Integraal sociaal werk
H1 Op verhaal komen;
1.2 niet praten over, maar praten met;
Het heeft veel voordelen wanneer cliënt zelf aanwezig is bij een overleg van
beroepskrachten als het over hen gaat. Het activeert hen om de eigen verantwoordelijkheid
weer op te pakken. Ook krijgt hij zicht op welke dingen hij zelf kan oppakken en waar hij
ondersteuning in nodig heeft.
In een dergelijk overleg kun je goed werken met de achtereenvolgende vragen;
- Wat gaat goed in het gezin? Waar zijn jullie tevreden over?
- Wat willen de direct betrokkenen veranderen, maar ook: wat vinden anderen dat zou
kunnen/moeten veranderen.
- Hoe zou dat kunnen/wat is er voor nodig
- Wie gaat dat doen? Hierbij wordt eerst gekeken wat de gezinsleden zelf kunnen
oppakken. En hun netwerk eromheen.
1.3 Constructief sociaal werk
Sociaal-constructivisme → constructieve benadering. Gaat er vanuit dat mensen
hun eigen werkelijkheid construeren en daarop hun handelen baseren. De
basisgedachte is dat de werkelijkheid neutraal is, tot dat mensen er betekenis
aan geven. Met de term constructief bedoelen we dat SW een opbouwende
activiteit is; het ondersteunen en stimuleren van mensen om (opnieuw) zin en
betekenis te geven aan hun leven.
De constructieve benadering hanteert de volgende punten;
- Kritische houding; je staat open voor allerlei verschillende situaties en ervaringen.
Een blijft als SW altijd een waarnemer. Voorbeeld een vader in een liefdevol gezin
heeft een andere betekenis dan een vader is een mishandeld gezin.
- De samenleving kun je niet eenduidig karakteriseren; het betekent dat er meerdere
manieren zijn om naar de samenleving te kijken en deze te beschrijven. Asl SW laat
je je leiden door de betekenis die de ander geeft aan zijn situatie. Van daaruit ga je
samen op zoek naar de verbeteringen die iemand in zijn leven wil realiseren.
- Ervaringen zijn historisch en cultureel bepaald; ieder mens heeft het recht op een
eigen zienswijze, vaak gevormd op basis van de eigen ervaringen. Die zienswijze
varieert en is afhankelijk van de subcultuur waarin men leeft en is opgegroeid. Soms
is het goed om bij de start van een gesprek met iemand met een andere culturele
achtergrond dan jij, de verschillen te benoemen; “we kunnen ervan uitgaan dat we
een verschillende achtergrond hebben, dit kan betekenen dat we elkaar niet altijd
direct begrijpen. Zullen we afspreken dat we het aangeven als iets niet duidelijk is”.
- Taal speelt een belangrijke rol; de cliënt moet de gelegenheid krijgen zijn verhaal in
eigen woorden te mogen vertellen. Dit laat zien hoe hij de situatie ervaart en verdient
respect van de SW.
1.3.1 Constructief werken en de narratieve benadering;
1
,Narratieve benadering → cliënt het verhaal opnieuw laten vertellen waarbij zij
een actieve rol heeft. Dus ipv mijn man slaat mij → Ik laat mij slaan door mijn
man. (Ik laat het kennelijk toe. Er is een keuze. De SW stimuleert de betrokken
een verhaal te maken waarin zij zelf weer de touwtjes in handen heeft).
SW die hiermee werken geven mensen de mogelijkheid te vertellen over hun leven. Taal en
verhalen dagen mensen uit anders naar hun situatie te kijken en nieuwe dromen en doelen
te formuleren. Dit kan uiteindelijk leiden naar nieuw gedrag. Luisteren creëert ruimte voor
denken en reflectie. Je wordt als SW deskundig in het stellen van relevante vragen en de
ander aan het denken te zetten.
1.3.2 Sociaal werk als kunst en kunde;
Het is van belang ook binnen de bestaande protocollen te zoeken naar de nodige
handelingsruimte voor de SW.
-Gedachtegoed Nieuwe Stijl baken 8;
SW hebben de ruimte en het vertrouwen nodig om met hun cliënt te kunnen werken
en creatieve oplossingen te bedenken. Dit heet ruimte voor maatwerk. DE SW heeft
ook tijd nodig. Niet iedere cliënt is hetzelfde en soms moet je investeren om het
vertrouwen te winnen om tot een goede werkrelatie te komen. Er moet dus ruimte
zijn om af te wijken van de standaard. Als je die ruimte neemt, moet je als SW
natuurlijk wel kunnen verantwoorden.
- Eigen Kracht-conferentie; een aanpak waarbij mensen met vertegenwoordigers uit hun
sociale netwerk bij elkaar komen om kwesties te bespreken die in het leven van een persoon
of gezin spelen. Niet de SW maar de deelnemers maken een actieplan, dit kunnen
familieleden, buren of vrienden zijn.
Het belangrijkste doel is dat mensen werken aan het verbeteren van hun sociale relaties. Dit
is nodig om zichzelf weer goed te voelen.
1.4 Voorbeelden van constructieve benadering in de wijk;
Voor wat hoort wat → met hangjongeren in gesprek om alternatief te bedenken.
Willen vaak graag actief meedenken in dit verhaal.
1.5 een krachtgerichte benadering, het sterkteperspectief en empowerment;
Empowerment betekent letterlijk het verkrijgen van kracht of macht. Kracht is de regie
kunnen voeren over het eigen leven. Macht is het beschikken over hulpbronnen die daarvoor
nodig zijn als kennis, vaardigheden en sociale contacten.
- Ieder mens heeft sterke kanten, bekrachtigd die
- Motiveren van mensen, leg de druk op die positieve kanten en mogelijkheden.
- Samen op zoek, Ga samen op zoek naar die positieve kanten. Vallen en opstaan.
- Overlevingskracht, door te richten op sterke punten, leren SW onbevooroordeeld te
benaderen en hun mogelijkheden niet aan eigen falen te wijten. In plaats daarvan
zien zijn hoe mensen erin slagen zelf in moeilijkste omstandigheden te overleven.
Empowerment staat voor een positieve en toekomstgerichte benadering. Iemand die met
justitie in aanraking is gekomen en schuld bekent, voelt zich niet altijd verantwoordelijk voor
de ander, wat geen verbeterd gedrag geeft in de toekomst. Vraag je niet alleen af hoe
iemand in dergelijke situatie is terechtgekomen, maar ook hoe hij er weer uit komt.
Verhalen van mensen, ook over hun verleden, zijn relevant voor het proces van veranderen.
1.5.1 klanten zelf aan het woord;
2
, - Respect; de SW benaderd ons met respect en werkt vanuit een onvoorwaardelijke
positieve houding. Luistert, spreekt aan en accepteert alle gezinsleden. Geeft geen
negatief oordeel. Hierdoor is soms het eigenbelang van de cliënt makkelijker opzij te
zetten.
- Aansluiten bij behoefte; de SW sluit aan bij mijn vragen en wensen. Daardoor voel ik
mij sterker. Stimuleert ons na te denken over wat we willen veranderen en hoe.
- Vraaggericht werken; doordat de SW veel vragen stelt, worden we actief gezet tot
nadenken over onze problemen.
- Positief gedrag; Ondersteunt voelen, door positief gedrag te bekrachtigen. Soms
heeft cliënt het nog niet eens in de gaten.
- Praktische tips en hulp; hulp in praktische zaken aan te pakken en actief mee te
denken
- outreachend werken; makkelijk bereik en benaderbaar voor de cliënt.
1.6 Voorbeelden van empowerment in het werken met groepen, systemen en individuen;
Voor kinderen en volwassen is het belangrijk dat zij leren hun zintuigen te gebruiken, te
fantaseren, te denken en te redeneren. (Nussbaum 2012)
1.7 een positieve basishouding;
- de persoon centraal stellen en niet zijn problematiek
- starten waar de cliënt is, uitgaan van zijn leefwereld
- open en eerlijk zijn
- warm en echt
- betrouwbaar
- respect tonen
- bereikbaar zijn
- betrokkenheid tonen
- doen wat je zegt
- geloven in wat je doet
- troost en hoop kunnen bieden
Veroordeel de cliënt niet, maar probeer te begrijpen, luister en praat.
Lef en liefde;
- Lef; er is lef voor nodig om in een risicovolle situatie de confrontatie aan te
gaan en mensen te wijzen op hun verantwoordelijkheden, op een respectvolle
manier.
- Liefde voor het werk en de mensen met wie je te maken krijgt, belangrijk om
een positieve werkrelatie aan te gaan.
H2 integraal sociaal werk;
2.3 Ontwikkelingen in het werkveld;
3