100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Sociale ongelijkheid - ALLE hoorcolleges €3,49
In winkelwagen

College aantekeningen

Sociale ongelijkheid - ALLE hoorcolleges

1 beoordeling
 75 keer bekeken  1 keer verkocht

Sociale ongelijkheid - ALLE hoorcolleges extra informatie vanuit de colleges.

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • 13 oktober 2020
  • 16
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Onbekend
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (1)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: irkav • 4 jaar geleden

avatar-seller
maudErasmusUniversiteitRotterdam
Sociale ongelijkheid.
Introductiecollege.
Twee theoretische hoofdstromingen.

1. Functionalisme: verschillende groepen/ instituties ect. Door samen te werken functioneert
de samenleving. (Durksheim, Parsons, Lenski, Blau, Duncan).
2. Conflicttheorie: ongelijkheid is natuurlijk, iedereen heeft verschillende hulpbronnen en
daardoor ontstaat ongelijkheid. Er zijn verschillende groepen, deze zullen strijd leveren.
(Marx, Weber, Collins, Bourdieu).

Theorievorming vindt plaats op verschillende schaalniveaus: micro = individuen/ gezinnen, meso =
buurten/ scholen/ organisaties, macro = samenlevingen (historische ontwikkelingen en
internationale vergelijkingen).

 Multiniveau-probleem: kenmerken van contexten beïnvloeden individueel gedrag omdat ze
al dan niet als restrictie werken.

Micro/ macro verband (Coleman).

Bij het doen van onderzoek wordt gezocht naar bepaalde
verklaringen.

Verklaren van
variantie: welke
factoren hebben
invloed?
 Verklaren van samenhang: begrijpen waarom.

Schijnverband.

Er is samenhang, deze berust op een gemeenschappelijke factor.

Bijvoorbeeld: het opleidingsniveau van iemand heeft zowel invloed
op het inkomen van deze persoon als de frequentie van
museumbezoeken van deze
persoon.

Mediërend verband (mediation).

Er zit een bepaalde stap ‘tussen’ het verband. Er is een
tussenliggende stap, samenhang wordt verklaard door een derde
variabele.

Interactieverband (moderation).

Er is sprake van samenhang die verschilt voor verschillende
categorieën van de interactievariabele.

,Sociale ongelijkheid.

Wie krijgt wat en waarom?

 18e eeuw: Rousseau (filosofisch).
 19e eeuw: Marx (politieke strijd).
 Hier: sociologische, wetenschappelijke benadering.
o Probleemstelling: vragen.
o Theorie: hypothesen.
o Onderzoek: empirie.
o Beleid: toepassing.

Sociale ongelijkheid op macro-niveau.

Lenski (1966): power of privilege.

Technologische evolutionisme (functionalisme) = er is verband tussen de wijze waarop goederen ect.
Wordt geproduceerd en de mate van ongelijkheid.

De samenleving wordt steeds ingewikkelder, er komen steeds meer werktuigen bij waardoor
productie sneller/ beter wordt. (denk aan jagers-verzamelaars vs industriële samenleving).

 Alle samenlevingen worden geordend naar de wijze waarop zij produceren. Wanneer weinig
wordt geproduceerd wordt dit meteen geconsumeerd en blijft dus niks over. Wanneer
productie groter/ meer wordt blijven er dingen over (surplus) deze overige producten
moeten worden verdeeld waardoor ongelijkheid ontstaat. Alles wat over is gaat naar de
machthebbers.

Er het verband tussen bestaansmiddelen (hulpbronnen) en ongelijkheid.

Omkeer trend naar minder ongelijkheid.

Industriële samenleving: waarom niet meer bij industriële samenleving? De belangrijkste hulpbron is
hier menselijk kapitaal. Dus niet meer land. Kennis (machines) speelt een steeds grotere rol,
machthebbers kunnen dit zelf niet meer en moeten anderen hiervoor belonen -> ‘gewone’ mensen
krijgen meer in ruil voor kapitaal waardoor de ongelijkheid afneemt.

Er is een lager marginaal nut voor elite. Mensen komen in protest, er is sprake van democratie
waardoor ongelijkheid.

 Lenski stopte na de industriële maar hoe zit het dan nu? Ongelijkheid neemt toe, dit komt
voornamelijk omdat de topinkomens steeds meer zijn gaan verdienen waardoor er meer
ongelijkheid komt.

Minder ongelijkheid?

Om trend vast te stellen: wat is de definitie van ongelijkheid? Inkomensongelijkheid bijvoorbeeld
(McCall & Percheski).

1. Data: gegevens over inkomens – surveys of administratieve data (belastingdienst).
Componenten van inkomen: inkomsten uit arbeid, extra inkomsten, inkomsten uit kapitaal,
uitkeringen, toeslagen ect. Voor OF na de belastingaftrek.

, 2. Analyse eenheid: individu vs huishoudens, standaardiseren: rekening houden met omvang
huishouden.
Definitie Centraal Bureau voor de Statistiek: gestandaardiseerd besteedbaar inkomen =
inkomen dat huishoudens vrij te besteden hebben nadat herverdeling heeft plaatsgevonden
en waarbij correctie voor grootte en samenstelling van het huishouden plaatsvindt.

Mate van ongelijkheid.

1. Samenvattingsmaten: Gini-coefficient (mate van ongelijkheid tussen 0 en 1 waarin 1 heel
ongelijk is en 0 heel gelijk). Theil coefficient: tussen 0 en héél groot getal, deze maat houdt
rekening met de grootte van de populatie.
2. Percentiel ratio’s: Palma-ratio

Lenski stopte na de industriële maar hoe zit het dan nu?

Ongelijkheid neemt toe, dit komt voornamelijk omdat de topinkomens steeds meer zijn gaan
verdienen waardoor er meer inkomensongelijkheid komt. Dit is in principe TEGEN de trend van
Lenski in. Maar waarom is dit?

1. Globalisering: handel en technologie. Veel bedrijven verplaatsen hun productie naar lagere
loonlanden. Hierdoor hebben lage opgeleiden minder kans op een baan, er ontstaat een
kloof waardoor ongelijkheid toeneemt. Liberalisering van financiële markten -> grenzen
vallen weg waardoor geld en kapitaal makkelijker kan stromen, het is makkelijker om geld te
verdienen op de wereldmarkt.
2. Relatie en gezinsvorming: meer gebroken relaties/ gezinnen (kwetsbare eenverdieners),
meer opleidings- (en inkomens) homogamie (mensen trouwen vaak met mensen die van
zelfde komaf komen, hoogopgeleiden met hoogopgeleiden).

Er is ook meer vermogensongelijkheid -> Piketty: Capital in the Twenty-first Century.

Ongelijkheid en Corona.

Ongelijkheid zal (waarschijnlijk) toenemen: door onder andere thuisonderwijs krijgen. Er zijn
verschillen tussen leerlingen en door thuisonderwijs en financiële mogelijkheden zal ongelijkheid
toenemen. Ook op de arbeidsmarkt zal ongelijkheid toenemen, kansen op de arbeidsmarkt (mensen
zonder vaste baan ect). Verschillen zullen worden uitvergroot.

Hoorcollege 2.
Van scheefheid naar mobiliteit.

Scheefheid heeft te maken met sociale ongelijkheid zoals inkomensongelijkheid. Inkomens zijn scheef
verdeeld. Echter bij mobiliteit maakt het niet uit hoeveel rijker Bill Gates is dan de rest, wat
belangrijk is, is hoeveel kansen iemand heeft om net zo rijk te zijn als Bill Gates.

Sociale mobiliteit.

Intragenerationele mobiliteit: zelfde persoon in de loop der tijd. Dit gaat dus om één persoon. Deze
persoon kan van ‘positie’ wisselen in de loop van de tijd. Bijvoorbeeld van krantenjongen naar
miljonair.

Intergenerationele mobiliteit: ouders en kinderen. Tussen generaties dus. Bereiken kinderen een
ander resultaat in de samenleving dan ouders. (dubbeltje wordt nooit een kwartje) -> in sommige
samenlevingen is dit het geval.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maudErasmusUniversiteitRotterdam. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  1x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd