Fiscaal Concernrecht
Hoorcollege 1 06-09-2019/ 13-09-2019
Vennootschapsbelasting
Art 1 VBP= onder de naam vennootschapsbelasting (VPB) wordt er een directe belasting
geheven van lichamen.
• Ten laste van natuurlijke personen, want gerechtigd tot winst (aandeelhouder)
• Indien hoge VPB nettowinst herstellen → lonen verlagen of prijzen eindproduct omhoog.
Achtergrondinformatie VPB
• Omvang VPB-opbrengsten
• Rechtsgronden vennootschapsbelasting
• Verschillende soorten VPB-stelsels
• VPB-tarief in EU- en internationaal perspectief
• Afwenteling vennootschapsbelasting
• Verhouding VPB en dividendbelasting.
Omvang VPB- opbrengsten
VPB 2019 =25,3 van 300 miljard van totale opbrengsten. VPB kan je wegsluizen, daarom is
het minder conjunctuurgevoelig. Door grondslag winst wordt het beïnvloed door de
economische conjunctuur.
Loon en inkomstenbelasting (61,7)en omzetbelasting (59,6) zijn de grootste inkomsten
genererende belastingen. Premies volk, zorg en werknemersverzekeringen hebben ook
grotere opbrengsten dan de VPB. (multiplechoice vraag)
Rechtsgronden VPB
• Neutraliteitsprincipe
Lichamen die zelfstandig economische activiteiten uitoefenen, ook zelfstandig willen
belasten. Daarin wordt er geen onderscheid gemaakt naar hun juridische vormgeving
(stichting, bv)
• VPB als voorschot op IB
Vooral bij DGA en in het bijzonder voor aanmerkelijkbelanghouder.
AB en VPB gecombineerd vormt het globale evenwicht tussen IB ondernemers (max 51,
95%) en AB aandeelhouders (gecombineerd 39,25-43,75%) → verschil 8%.
IB kunnen gebruik maken van mkb- winstvrijstelling. Eraf halen, kom je dichter bij 43%.
Niet kijken naar het nominale tarief, maar naar het effectieve tarief. Wat is de belastinglast
t.o.v. de baten die er gegenereerd worden met in achtneming van alle fiscale faciliteiten.
Bijv rente niet aftrekbaar, virtuele fiscale winst wordt hoger. Winst van 10 miljoen, 2 miljoen
rente niet aftrekbaar. Belasting heffen over 12 miljoen. Belastinglast 3 miljoen afzetten
tegen daadwerkelijke vennootschappelijke winst. Zit je niet op 25% maar op 30%.
1
,Fiscaal Concernrecht
Ontwikkeling VPB-tarief
VPB-tarief wordt verlaagd, toptarief 2021 → 20,50% nu 25%. Verlaging is niet zeker,
misschien zal het uitgesteld worden. Zie prinsjesdag.
Dit is een nominale tarief en niet de effectieve tarief.
Kiezen bedrijven landen naar VPB? Infrastructuur, voorziening voor werknemers→ discussie
over vestigingsplaats.
Nederland wordt gebruikt als doorstroomland en d.m.v. rulings kan er zekerheid verkregen
worden over de fiscale behandeling of aspecten van bepaalde situaties/ inkomen
Verschillende VPB- stelsel
• Klassieke stelsel (Nederland)
Bij heffing inkomstenbelasting (IB) wordt er geen rekening gehouden met de samenloop
met de VPB. VPB over winst van lichaam en daarna IB over winstuitkering als dividend.
zou dubbele heffing kunnen betekenen (lichaam en aandeelhouder). Last van effectieve
belastingdruk.
• Het stelsel van volledige integratie
Gebaseerd op verlengstukwinstgedachte → lichaam is verlengstuk van zijn
aandeelhouder. Lichaam niet belast, aandeelhouder belast. Er is geen voorheffing.
• Het verrekeningsstelsel
Er wordt rekening gehouden met eerdere heffing op niveau lichaam. Er kan sprake zijn
van volledige of partiële verrekening.
Belasten we lichaam wel, pakken we resterende winst die gebruteerd wordt, waarbij er
rekening gehouden wordt met dat het lichaam zelf al is belast.
Verschuldigde VPB percentage + beschikbaar voor aandeelhouder is je belastbaar
inkomen aandeelhouder.
Klassiek stelsel en volledig integratie kunnen zelfde cumulatieve belastingdruk bereiken door
de belastingpercentage van volledige integratie aan te passen.
2
,Fiscaal Concernrecht
Afwenteling en VPB
Belastingen worden uiteindelijk door natuurlijke personen gedragen. Zo zijn het de
aandeelhouders, werknemers, burgers, leveranciers, afnemers en de overheid die
uiteindelijk de klos zijn. Lichamen dragen geen belasting.
Woningcorporaties zijn stichtingen, worden geconfronteerd met verhuurheffing en VPB. Als
huurder kan dat gevolgen hebben. Uitstel van onderhoud. Huren van woning met een
mindere waarde → huurder dupe.
Verhouding VPB en dividendbelasting (DB)
VPB en DB zijn zelfstandige belastingen. VPB wordt geheven over de winst van het lichaam
zelf en DB wordt geheven over de uitkeringen door het lichaam aan haar aandeelhouders.
• Art 25 VPB = In binnenlandse verhouding is DB een verrekenbare voorheffing van VPB
→ indien er geen eindheffing is DB een zelfstandige eindheffing.
• Binnenlandse verhouding: dividendbelasting (DB) is voorheffing van VBP.
Grensoverschrijdende geval is DB eindheffing.
Deelnemingsvrijstelling= dividenden of vervreemdingsvoordelen op deelnemingen die een
aangehouden lichaam heeft, zijn onbelast. Er wordt geen VPB geheven.
Dat moet zelfstandig vrijgesteld worden.
Art 4 DB= toepassing deelnemingsvrijstelling, inhouden van DB mag achterblijven.
Dividenduitkering binnen een fiscale eenheid. Het is een fiscaal juridisch construct.
Onderlinge transacties worden niet belast. Daarom wordt dividend niet belast met VPB.
Voor dividend is er geen sprake van fiscale eenheid.
Art 4 DB= Daarom mag inhouding van DB achterwege blijven.
Structuur Wet VPB
• Hs 1 : Heffingssubject , wie
• Hs 2,3,4: Heffingsobject, wat leidt tot belastingheffing
• Hs 2,3,4: Maatstaf van heffing, hoeveel
• Hs 5 : Tarief, percentage Art 22
• Hs 6 : Wijze van heffing, heffingsmethodiek.
Veel vragen op het TENTAMEN over heffingsobject en heffingsmaatstaf.
Subjectieve belastingplichtig betekent niet gelijk dat er belasting betaald moet worden.
Er wordt geen VPB geheven van natuurlijke personen → geheven over lichamen.
3
, Fiscaal Concernrecht
Geen rechtspersoonlijkheid, maar wel VPB = open CV
Subjectieve belastingplicht= wie is belastingplichtig
Objectieve belastingplicht = waarover belastingplichtig (winst)
Art 7 VPB= Binnenlandse belastingplichtige NV, BV belast over wereldwinst. Bepaald volgens
goedkoopmansgebruik.
Wijze van heffing
• Art 24 VPB= geheven bij wege van aanslag.
• 3 methodieken, in de wet staat het om welke heffingsmethodiek het gaat
o Hoofdstuk 4 AWR =Afdrachtsbelasting (loonbelasting, dividendbelasting)
o Hoofdstuk 3 AWR = Aanslagbelastingen (VPB)
o Hoofdstuk 4 AWR = Voldoening belastingen
Winst allemaal niet opgeven → inspecteur kan het corrigeren, d.m.v. een
navorderingsaanslag.
• Art 16 AWR= Aanslagbelasting naheffen gaat via navorderingsaanslag. Een nieuw feit is
daarvoor geëist.
• Art 20 AWR= Voldoening of afdrachtsbelasting naheffen gebeurd met een
naheffingsaanslag.
• Waarom heb je een nieuw feit nodig voor navorderen en niet voor naheffen?
o Aanslag → regelt inspecteur belastingschuld.
o Andere twee bepaald de belastingplichtige zelf de belastingschuld.
De inspecteur had al een mogelijk om naar te kijken en te bepalen. Dan mag het niet over
het hoofd gezien worden, daarom kan het niet nagevorderd worden indien de feiten
vaststaan.
Heffingssubject
Twee soorten belastingplichtigen: binnenlandse en buitenlandse belastingplichtigen.
Art 4 AWR: vestigingsplaats; woonplaatsbeginsel, waar lichaam gevestigd is moet naar
omstandigheden beoordeeld worden. Werkelijke leiding berust bij bestuur en
vestigingsplaats moet overeenkomen met de plaats waar het bestuur zijn leidinggevende
taak uitoefent.
• Art 2 VPB: Binnenlandse belastingplichtigen
Woonplaatsbeginsel: in Nederland gevestigd (Art 4 AWR) → over wereldinkomen belast,
kan door verdragen ingeperkt worden
4