Uitvoeren van Zorg Niveau C
Naam student: Mitchell M
Studentnummer: XXX
Klas: HBOV-deeltijd leerteam 8
Naam assessor: XXX
Datum: Januari 2019
,Inhoudsopgave
Inleiding
1. Visie op zorg
2. Casusbeschrijving
Samenvatting casus
Algemene anamnese en huidige situatie
Familie anamnese
Voorgeschiedenis
Vitale functies (gemiddeld)
Intoxicaties
Actuele ziektebeelden
Medicatie
Complexiteitsbepaling.
3. Zelfmanagement
4. Verpleegkundige diagnosen uitgewerkt via de PES-structuur
5. Wettelijke kaders & voorbehouden handelingen
6. EBP onderbouwing
Zoekstrategie
7. Zorg-technologische aanbevelingen
E-book Palliatieve zorg
Medicatie controle applicatie
Bewegingssensoren
Bibliografie
Bijlage 1 Methodische reflectie
Bijlage 2 Uitleg actuele ziektebeelden
Bijlage 3 Complexiteitsscorelijst
Bijlage 4 Toegepaste protocollen
2
,Inleiding
In de leeruitkomst “uitvoeren van zorg” staat het toepassen van verpleegtechnische handelingen in het
verpleegkundig vak centraal. Het complexiteitsniveau is hierbij hoog.
De leeruitkomst is uitgevoerd bij Arkin, een grote GGZ instelling met diverse merken in en om
Amsterdam, waaronder Mentrum Ouderen (Mentrum).
Dit is een gesloten kliniek waar 20 cliënten vanaf 50 jaar zijn opgenomen met een psychiatrische,
persoonlijkheid, of cognitieve stoornis. Auteur is sinds vier jaar werkzaam op deze afdeling als
verpleegkundige (niveau 4).
Als in dit document gesproken wordt over verpleegkundige wordt daar de auteur mee bedoeld.
De verpleegkundige rollen
Tijdens het uitvoeren van deze leeruitkomst worden een aantal rollen benoemd. Deze komen voort uit
de CanMeds rollen, de basis voor het beroepsprofiel van bachelor opgeleid verpleegkundigen.
De zorgverlener (CanMeds rol 1) heeft een prominente rol in deze leeruitkomst. Het is de taak van de
verpleegkundige om de uit te voeren zorg op te stellen volgens klinisch redeneren, hierin wordt de
behoefte van de zorgvrager meegenomen door middel van gezamenlijke besluitvorming. Daarnaast
indiceert en voert de verpleegkundige verpleegtechnische (voorbehouden) handelingen uit zoals
beschreven staat in de wet BIG.
Als reflectieve EBP professional (CanMeds rol 4) streeft de verpleegkundige naar het toepassen van
interventies waarvan de doeltreffendheid en doelmatigheid aannemelijk zijn. Een onderzoekend
vermogen is hierbij essentieel (Venvn, 2012).
Leeswijzer
In de uitwerking wordt gestart met een beschrijving van de visie op zorg, deze is reeds opgesteld door
auteur zelf in een uitwerking van een eerdere opdracht. Gezien de positieve feedback hierop en de
toepasbaarheid op deze opdracht is er voor gekozen om de visie wederom te gebruiken. Dit
verduidelijkt immers hoe gekeken wordt naar verpleegkundige zorg door zowel auteur als organisatie
waarbinnen de casus speelt.
De casusbeschrijving met daarbij een complexiteitsbepaling, creëert helderheid over de zorgsituatie
van de cliënt. Verschillende onderdelen uit het verpleegkundig proces die in deze opdracht uitgewerkt
worden, hebben allemaal betrekking op de omschreven casus. Deze is opgenomen in het tweede
hoofdstuk.
In het derde hoofdstuk is aandacht voor zelfmanagement van de cliënt, met behulp van een gesprek
op basis van shared decision. Waarna er overgegaan wordt tot de koppeling van de uitgevoerde
verpleegtechnische handelingen met de verpleegkundige diagnosen, vertaald in een PES-structuur. In
hoofdstukken vijf en zes worden de wettelijke kaders beschreven welke van toepassing zijn op deze
casus, en is er een evidence based practice (EBP) proces uitgewerkt.
In hoofdstuk zeven worden een aantal zorg technologische aanbevelingen gedaan welke toepasselijk
zijn op de zorgsituatie van cliënt. Afsluitend wordt stilgestaan bij een methodische reflectie op de
uitvoer van de verpleegtechnische handelingen.
Gaandeweg het verslag worden er verwijzingen gemaakt naar de bijlagen.
3
, 1. Visie op zorg
Dit hoofdstuk beschrijft de visie op zorg in de organisatie waar ik werk. Vervolgens zal ik mijn eigen
visie op zorg reflecteren in vergelijking met die van Mentrum.
In het visiedocument van Mentrum staat de visie op (verpleegkundige) zorg als volgt omschreven:
“Wij zijn ervan overtuigd dat voor elke cliënt een maatschappelijke rol is weggelegd. Ook wanneer
voor langere tijd intensieve behandeling en ondersteuning nodig is, sluiten wij de mogelijkheid niet uit.
Het is onze verantwoordelijkheid om samen met de cliënt helder te krijgen wat nodig is om diens
herstelproces tot een succes te maken. Herstel is de rode draad. De verpleegkundige stelt zich
daarbij op als professioneel en objectief klankbord. Deze rol bestaat ook uit het ondersteunen van de
cliënt bij het maken van de juiste afwegingen door te adviseren vanuit specialistische, professionele
kennis. Ook wanneer de cliënt moeite heeft de eigen wensen, voorkeuren en opvattingen te
herkennen of te formuleren blijven we hier voortdurend naar op zoek, om het individuele herstelproces
(zorg op maat) van de cliënt uiteindelijk leidend te maken. Samen werken aan herstel en een
waardevol leven” (Mentrum, 2014).
In mijn werk als verpleegkundige richt ik mij altijd op herstel, ik vind dat één van de belangrijkste
aspecten en zal dit altijd voor ogen houden. Hierin sluit mijn visie aan op die van Arkin. Daarnaast vind
ik het belangrijk en mooi dat ten allen tijden rekening gehouden wordt met de wensen, behoeften en
mogelijkheden van de cliënt. Ook al zie ik in de huidige tijd (schaarste van medewerkers)
moeilijkheden in de uitvoer om daar aan te voldoen, ik blijf dit altijd als uitgangspunt hanteren.
Ik geloof erg in de nieuwe definitie van gezondheid in het concept van Positieve Gezondheid zoals
Machteld Huber (2012) deze heeft opgesteld. In die uitleg van de definitie van gezondheid wordt de
nadruk gelegd op de wijze waarop omgegaan wordt met beperkingen in plaats van het volledig
uitblijven van beperkingen. De uitleg legt verder de focus juist niet uit ziekte maar op functioneren en
kwaliteit van leven (Institute for Positive Health, 2019). Dit wordt gedaan vanuit een holistisch
mensbenadering waarin gekeken wordt naar de gehele mens.
Huber kijkt in haar visie naar zes dimensies (zie figuur 1): dagelijks functioneren, lichaamsfuncties,
mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven en sociaal- maatschappelijk participeren.
Ik vind het een uitdaging maar ook een mooi streven om deze visie in de praktijk te gebruiken. Uitgaan
van positieve gezondheid heeft namelijk veel invloed op de manier van zorg verlenen. De
verpleegkundige focus ligt hierin niet meer alleen op lichamelijke aspecten, maar ook bijvoorbeeld in
gesprek over waar een cliënt blij van wordt, of hoeveel kennis hij heeft van eigen gezondheid.
Deze benadering spreekt mij aan doordat ik dan kan uitgaan van wat een cliënt nog kan, in plaats van
wat iemand niet meer kan of welke diagnose iemand heeft.
Figuur 1: Spinnenweb Positieve Gezondheid (Bron: Institute of Positive 4
Health)