Goederenvervoer over de weg
1 Goederenvervoer
Goederenvervoer is het verplaatsen van goederen met een vervoermiddel over voor het openbaar verkeer
openstaande wegen en/of terreinen. Hieronder valt ook het laden en lossen en in bepaalde gevallen het leeg rijden
met vrachtauto’s. Vervoer is noodzakelijk omdat de industrie veel producten maakt, die vaak op grote afstand van
de fabriek gebruikt worden.
2 Imago van het goederenvervoer
Het is belangrijk dat elke chauffeur een goede opleiding krijgt tot vakman.
Binnen het wegvervoer zijn verschillende brancheorganisaties. Deze behartigen de belangen van en verlenen
diensten aan hun leden. Zij zijn continu bezig het imago van het wegvervoer te verbeteren. In Nederland zijn dit:
TLN (Transport en Logistiek Nederland) voor de ondernemers in het beroepsgoederenvervoer
VERN (Vereniging Eigen Rijders Nederland)
EVO (EVOFENEDEX) ondernemersorganisatie voor logistiek en transport
TLN en VERN zijn ook de belangrijkste werkgeversorganisaties. De belangen van de chauffeurs worden behartigt
door de werknemersorganisaties (de vakbonden). Dat zijn in het wegvervoer:
FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging)
CNV (Christelijk Nationaal Vakverbond)
In vervoerswereld zijn veel wetten en overeenkomsten van kracht, waarmee chauffeurs te maken krijgen, zoals:
Wet Wegvervoer goederen (WWg) en de regeling wegvervoer goederen (Rwg)
Arbeidstijdenwet (Atw) en Arbeidstijdenbesluit vervoer (Atb)
Wet op de Arbeidsomstandigheden (Arbowet)
EG-verordening nr 561/2006 (Rij – en rusttijdenregeling binnen de EU-landen)
EG-verordening nr 165/2014 (verplichting om een controleapparaat in het voertuig te hebben (tachograaf)
EEG-verordening nr 881/92 (regeling goederenvervoer binnen de EU)
Algemene Vervoerscondities 2002 (AVC2002) voorwaarden die toegepast kunnen worden bij het
beroepsgoederenvervoer over de weg binnen Nederland. Voor enkele vormen van speciaal beroepsvervoer
gelden afzonderlijke voorwaarden
CMR voorwaarden betreffende het internationaal beroepsgoederenvervoer over de weg. Als de CMR van
toepassing is kunnen de algemene vervoerscondities óók van toepassing zijn.
Om imago van beroepsgoederenvervoer op peil te houden bestaan verschillende normeringen. In Nederland is dat:
ISO-normering kwaliteitsnormering waarbij iedereen die werkzaam is in een bedrijf zijn werkzaamheden
verricht volgens een handboek. Door op de goede manier zijn taak uit te voeren werkt een chauffeur mee
aan het in stand houden van de ISO-normering en de kwaliteit van het bedrijf
VCA-normering veiligheidsnormering die van toepassing is op iedereen die werkzaam is in het bedrijf.
Door de veiligheidsvoorschriften op te volgen werkt men mee aan het voorkomen van ongelukken en
daarmee aan de veiligheid, gezondheid en het welzijn van iedereen.
Elke chauffeur moet elke 5 jaar minimaal 35 uur nascholing volgen. Dit kan op elk moment in de 5 jaar gevolgd
worden. Hierbij moet minimaal 1 praktijk dag van 7 uur zitten. Als een chauffeur na 5 jaar niet voldaan heeft aan
deze verplichting, mag hij zijn vak niet meer uitoefenen. Voordat hij weer aan het werk mag als chauffeur moet hij
alsnog een opleiding van 35 uur volgen. De opleider registreert de punten bij het CBR.
3 Veilig rijden
Van beroepschauffeurs wordt een vlotte, comfortabele en energiezuinige manier van rijden verwacht. Veilig rijden
bereik je door:
een goede lichamelijk en geestelijke conditie te hebben;
een professionele rijstijl te hebben;
, respect te hebben voor andere weggebruikers;
gedegen kennis te hebben van de regels en de wil hebben om deze toe te passen;
een betrouwbaar, deugdelijk en schoon voertuig te hebben.
Reactietijd als je snel wilt reageren op veranderde omstandigheden dan moet je vaak en snel de voorbereide
beslissing herzien. Bij een goede conditie en goede gezondheid is dit 1 seconde. Deze tijd kan langer worden door:
haast
het gebruik van bepaalde stoffen (drugs, sommige medicijnen, alcohol enz.)
slechte zit – en stuurhouding (bijv. met 1 hand stuur vast houden)
slechte conditie (zorg voor regelmaat, eet op tijd, gezond en zo weinig mogelijk junkfood, zorg voor
voldoende beweging, bij warm weer voldoende drinken en bij koud weer, warme kleding.
afleiding en onoplettendheid (bijv. door passagiers, door emotionele gebeurtenissen (bezoek aan ziekenhuis,
na een flinke ruzie, handsfree bellen, instellen van de radio of navigatie en sms’en en of appen, gebruik
social media en multimedia, slaan naar insecten of zoeken naar sigaretten en vuur, irritatie en stress en het
gebruik van de cruisecontrol.
Vermoeidheid en stress
Lichamelijke vermoeidheid
Geestelijke vermoeidheid
Stress
Rijden onder invloed
Niemand mag een voertuig besturen terwijl hij alcohol (gehalte > 0,50 0/00 en voor beginnende bestuurders 0,2
0/00), drugs, medicijnen enz. waarvan hij kan of moet weten dat het gebruik ervan de rijvaardigheid kan
verminderen. Onder invloed van alcohol een voertuig besturen is een misdrijf, tot 1,3 0/00 (1 0/00) voor beginnende
bestuurders) krijgt u een transactie – of schikkingsvoorstel aangeboden. U moet dan en boete betalen. Als % alcohol
hoger is, dan moet de chauffeur naar de rechter.
Hoe hoger het alcoholgebruik, hoe sterker de effecten zullen zijn!
4 Milieuvriendelijk rijgedrag
Dit kan met hulpmiddelen, zoals
1. toerenteller: houdt deze steeds in het groen gebied ( zo vroeg mogelijk, is zo zuinig mogelijk)
2. boordcomputer; geeft tijdens het rijden van informatie over de prestaties van de auto aan
(brandstofverbruik)
3. cruisecontrol: automatische regeling waarmee met constante snelheid gereden kan worden;
4. airco: te hoge temperatuur in de cabine heeft directe invloed op het concentratievermogen;
5. uitlaatrem (=motorrem): is bedoeld voor langdurig afremmen bij het bergaf rijden en vanuit hoge snelheid
remmen op een vlakke weg. Wordt bedient met rempedaal.
6. retarder: is ook bedoeld voor een langdurige remweg bij het bergaf rijden en vanuit hoge snelheid remmen
op een vlakke weg.
7. navigatiesysteem; je rijdt hiermee ontspannen en zoeken of verkeer rijden komt bijna niet meer voor..
Ritvoorbereiding Hiermee voorkomt een chauffeur onnodig tijdverlies en omrijden.
Brandstofverbruik volgende factoren beïnvloeden het brandstofverbruik van een bedrijfsauto:
1. de luchtweerstand
2. de rolweerstand
3. de hellingweerstand
4. het onderhoud
5. het rijgedrag van de chauffeur (juist verkeersdeelname)
6. het tijdig en juist schakelen
7. toevoegingen, bijv. AdBleu.
, De allerbelangrijkste factoren wat betreft het brandstofverbruik zijn u zelf en uw manier van gebruiken van het
gaspedaal, het rempedaal en de versnellingshandel. Maak gebruik van de hulpmiddelen die in een bedrijfsauto
aanwezig zijn. Milieuvriendelijk rijgedrag leidt ook tot een rustiger verkeersbeeld en veiliger rijgedrag.
Geluidshinder Motor afzetten bij langere stops. Geluid tijdens laden en lossen van vrachtauto’s:
Tijd Maximaal Maximaal
piekgeluid gemiddeld
geluidsniveau Ter vergelijking: geluidsniveau van bromfiets mag niet
07.00 – 19.00 uur - 50dB(A) meer zijn dan 97 dB(A). Met name in de nachtelijke uren is
19.00 – 23.00 uur 65 dB(A) 50dB(A) al snel sprake van geluidshinder.
23.00 – 07.00 uur 60 dB(A) 50dB(A)
Milieuzone gebied waar alleen schone vrachtauto’s mogen komen (met Euro 4 of hoger)
5 Verkeersongeval
Verkeersongevallen hebben:
- Gevolgen voor mensen
- Materiële gevolgen (schade)
- Financiële gevolgen (reparatiekosten, vervangingskosten en schade aan de lading)
- Gevolgen voor het milieu (lekkages van diverse vloeistoffen)
Incident Management alle maatregelen om de weg zo snel mogelijk voor het verkeer vrij te maken nadat een
incident (ongeval, pech enz.) heeft plaatsgevonden.
Voor degene die bij een verkeersongeval betrokken is of door wiens gedrag een verkeersongeval is veroorzaakt, is
het verboden om de plaats van het ongeval te verlaten als daarbij:
een ander gedood is
gewond is geraakt, óf
schade aan het eigendom van een ander is toegebracht,
voordat hij behoorlijk de gelegenheid heeft geboden tot vaststelling van zijn identiteit en die van het voertuig.
Bovendien mag een gewonde niet in hulpeloze toestand worden achtergelaten.
Voor iedereen die aan het verkeer deelneemt is het verboden zich zodanig te gedragen dat door zijn schuld een
verkeersongeval plaatsvindt waarbij een ander wordt gedood of waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt
toegebracht of zodanig lichamelijk letsel dat degene door ziekte of verhindering zijn normale bezigheden niet meer
kan doen.
Wat te doen bij een ongeval:
1. Waarborg éérst uw eigen veiligheid!!
2. Zorg ervoor dat er niet nog méér gewonden vallen
3. Waarschuw, als dat nodig is, een hulpverleningsdienst (Europese alarmnummer is 112)
4. Verleen eventueel eerste hulp (EHBO)
5. Brand (omstanders nemen afstand, probeer brand te blussen als deze niet te groot is, maar let altijd op uw
eigen veiligheid!!)
6. Maak de doorgang vrij, indien mogelijk (bij alleen blikschade)
7. Vul ter plaatse de voorkant van het schadeformulier in. De achterzijde mag later ingevuld worden. Voor
goede afhandeling kun je getuigen benaderen, vraag naam, adres en wat ze gezien hebben.
8. Neem contact op met de werkgever of andere belanghebbenden
9. Handel het Europees schadeformulier verder af.
Ezelsbruggetje is PAMAN: P = persoonlijke veiligheid, A = Veiligheid van anderen, M = markeer plaats van ongeval, A
= alarmeer de hulpverleners en N = noodzakelijke maatregelen.