100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting K2 Leerdoelen materieelstrafrecht en formeelstrafrecht €3,79   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting K2 Leerdoelen materieelstrafrecht en formeelstrafrecht

2 beoordelingen
 63 keer bekeken  4 keer verkocht

Een uitgebreide samenvatting met hierin alle leerdoelen behandeld per week van de vakken materieelstrafrecht en formeelstrafrecht uit de K2. Kortom een samenvatting voor de ijverige studenten. Cijfer 7.3 (54 pagina's!)

Laatste update van het document: 3 jaar geleden

Voorbeeld 10 van de 54  pagina's

  • 12 oktober 2020
  • 1 december 2020
  • 54
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (21)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: yasminaa • 1 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: lawstudent67 • 1 jaar geleden

Dankje!

review-writer-avatar

Door: kelseybreda • 3 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: lawstudent67 • 3 jaar geleden

Bedankt voor de recensie? Heb je verbeterpunten? Ik hoor ze graag :)

avatar-seller
lawstudent67
Formeel strafrecht

Leerdoelen week 1 inleiding in het strafprocesrecht

→ De bronnen, uitgangspunten, doelen en beginselen van het strafproces toelichten;
Commuun/algemeen recht = wetboek van stafrecht en wetboek van strafvordering
Bijzonder strafrecht = wet op de economische delicten en Politiewet enzo…

Het doel van het strafrecht is kort gezegd het door middel van sancties handhaven van
normen die uit strafrechtelijke bepalingen voortvloeien.
De vergeldingstheorie: gaat uit van de gedachte dat de overheid wraak moet nemen op
degene die onrecht pleegt. De vergeldingstheorie steunt op de gedachte dat door een
strafbaar feit een inbreuk wordt gemaakt op de zogenoemde ‘wereldlijke juridische orde’;
de vergeldingstheorie staat direct in verbinding met de ‘oog om oog’ gedachte.
De preventietheorie: de gedachte is dus dat met het straffen van personen wordt
voorkomen dat anderen strafbare feiten zullen plegen. De preventietheorie kan worden
onderverdeeld in generale preventie en speciale preventie
Generale preventie: de aanhangers van deze theorie willen dat anderen dan de misdadigers
zien wat er gebeurt als je een strafbaar feit pleegt. B.v. als zwartrijders worden bestraft met
hoge boetes dan zal je wel nog een extra keer nadenken voordat je gaat zwartrijden.
Speciale preventie: de aanhangers van deze theorie beogen met het opleggen van een straf
de misdadigers zelf ervan te weerhouden in de toekomst misdaden te gaan plegen. Na een
opgelegde straf trekt een persoon lering uit zijn gedrag en wil hij niet nog een keer een
misdaad plegen. Het strafrecht werkt bij speciale preventie op drie wijzen;
1. Afschrikken dader;
2. Verbetering gedrag dader;
3. De samenleving gaat erop vooruit nu de dader tijdelijk uit de samenleving is;
De preventietheorie is een relatieve strafrechttheorie. Met relatieve strafrechtstheorie
wordt bedoeld dat de straf een bepaald doel beoogt in plaats van enkel vergelding.

Het legaliteitsbeginsel;
1. Geen strafbaar feit zonder wet
Slechts gedragingen die wettelijk strafbaar zijn gesteld
2. Geen straf zonder wet
3. Geen terugwerkende kracht
4. Gaan analogische redenering
5. Wetten moeten duidelijk genoeg zijn (lex certa)

,→ De betekenis van het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel en de wijze waarop dit beginsel
zijn neerslag vindt in de wet toelichten;
De eerste bepaling van die wet artikel 1 Sv, bepaalt dat het strafprocesrecht slechts bij wet
(wet in formele zin) kan worden vormgegeven. Die bepaling wordt ook wel
legaliteitsbeginsel genoemd. Alleen de allerhoogste wetgever in nederland heeft de
bevoegdheid regels inzake de strafprocedure te bepalen of te wijzigen. Het strafprocesrecht
mag dan ook nooit door een lagere wetgever (bv gemeenten of provincies) worden
vormgegeven. Met het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel wordt het creëren van lokaal
strafprocesrecht voorkomen. Het strafprocesrecht is voornamelijk geregeld in het wetboek
van strafvordering maar ook moeten we kijken naar internationale verdragen. Andere
bronnen van strafprocesrecht zijn de rechtspraak, beleidsregels en richtlijnen. Deze dienen
allemaal ter invulling van regels die uit wetten in formele zin komen.

Strafvordering houdt in: alle opsporingsbevoegdheden opsporen, het omvat ook als je
verdachte wordt berecht (berechting) en na berechting heb je het moment dat de straf ten
uitvoer moet worden gelegd
- Opsporing
- Berechting
- Ten uitvoer legging van de straffen
Artikel 1 Sv staat strafvordering dat houdt dit in en alleen bij wet mag dit worden geregeld
en alleen de wetgever mag deze regels maken een lagere wetgever mag geen regels van
strafvordering maken. (Muilkorf arrest)
Alleen de formele wetgever mag strafvorderings wetten maken.


→ Uitleggen waarom het strafprocesrecht enerzijds een instrumenteel karakter heeft en
anderzijds een element van rechtsbescherming in zich draagt;
Instrumentele functie is het belang van de gemeenschap om de waarheid te vinden
Rechtsbescherming is het belang van de verdachte, verdachte wordt blootgesteld aan
allerlei onderzoeken. Die moeten binnen de kaders van een eerlijk proces gebeuren artikel 6
EVRM.

→ Het belang van artikel 3 politiewet/ artikel 141, 142 Sv voor de opsporing toelichten en
een verband leggen met artikel 1 WvSv;
Artikel 3 Politiewet; de Politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en
in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor daadwerkelijke
handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die het behoeven.
Handhaven openbare orde art 11 Pw en handhaving strafrechtelijke orde art 12 Pw.
In artikel 3 Pw bepaald dat de politie is ondergeschikt is aan een bevoegd gezag. Op die
manier moet de politie blijkbaar verantwoording afleggen voor het gebruik van geweld. Dit
alles om te voorkomen dat de politie zelfstandige macht zou kunnen vormen. Dit heeft
verband met art 1 Sv er is dus een wet (art. 3 Pw) waardoor de politie geweld mag gebruiken
maar dat moeten ze dan weer wel verantwoorden bij een bevoegd gezag (gemeente bij
handhaving en OvJ bij strafrechtelijke handhaving)

,Er zijn vele personen en organen die zich bezighouden met opsporing art 141 sub a en b Sv
worden onderverdeeld. Verband met artikel 1 Sv er is dus een wettelijke grondslag en daarin
is de bevoegdheid gegeven wie tot opsporing mag overgaan.
Art 142 Sv dit zijn buitengewone opsporingsambtenaren denk aan de belastingdienst,
gemeentelijke toezichthouders of boswachters. Verband met artikel 1 Sv de buitengewone
opsporingsambtenaren hebben de bevoegdheid gekregen via artikel 142 Sv dus berust hun
taak op een wet daarom staat dit in verband met het legaliteitsbeginsel van artikel 1 Sv




Arrest hollende kleurling

Subsiadiariteit: minst ingrijpende middel op het minst ingrijpende wijze worden gehanteerd

,Week 2: vooronderzoek (opsporingsonderzoek en onderzoek door de rechter –
commissaris)
• De verschillende fasen in het strafproces en de betekenis van het vooronderzoek –
het opsporingsonderzoek en het onderzoek door de rechter-commissaris – voor het
strafproces als geheel toelichten;




Het vooronderzoek: Als een lijk wordt aangetroffen dan kan er sprake zijn van een
strafbaar feit of een natuurlijke dood. Eerst moet uitgezocht worden wat er is
gebeurd en wie er betrokken waren. Afhankelijk van die uitkomst wordt er een
besluit genomen. Dit proces van onderzoeken en beslissen vindt ook plaats in de
strafprocedure. Art 132 Sv het onderzoek dat aan berechting voorafgaat is het
voorbereidend onderzoek.

Opsporing: het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier
van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen art 132a Sv. Met
andere woorden: bij het doen van opsporing proberen we vast te stellen of iemand
een strafbaar feit kan begaan, begaat of zou hebben begaan. In het geval dat wordt
vermoed dat personen zich in een zekere fase voorafgaand aan het ‘daadwerkelijke’
begaan van een ernstig misdrijf bevinden, kan opsporing zelfs voor het plegen van
strafbare feiten plaatsvinden.

Onderzoek door rechter-commissaris: indien daar aanleiding toe bestaat, kan de OvJ
vorderen, dat onderzoek wordt verricht door een rechter-commissaris art 181 Sv. Dit
onderzoek kan dan door de OvJ worden gevorderd, maar dat hoeft niet. Ook de
verdachte kan een rechter-commissaris verzoeken onderzoek te verrichten. In elk
voorbereidend onderzoek worden dus handelingen verricht door een OvJ, maar niet
altijd door een rechter-commissaris. De reden dat de OvJ dat kan doen omdat de
rechter-commissaris in sommige gevallen meer bevoegdheid heeft. Van groot belang
is dat beide onderzoeken aan de berechting voorafgaan. De handelingen moeten
worden verricht met het oog op de opsporing van strafbare feiten.

,• Uitleggen hoe een opsporingsonderzoek kan starten, daarbinnen verschillende
opsporingsmethoden herkennen en deze toetsen aan artikel 1 WvSv;
De opsporing begint normaal gesproken naar aanleiding van het redelijke vermoeden
van een strafbaar feit artikel 27 Sv. Deze vorm van opsporing wordt wel het reactief
rechercheren genoemd. Het onderzoek van feiten naar aanleiding ven een bepaalde
gebeurtenis. Ook zijn er bijzondere bevoegdheden wanneer er nog geen strafbaar
feit begaan is maar daar wel redelijke vermoeden voor heerst.
Opsporingsbevoegdheden; opsporingsbevoegdheden kunnen worden verdeeld in
opsporingstechnieken en dwangmiddelen. Het uitgangspunt van de grondwet is dat
iedere burger over een aantal rechten beschikt. Op die rechten kan je niet zomaar
inbreuk maken. Bij de toepassing van dwangmiddelen wordt de
opsporingsbevoegdheid tegen de wil en desnoodsmet dwang op de verdachte
uitgevoerd. Verzet tegen het toepassen kan ook als strafbaar feit opleveren.
Wanneer opsporingsbevoegdheden een inbreuk maken op een grondrecht van een
verdachte moet die inbreuk in de wet zijn voorzien. Een inbreuk kan immers enkel
door een wettelijke grondslag worden gerechtvaardigd. Dat vloeit voort uit het
legaliteitsbeginsel art 1 Sv. Er bestaan talrijke opsporingshandelingen die niet
expliciet in de wet staan opgenomen dit wordt echter gerechtvaardigd door artikelen
141 Sv en 3 politiewet waarin wordt gerelateerd dat de taak van de politie de
rechtsorde handhaven is. Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden
1. Enerzijds een eerste domein, dat bijzondere opsporingsbevoegdheden reguleert
indien er reeds sprake is van een redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is
begaan.
2. Anderzijds een tweede domein, dat de opsporingsbevoegdheden opsomt met
betrekking tot een onderzoek naar een georganiseerd verband dat vermoed
wordt crimineel te zijn, omdat daarin ernstige misdrijven worden beraamd of
gepleegd.
3. In en later stadium is de wet BOB uitgebreid met een derde domein. Daarin
worden opsporingsbevoegdheden met betrekking tot opsporing en vervolging
van terroristische misdrijven geformuleerd.

Systemathiek opsporingsbevoegdheden checklist
• Door wie? (bevoegde functionaris?
• Tegen wie?
• Voor welke strafbare feiten/ in welke gevallen?
• Met welk doel/ op welke gronden?

,• Onderscheid maken in verdenkingscriteria voor de ‘klassieke criminaliteit’ en voor
de georganiseerde criminaliteit waar het de bijzondere opsporingsbevoegdheden
betreft;
De opsporingsbevoegdheden van artikel 126g-126ni Sv. Kunnen worden ingezet bij
verdenking van een reeds begaan strafbaar feit.
Het tweede domein regelt het onderzoek naar georganiseerde verbanden. Die
worden vermoed crimineel te zijn. Omdat daarin ernstige misdrijven worden
beraamd of gepleegd. Hiervoor is de wet BOB een nieuw verdenkingscriterium
opgenomen in de bepalingen van artikel 126o Sv. Wanneer in georganiseerd verband
misdrijven worden braamd of gepleegd die een ernstige inbreuk op de rechtsorde
opleveren, kunnen politie en justitie gebruik maken van de opsporingsmethoden uit
het tweede domein. De soorten opsporingsmethoden uit het eerste en tweede
domein komen met elkaar overeen. Alleen et verschil ligt voornamelijk in de fase
waarin men kan overgaan tot de inzet ervan. Op grond van titel V mogen
bevoegdheden namelijk reeds worden ingezet voordat er sprake is van een redelijk
vermoeden dat een strafbaar feit is begaan. Voldoende is dat er in een georganiseerd
verband strafbare feiten die een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren
worden beraamd of gepleegd artikel 125o e.v. Sv.
Georganiseerd verband het moet gaan om;
- Twee of meer personen
- Met ten minste een gemeenschappelijk doel;
- Met een zekere continuïteit.
Er moeten misdrijven worden begaan waar hechtenis voor openstaat. Artikel 67 lid 1
Sv.

,• De rol, de positie, de taken en bevoegdheden van de rechter-commissaris in het
vooronderzoek toelichten; ook met betrekking tot de regeling voor bedreigde
getuigen;
Rechter die optreedt voorafgaand aan de daadwerkelijke zitting.
De rechter-commissaris houdt ook toezicht op het goede verloop van het onderzoek
en de voortvarendheid daarvan. In het geval hij het noodzakelijk acht, roept hij de
verdachte en de OvJ op te verschijnen ten einde de stand van zaken te bespreken art.
185 Sv. Hij kan daarbij desgewenst een termijn stellen voor het verrichten van
bepaalde handelingen of het indienen van vorderingen dan wel tot de onderbouwing
daarvan. Het horen van getuigen is een belangrijke taak van de rechter-commissaris.
De rechter-commissaris is ook bevoegd om special getuigen te horen artikel 226a Sv.
Hij is de degene die vrijheidsbeneming na de fase van de inverzekeringstelling art 63
Sv. Artikel 226a voorwaarden verlening status bedreiging getuigen vanaf dat artikel
gaat het om bedreigende getuigen aan het betreffende artikel moet er worden
voldaan aan twee voorwaarden.




• Rol, positie, taken en bevoegdheden van de raadsman toelichten.
Rechtsbijstand is in dat kader een belangrijk recht in artikel 18 Grondwet staat het
zelfs opgenomen. De verdachte krijgt - indien hij niet zelf een advocaat benoemd –
in de fase voorafgaand aan en tijdens het verhoor door de politie een advocaat
toegewezen door de overheid om het recht op een eerlijk proces te waarborgen
artikel 6 EVRM. Het voeren van een goede verdediging draagt bij aan de
onafhankelijke waarheidsbevindingen voor de strafrechter, nu een strafzaak louter
meer wordt belicht vanuit het oogpunt van de vervolgende partij. Het is de plicht van
de advocaat om de overheid te wijzen op mogelijke fouten die in het
strafprocesrechtelijk onderzoek zijn gemaakt. Met het voeren van de juiste
verdediging kan de veroordeling van onschuldige personen worden voorkomen.
De advocaat vertegenwoordigt de verdachte .het zijn de rechten van de verdachte
waar de advocaat zich op dient te beroepen. Niet voor hemzelf maar voor de
verdachte. Art 331 Sv. De advocaat heeft wel rechten art 45 jo 48 Sv. De advocaat
heeft geheimhoudingsplicht ten aanzien van alle informatie die hem in het kader van
zijn werkzaamheden worden toevertrouwd. Ook het toepassen van verschillende
opsporingsbevoegdheden ten aanzien van de advocaat bemoeilijkt of onmogelijk
gemaakt.

,Formeel strafrecht
Week 3: bevoegdheden in het kader van opsoring/vervolging

• De verhouding toelichten tussen grondrechten – neergelegd in de grondwet en
mensenrechtenverdragen – en de bevoegdheden tot opsporing voor zover die
inbreuk maken op deze rechten;
Om antwoord te geven op de vraag of een bepaald dwangmiddel op rechtmatige
wijze is uitgeoefend, moeten we het dwangmiddel steeds aan vier voorwaarden
toetsen.
1. Wie mag het dwangmiddel toepassen (bevoegde instantie)
2. Tegen welk persoon richt het dwangmiddel zich? Art 27Sv
3. In welke gevallen/onder welke omstandigheden mag het dwangmiddel worden
toegepast?
4. Met welk doel mag het dwangmiddel worden toegepast? (vaststellen van de
identiteit of het onderzoeksbelang

Volgens Europese wetgeving en rechtsspraak moet een onpartijdige instantie echter
onverwijld de vrijheidsberoving van de verdachte beoordelen. Dit wordt ook wel de
‘hebeas corpus- procedure genoemd.

• Aan de hand van een casus de verschillende traditionele dwangmiddelen uit het
Wetboek van Strafvordering en bijzondere wetten en de rechtmatigheid van die
toepassing beoordelen;
Staande houden en aanhouding (op heterdaad)
Staande houden artikel 52 Sv kan worden omschreven als het aanspreken van
eventueel het kort vasthouden, van de verdachte om zijn identiteit vast stellen. Bij
een staande houding mag de identiteit worden vastgesteld conform artikel 27a Sv.
Een verdachte mag niet gevraagd worden naar betrokkenheid van een strafbaar feit.
Hij mag niet worden verhoord. Staande houden mag alleen door een
opsporingsambtenaar.
Bevoegde instantie: opsporingsambtenaar
Subject: verdachte art 27 Sv
Gevallen: ter zake van alle strafbare feiten
Gronden: het vaststellen van de identiteit op wijze van artikel 27a Sv.
Indien nodig naar de proportionaliteit en subsidiariteit kijken

Aanhouding op heterdaad: algemeen
De aamhouding art 53-54 kan worden omschreven als het beroven van de vrijheid
van de verdachte om hem naar een plaats van verhoor te begeleiden of op te houden
voor onderzoek.
- Wanneer een verdachte van heterdaad mag iedereen hem aanhouden
- Ook buiten heterdaad kan de verdachte van enig strafbaar feit, waarvoor
voorlopige hechtenis is toegestaan worden aangehouden door een OvJ, hulp OvJ
of opsporingsambtenaren.

,Aanhouding heterdaad art 53
Een burger mag een aanhouding verrichten alleen op heterdaad, wanneer is er
sprake van een heterdaad art 128 lid 1 Sv: wanneer het strafbare feit wordt ontdekt,
terwijl het begaan wordt, terstond nadat het begaan is, kort na de ontdekking van
het feit. Heterdaad omvat betrapping. De persoon die schiet, steekt, steelt enzovoort
terwijl men dat feitelijk waarneemt. Het kan ook gaan om fout parkeren of een loods
vol met drugs en er is niemand aanwezig. Ook als een delict onlangs heeft
plaatsgevonden tot slot kort na de ontdekking van het feit wordt gedaan.
Overleveren aan een opsporingsambtenaar art 53 lid 3 onverwijld wil zeggen niet
onredelijk lang.

Aanhouding buiten heterdaad artikel 54
Buiten heterdaad kan geschieden in de gevallen van een strafbaar feit waarvoor
voorlopige hechtenis is toegelaten. Artikel 67 lid 1 Sv. Bij buiten heterdaad de
aanhoudingsbevoegdheid.
1. De oorspronkelijke bevoegdheid ligt bij de OvJ (eerste lid)
2. Kan het optreden van de OvJ niet worden afgewacht dan de Hulp OvJ bevoegd
iemand buiten heterdaad aan te houden (derde lid)
3. Kan het optreden van de Hulp OvJ niet worden afgewacht, dan is de
opsporingsambtenaar bevoegd iemand buiten heterdaad aan te houden (vierde
lid)

Aanhouden geschiedt om de verdachte naar een plaats te brengen waar hij kan
worden verhoord of opgehouden voor onderzoek. In alle gevallen moet de
aangehoudene minimaal voor een Hulp OvJ worden voorgeleid. Tijdens de
voorgeleiding worden de rechtmatigheid en de wenselijkheid van de
vrijheidsberoving van de verdachte getoetst ook wat te doen met de verdachte.

Ophouden voor onderzoek
Aanhouden geschiedt om de verdachte te verhoren of op te houden voor onderzoek
(56a Sv). Tijdens het ophouden voor onderzoek wordt de verdachte in ieder geval
verhoord. Het verhoren wordt meestal gedaan door een opsporingsambtenaar.
Een verdachte mag slechts worden opgehouden voor onderzoek indien die
ophouding voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Dat wordt
uitgedrukt in de woorden: ‘belang van het onderzoek’ 56a Sv het is een ruim begrip
het houdt identificatie in, voorbereiding verhoor, verhoor en het uitreiken van
mededelingen in persoon over het vervolg van de strafzaak. Maximaal 9 uur
ophouden artikel 67 lid 1 jo 56a lid 2 Sv geen voorlopige hechtenis 67 dan max 6 uur.
Maatregelen tijdens het ophouden voor onderzoek artikel 61a Sv. Maatregelen die
dienen voor de identiteit of maatregelen die dienen om het strafbare feit op te
lossen.

, De inverzekeringstelling
Art 57-59 Sv en 62-62aSv volgt indien daar voldoende aanleiding toe bestaat, in
beginsel op de situatie van het ophouden voor onderzoek art 56a Sv. Grond van
inverzekeringstelling de toepassing moet in het belang van het onderzoek zijn kan
door hulp OvJ of OvJ. Gevallen het bevel wordt alleen gegeven voor een strafbaar feit
waar voorlopige hechtenis is toegelaten art 67 Sv. De termijn het bevel tot
inverzekeringstelling is slecht gedurende ten hoogste drie dagen van kracht. Bij hoge
noodzaak kan het drie dagen verlengt worden door de OvJ. Hoe ingrijpender hoe
hoger de instantie moeten toetsen of het dwangmiddel rechtmatig is.
Rechtmatigheidstoets artikel 59a uiterlijk na drie dagen en achttien uur (de termijn
voor het ophouden voor onderzoek, de nachtelijke uren en de inverzekeringstelling)
gerekend vanaf de aanhouding, moet ingevolge het WvSv art 59a Sv een rechter de
vrijheidsberoving van de verdachte toetsen. Bij deze toets beoordeelt de rechter-
commissaris of de vrijheidsberoving op een rechtmatige manier heeft kunnen
geschieden. De R-C toets marginaal dus hij gaat niet op alle details in. Maatregelen
tijdens de inverzekeringstelling artikel 62 Sv

De voorlopige hechtenis
Art 133 Sv, volgt indien daar voldoende aanleiding voor bestaat, in beginsel op de
inverzekeringstelling. Onder voorlopige hechtenis wordt verstaan vrijheisbeneming
ingevolge; de bewaring (art 63 e.v. Sv), de gevangenhouding (art 65 lid 1 Sv) en de
gevangenneming (art 65 lid 2 Sv).
Bevoegde instantie: voor toepassing van dit dwangmiddel is steeds de tussenkomst
van een rechter noodzakelijk. Bij bewaring rechter-commissaris bij de andere twee
de rechtbank art 21 Sv. Subject er moet een ernstige bezwaren van verdenking zijn
artikel 67 lid 3. Naast de gewone redelijke vermoeden van schuld moet er nog een
bijkomende omstandigheid bestaan. Gevallen: de hoofdregel is artikel 67 lid 1 Sv sub
a. Uit het woordje ‘gesteld’ kan worden afgeleid dat het daadwerkelijke feitelijke
strafminimum bepalend is zonder strafverzwarende of strafverlichtingen
omstandigheden. We moeten dus steeds in het WvSr te rade gaan wat de max
sanctienorm is op het delict dat wordt verweten. Art 67 lid 1 sub en c. Ook kan je als
je geen vaste woon/verblijfplaats hebt voor misdrijven voorlopige hechtenis artikel
67 lid 1 Sv. Voorlopige hechtenis is alleen voor misdrijven.
Gronden: deze staan limitatief in artikel 67a Sv opgesomd.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lawstudent67. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,79. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,79  4x  verkocht
  • (2)
  Kopen