijk wat kosten hebt. Je kunt
dan waarschijnlijk wel zeggen dat er sprake is van een onderneming.
Brengt ons ook bij de vraag wanneer je dit beoordeelt. Hoe vaak moet je je eten aanbieden
om ondernemer te worden? Dit wordt per jaar beoordeeld. Ieder jaar maak je, op het
moment dat je de aangifte doet, de kwalificatie van dit is mijn activiteit, ik vind dat dit een
onderneming is geweest het afgelopen jaar. Het kan zijn dat het ene jaar een onderneming is
geweest en de jaren daarna een resultaat uit overige werkzaamheden. Die stappen
daartussen noemen wij sfeer overgangen. Overstap van het ene fiscale regime naar het
andere. Na iedere overstap komt de belastinginspecteur om belasting van het vorige regime
te innen voordat naar het volgende regime wordt gegaan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jordy27. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.