Inhoudsopgave
1. The first interview H5-H7 Blz. 1 t/m 6
2. Schemagerichte therapie: Handboek voor therapeuten Blz. 7 t/m 17
3. Copingreacties bij schema’s Blz. 18 t/m 20
4. MMPI-2: Assessing Personality and psychopathology H7 en Blz. 21 t/m 24
p. 156-181
5. The MMPI-2 Restructured Clinical Scales and Restraints to Blz. 25 t/m 27
Innovation, or “What Have They Done to My Song?”
6. Persons, Cognitive Therapy in Practice: A Case Formulation Blz. 28 t/m 33
Approach, H1 en H3
,1. The First interview - H5: De geschiedenis van de huidige ziekte
Hoewel sommige patiënten geen diagnosticeerbare stoornis hebben, is het een conventie
om alles wat iemand voor evaluatie binnenbrengt als "ziekte" te bestempelen. Huwelijkse
meningsverschillen en andere levensproblemen kunnen een huidige “ziekte” vormen die
niemand, en zeker de patiënt niet, als ziekte zou herkennen. Maar al deze problemen
hebben precipitanten, symptomen, beloop en andere kenmerken waardoor je een effectief
actieplan kunt voorstellen.
De huidige episode
Hoewel je uiteindelijk wilt leren over elke episode, concentreer je je eerst op de huidige
episode van de ziekte. De patiënt zal daar het meeste zorgen om hebben en details zitten
vers opgeslagen in het geheugen van de patiënt en andere informanten.
Beschrijven van symptomen
Leer zoveel mogelijk over elk symptoom dat je patiënt aangeeft. Een symptoom is een
subjectieve sensatie dat de patiënt laat denken dat er iets fout is. Een symptoom kan zijn
pijn, hallucinatie, angstgevoel of andere gedachtes, gevoelens of gedragingen. Verduidelijk
elke beschrijvende term die wordt gebruikt. Bijv. “Wat betekent ‘nerveus’ voor de patiënt?”.
Is het altijd aanwezig, of komt het en gaat het weg (episodisch)? Als het episodisch is, zoals
bij angstaanvallen en vele depressies, hoe vaak komt het dan voor? Hoe intens is het? Is het
altijd hetzelfde of varieert het? Heeft de patiënt factoren opgemerkt geassocieerd met de
symptomen? Hoe lang heeft de patiënt deze symptomen al? In welke context vindt het
plaats?
Vegetatieve symptomen
Vele patiënten met serieuze problemen zoals angstaanvallen, depressie en psychoses,
ervaren vegetatieve symptomen. Dit verwijst naar lichamelijke functies die zich bezighouden
met het behouden van gezondheid en kracht. Vegetatieve symptomen zijn o.a. problemen
met slaap (hypersomnia, insomnia), eetlust, gewichtsverandering, energieniveau en seksuele
interesse.
Niet elke patiënt zal dit aankaarten, je moet dit routinematig vragen. Kijk vooral naar bewijs
voor verandering van voorgaande normale functioneren. Is dit een verandering t.o.v. wat
gebruikelijk is voor deze persoon?
Gevolgen van ziektes
Redenen waarom het belangrijk is om te leren hoe de ziekte van jouw patiënt zijn/haar
functioneren en relaties beïnvloed (sociaal, educatief, familiair):
- Het geeft een betrouwbare indicatie van de ernst. Tot dusverre is het grootste deel van de
geschiedenis die je hebt gehoord, zeer subjectief: je bent afhankelijk van het vermogen van
jouw patiënt om feiten van meningen te onderscheiden.
- De diagnose van sommige aandoeningen is sterk afhankelijk van sociale gevolgen: wat zijn
de effecten op de patiënt? Op anderen?
- Wellicht leer je dat familieleden de patiënt de schuld geven van zijn ontslag of scheiding.
Toch zijn deze en verschillende andere gescheurde menselijke relaties in werkelijkheid het
gevolg van een psychische stoornis. Deze zienswijze kan zowel voor patiënten als voor
familieleden nuttig zijn.
1
,Voorbeeldvraag om erachter te komen welke sociale problemen de ziekte heeft veroorzaakt
bij jouw patiënt: “Welke moeilijkheid heeft dit probleem veroorzaakt bij jou?”.
Vraag dingen uit over: huwelijk/relatie, interpersoonlijk, legaliteit, educatie, geld,
hobby’s/interesses, symptomen.
Begin en volgorde van symptomen
Wanneer begonnen de problemen? Probeer precisie over het ontstaan van bijzonder
merkbare symptomen aan te moedigen (vooral bij PTSS). Als dit niet lukt, probeer dan op
zijn minst erachter te komen welke problemen van je patiënt als eerste zijn begonnen. Bijv.
of een episode van drinken of depressie eerder begon.
Stressoren
Een stressor is elke aandoening of gebeurtenis die de geestelijke gezondheidsproblemen van
een patiënt lijkt te veroorzaken, te versnellen of te verergeren. De stressoren zouden plaats
moeten hebben vinden in het jaar voor de evaluatie. Als het eerder plaatsvond, moet het
een focus van behandeling zijn of moet het hebben bijgedragen aan de ontwikkelingen van
een mentale stoornis. Meestal benoemen patiënten stressoren gedurende vrije spreektijd.
Zo niet, dan is het een goed moment om dit uit te vragen direct nadat je het geschatte begin
van de ziekte-episode heeft vastgelegd. Bijv: “Gebeurde er iets waardoor jouw symptomen
begonnen? Hoe had dit effect op jou?”. Als de patiënt niks weet op te noemen, geef
mogelijke voorbeelden.
Vraag ook: “Dit probleem zit je al een hele tijd dwars. Wat maakt het dat je nu hulp zoekt?”.
Voorgaande episodes
Kennis over voorgaande episodes over dezelfde of vergelijkbare mentale aandoening, kan je
helpen om een diagnose en prognose vast te stellen voor de toekomst.
Sinds de eerste episode, is er een compleet herstel of heeft de patiënt nog steeds enkele
restsymptomen of een verandering van persoonlijkheid? Deze kwestie van volledig herstel
kan van kritiek belang zijn. Het kan bijv. helpen bij het differentiëren van schizofrenie
(waarvan de meeste patiënten nooit helemaal herstellen) van stemmingsstoornissen met
psychose (die meestal volledig verdwijnen).
Hoe reageerde jouw patiënt op vorige symptomen of eerdere episodes? Negeren?
Middelen? Praten met vrienden? Religie? Copingsgedrag is belangrijke info om de ernst van
de huidige episode in te schatten.
Vorige behandeling
Heeft de patiënt eerder behandeling gehad? Zo ja, hoe ging dat? Hoe lang duurde de
behandeling? Wat was het effect van de voorgaande behandeling?
2
, 1. The First interview - H6: De feiten over de huidige ziekte
Je moet zo goed mogelijk de ware feiten van de geschiedenis van jouw patiënt weergeven.
Je kan verschillende stappen ondernemen om de geldigheid van de informatie die u in jouw
geschiedenis van de huidige ziekte vastlegt, te vergroten.
- Wees duidelijk over de doelen van uw interview
"Ik weet dat sommige van deze onderwerpen moeilijk zijn om over te praten, maar om je het
beste te helpen, heb ik elk stukje informatie nodig dat ik kan krijgen.". Tegen tieners kan je
zeggen dat wanneer ze iets moeilijk vinden om te bespreken ze dat aan mogen geven en dus
niet een antwoord hoeven te verzinnen.
- Houd je afleidingen bij
Bijna geen enkele interview verloopt soepel en logisch en behandelt een onderwerp volledig
voordat hij naar een ander gaat. In feite verwachten ervaren interviewers van tijd tot tijd
afgeleid te worden door het onverwachte. Wanneer nieuw materiaal de stroom van je
gesprek onderbreekt, kan er mee doorgaan of, als je denkt dat het eerste onderwerp
belangrijker is, een notitie maken om er later op terug te komen en dit hardop te benoemen.
Je moet voortdurend twee tegengestelde principes met elkaar verzoenen: alle nodige
informatie verkrijgen en tegelijkertijd het moeras van buitensporige details vermijden.
- Gebruik open vragen
Je wilt valide informatie verkrijgen. Uit onderzoek blijkt dat patiënten de meest valide
informatie geven wanneer ze vrij mogen antwoorden, in hun eigen woorden, en zo volledig
als ze willen. Formuleer je vraag dus waar mogelijk op een open manier die een zo breed
mogelijke respons mogelijk maakt.
- Spreek de taal van de patiënt
Zelfs de meest ervaren interviewers moeten oppassen voor het gebruik van technische
woorden die patiënten mogelijk niet begrijpen. Soms denken patiënten dat ze het begrijpen
en geven ze daardoor geen accurate informatie. Sommigen durven het niet aan te geven. Je
verhoogt de validiteit door de vragen te pitchen op een niveau dat de patiënt kan begrijpen,
maar wees alert om niet neer te buigen naar de patiënt.
Om voor goede communicatie te zorgen, moet je voortdurend alert zijn. Het is maar al te
gemakkelijk om aan te nemen dat je weet wat uw patiënt bedoelt, terwijl jullie beiden in
verschillende idiomen spreken.
Pas op dat je het gedrag van anderen niet op je eigen manier beoordeelt.
- Kies de juiste indringende vragen
Een eenvoudig verzoek om informatie levert vaak met een minimum aan inspanning op wat
je nodig hebt. Je patiënt zal je directheid waarschijnlijk waarderen; als je een open vraag
gebruikt, krijg je waarschijnlijk de details.
Als het tijd is om dieper in te gaan op de presenterende problemen van je patiënt, kies dan
voor jouw indringende vragen met twee principes in gedachten:
1. Selecteer sondes die onbeantwoorde vragen zullen oplossen. Het is efficiënter om je
inspanningen te concentreren op gebieden die je patiënt nog niet heeft behandeld.
3