Hoorcollege Jeugdrecht Week 1 – Civiel Jeugdrecht, minderjarigheid
Alles arresten/uitspraken die rood zijn, zijn verplicht. Andere arresten/uitspraken dienen als
voorbeeld. Alle verplichte arresten van week 1 worden in dit college benoemd en uitgelegd op
EHRM 7 mei 2015, nr. 13712/11, NJ 2016/253 (S.L. en J.L. tegen Kroatië - Uitspraak EHRM en
EHRM 7 juli 2009, 1062/07 Stagno tegen België – Uitspraak Hof van Cassatie na.
Jeugdrecht
Civiel jeugdrecht (Verstappen)
o Algemeen civielrechtelijk jeugdrecht (boek 1, gezag, handelings(on)bekwaamheid
en afstamming)
o civiel jeugdbeschermingsrecht
- Jeugdstrafrecht (Van der Wolf)
o Jeugdstraf(proces)recht
o Jeugdhulprecht (Jeugdwet)
- De rechter
- Ingewikkeld, technisch recht
Civiel
jeugdrecht
- College 1: minderjarigheid
- College 2: kind en echtscheiding
- College 3: gastcollege Kartica van der Zon kinderbeschermingsmaatregelen (wordt
opgenomen)
- Colleges 4, 5 en 6: Jeugdstrafrecht
- College 7: gastcollege kinderrechter
Ontwikkelingen - diverse gezinssituaties
Vele ontwikkelingen in de maatschappij. Voor alle gevallen/ontwikkelingen zijn regelingen nodig.
Dit leidt soms tot ingewikkelde wetgeving.
- Wet lesbisch ouderschap, 1 april 2014
- Jeugdwet, 1 januari 2015 (voorheen Wet op de Jeugdzorg)
- Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen, 1 januari 2015
- Wet tegengaan van huwelijksdwang, 5 december 2015
- Staatscommissie herijking ouderschap december 2016
o Die staatscommissie heeft allerlei voorstellen gedaan met betrekking tot
ouderschap in het algemeen. Deze voorstellen hebben geleid tot het standpunt van
minister van Justitie over hoe met het advies van die staatscommissie verder te
gaan. De commissie heeft eigenlijk gezegd dat er zoveel verschillende soorten
ouders zijn en de wet eigenlijk alleen voor de gebruikelijke ouders regels omvat,
maar dus niet voor alle soorten ouders (bijv. de donorouder en de wensouder). Zij
hebben dus voorstellen gedaan om dit beter gestalte te geven.
▪ De gedachte was dus ook als je meer personen dan 2 (de vader en
moeder) hebt die een bepaalde relatie tot het kind hebben, waarom zou je
dan ook niet meerdere ouders mogelijk moeten maken. De commissie is
toen ook tot het advies gekomen om het mogelijk te laten maken dat een
kind maximaal 4 ouders mag hebben in maximaal 2 gezinnen. Dit advies is
echter niet door de minister overgenomen… De minister vond het te
ingewikkeld dat er meer dan 2 ouders zijn, wel heeft de minister het
mogelijk gemaakt dat mensen die nauw betrokken zijn bij het kinder (zoals
een donor) een bepaalde wettelijke erkenning kunnen krijgen
(onderwerpwetsvoorstelling deelgezag is dit).
o Onderwerpwetsvoorstellen draagmoederschap en deelgezag
▪ Deze voorstellen zijn van invloed op de positie van minderjarige kinderen.
Internationale normen
- Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK)
o Burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten
- Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), met name art 8:
o Respect van privéleven, familie-en gezinsleven, woning en correspondentie;
Restrictief en proactief overheidsingrijpen, bescherming eigendom
Het IVRK
Internationale dimensie waar het gaat over niet alleen over het NL recht, maar dat het NL recht
mede wordt bepaald door verdragen. Het IVRK is heel belangrijk, hierin zijn veel rechten van
1
,kinderen opgenomen. Hierin staan drie verschillende soorten regels opgenomen: (1) de rechten
van het kind zelf, (2) bijzonder bepalingen rondom bijzondere kinderen (verwaarlozen of
misbruikte kinderen, gewapende conflict kinderen, gehandicapt) en (3) verplichting om het kind te
beschermen tegen rare dingen. Dit verdrag heeft eenieder verbindende bepalingen.
Bij (1) moet je denken aan het recht van naam, het recht op leven, het recht op vrijheid van
meningsuiting, het recht op privacy
Bij (3) moet je denken aan het beschermen tegen discriminatie, geweld, economische uitbuiting,
verdovende middelen, seks, geweld (kort gezegd: alles wat slecht is voor een kind).
- Geldt in Nederland sinds 8 maart 1995;
- Bevat eenieder verbindende bepalingen (art. 93 en 94 Gw), met name: art. 3, 5, 7 t/m 9,
12 t/m 14, 16, 37 en 40 lid 2.
- Art. 3 IVRK: belang van kind vormt bij maatregelen betreffende kinderen altijd de eerste
overweging
- Eens in de vijf jaar rapportage: is het verdrag voldoende geïmplementeerd? (laatste
rapport: 5 juni 2015, volgende: september 2020)
- Dit verdrag staat overigens wel naast het EVRM. Voor kinderen staan niet alleen relevante
bepalingen in het IVRK, maar ook bepalingen in het EVRM raken kinderen.
De Kinderombudsmens (sinds 1-4-2011)
Momenteel: Marc Dullaert en Margrite Kalverboer.
Zij bewaren min of meer de uitvoering van het verdrag van NL. Moeten om de 5 jaar een verslag
maken met daarin hun bevindingen. De Kinderombudsmens is een klachtorgaan voor de kinderen
zelf en waakt tegen misbruik van de rechten van de kinderen. Zij is dus de bewaker van het
verdrag. Daarnaast en geeft de Kinderombusmens de overheid advies over wet en regelgeving
rondom kinderen.
EVRM
De grondwet is onschendbaar en heeft dus weinig betekenis. De grondrechten kunnen dus wetten
niet opzij zetten. Maar dat is wel het geval bij verdragsrecht (art. 1 en 8 EVRM).
- Art. 8 EVRM
o Afstammingsrecht, gezag en omgang (Marckx vs. België, EHRM 13 juni 1979,
ECLI:NL:XX:1979:AC3090)
▪ Onder de oude wetgeving in België wat het zo dat als je als ongehuwde
vrouw een kind kreeg en daarmee moeder werd of al was, dan moest je dat
kind erkennen. Deze kinderen hadden meestal een nadelige positie. Dit
ging in tegen art. 8 EVRM, maar ook tegen art. 14 EVRM. Dit kon dus niet
door de beugel
▪ Deze uitspraak is belangrijk, omdat voor NL dit de aanleiding was om
familierecht (afstammingsrecht en het gezagsrecht) nog een helemaal
tegen het licht te houden. Dat heeft in de jaren 90 geleid tot behoorlijk veel
wetgeving rondom afstamming en gezag. De strekking is dat discriminatie
die in dit arrest voorkwam ook in NL uit de wetgeving moest worden
gehaald.
o Overheidsingrijpen gezinsleven (EHRM 17 december 2002, NJ 2004, 632, Venema
vs. Nederland)
▪ Schrijdend geval van een pasgeboren kind dat een hard kloppend hart had.
De artsen vertrouwde dit niet en zij verdachten dat de moeder het
munchhausen by proxy syndroom had. Er werd ingegrepen en allerlei
maatregelen genomen, maar wat niet gebeurde is dat die ouders daarvan
op de hoogte werden gesteld. De kinderrechter besliste in deze zaak dat
het kind naar pleegouders moest, er werd een uithuisplaatsing bevolen en
die ouders kwamen hier pas achter toen ze het kind op wilde halen uit het
ziekenhuis. Later bleek dat die vrouw dit syndroom niet had, maar er een
andere oorzaak was van de problemen van het kind. Tot aan de HR kregen
de ouders geen gelijk, maar wel bij het EHRM. Ze vonden het niet kunnen
dat zij geen informatie hadden gekregen over de maatregelen die werden
genomen. Dit leidde tot een schadevergoeding.
o Privéleven kind en inmenging ouders (HR 25 juni 1993, NJ 1994, 140, Bolderkar)
▪ Ging om (het vermoeden van) incestueus handelingen en de vraag hoe
daar achter te komen. Men had toen een soort methode om poppen te
gebruiken om bij de kinderen te achterhalen of zij seksueel werden
misbruikt door 1 van de ouders. Er werden allemaal protocollen, interviews
en gegevens gebruikt en de grote vraag was of die ouders toegang konden
hebben tot die informatie. Ook hier moet je de bescherming van het kind in
2
, oogschouw nemen en hier werd dus gezegd dat je af moet wegen het door
de vader aangevoerde opvoedingsbelang en het belang van het kind bij
bescherming van haar persoonlijke levenssfeer, aan welk laatste belang
een hoge mate van bescherming toekomt nu het hier gaat om gegevens
van een zeer intiem karakter.
▪ Zo kun je zien dat bescherming van het privéleven en de relatie tot de
ouders bestaat en zeker afhankelijk van de omstandigheden beschermt
moet worden. Dat bleek uit deze zaak.
- Art. 1 EVRM
o Bescherming eigendom minderjarigen Art. 1 EP EHRM 7 mei 2015, NJ 2016/253
(S.L. en J.L. tegen Kroatië)
▪ Gaat over een ruilovereenkomst waarbij de minderjarige kinderen vastgoed
hebben en dat werd geruild tegen vastgoed dat minder waard is. Voor die
ruilovereenkomst was toestemming/machtiging nodig van de overheid en
die werd gegeven. Maar later bleek dat die ruil zeer nadelig te zijn. Art. 1
1e protocol EVRM biedt ook bescherming in die zin dat de overheid in deze
situatie ook verplicht is om op een positieve manier (door middel van
handelingen) eigendomsrecht van een minderjarige te beschermen. Die
verplichting had men hier verzaakt.
Dit college: minderjarigheid
- Minderjarigheid bij de geboorte, daarvóór en daarna
- Gezag en beperking handelingsbekwaamheid
- Processuele handelings(on)bekwaamheid
- Bewind over het vermogen › Ouderlijk vruchtgenot
- Verjarings- en vervaltermijnen
1. Minderjarigheid
Minderjarigheid duurt tot 18 jaar.
- Geboorte
o Bij de geboorte zijn er allerlei dingen die juridisch gebeuren, zoals:
o Voornaam en geslachtsnaam; Werkgroep Liberalisering naamrecht (dat wil zeggen
dat: je hebt nu een achternaam of van vader of van moeder; dat is een
keuzemogelijkheid. Maar het advies die de werkgroep heeft uitgebracht is of er in
de toekomst ook gecombineerde achternamen van vader en moeder mogelijk
kunnen zijn. Hier is nog niks meegedaan)
o Nationaliteit
o (Afgeleide) woonplaats
- Afstamming en gezagsverhouding
o Wetswijzigingen in 1-4-1998 en 1-4-2014
- Beperking handelingsbekwaamheid
Afstamming
Vier gebeurtenissen kunnen leiden tot het moederschap
- Moederschap (art. 1:198)
o Mater semper certa est
o (1) Geboorte tijdens huwelijk/ geregistreerd partnerschap (sinds 1-4-2014:
geboortemoeder, duomoeder)
o (2) Erkenning (sinds 1-4-2014)
o (3) Gerechtelijke vaststelling ouderschap (sinds 1-4-2014, art. 1:207)
o (4) Adoptie
Afstamming
Vier gebeurtenissen kunnen leiden tot het moederschap/vaderschap
- Vaderschap (art. 1:199)
o Geboorte tijdens huwelijk/geregistreerd partnerschap
o Erkenning
o Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap(art. 1:207)
o Adoptie
Draagmoederschap
- Thans: geen verbod op draagmoederschap (eventueel ontkenning, erkenning,
gezagswissel, adoptie); draagmoederbemiddeling wel verboden.
3
, o Het is mogelijk om ook de wensouders beide de status van juridisch ouders te
geven. Dit is wel een hele ingewikkeld juridisch pad. Het is namelijk ook afhankelijk
of de draagmoeder getrouwd is of niet, want de positie van diens partner speelt
ook een rol. ontkenning, erkenning, gezagswissel of adoptie moeten ook
plaatsvinden en dat maakt dit pad zo ingewikkeld.
o Adoptie uit het buitenland is nog ingewikkelder, omdat daar de internationale
regels (zoals internationaal privaatrecht en adoptieregels van het buitenland) ook
van kracht zijn.
- Concept-wetsvoorstel Wet kind, draagmoederschap en afstammeling
o Houdt in dat er een regeling komt voor de draagmoeder. De wetgever wil het
mogelijk maken dat de draagmoeder een juridische inbedding kan bestaan.
o Definities:
▪ Draagmoeder = vrouw uit wie het kind is geboren
▪ Wensouder = juridische ouders door ‘gerechtelijke toekenning van het
ouderschap na draagmoederschap’
o Art. 1:214 (concept) toekenning van ouderschap – aan de wensouders – na
draagmoederschap door een uitspraak van de rechtbank
o Art. 1:198/199 lid 1 letter e (concept) ‘moeder/vader van een kind is de
vrouw/man van wie het ouderschap gerechtelijk is toegekend na
draagmoederschap’
▪ Dit wordt dus een aanvulling
▪ Dit gebeurt niet zomaar, dit kan je niet regelen bij de ambtenaar van de
burgerlijke stand. Dit moet echt gebeuren door een rechtelijke uitspraak.
o Art. 1:199a lid 1 (concept); afstammingsregister: Een kind heeft toegang tot
informatie die op diens biologische of genetische afstamming betrekking heeft en is
opgenomen in een daartoe gehouden register.
▪ Afstammingsregister: bij elkaar gebrachte informatie die het kind toegang
verschaft tot diens biologische of genetische afstamming
▪ Daarbij moet ook in aanmerking worden genomen dat er ook een andere
wettelijke regeling bestaat (de donorwet), waarin afzonderlijke regels zijn
vervat over de vraag of kinderen, die door een donor zijn verwekt, of die
en zo ja welke informatie die kunnen krijgen.
o Art. 1:215 (concept) 11 voorwaarden voor dat draagmoederschap:
▪ Allemaal waarborgen zodat ordelijk eraan toe gaat bij het regelen van zo’n
draagmoederschap
▪ Afgeronde voorlichting en counseling
▪ Draagmoeder nog niet zwanger
▪ Betrokkenen zijn meerderjarig
▪ Één van de wensouders = genetische ouder of dit is onmogelijk
▪ Identiteit zaad- of eiceldonor moet zijn te achterhalen voor kind
▪ Draagmoeder krijgt niet meer dan een kostenvergoeding
• Draagmoeder kan er niet winst op maken. Het vergt dus een
idealisme om dit te zijn en niet als iets commercieels
▪ Draagmoederschapsovereenkomst niet onzorgvuldig tot stand gekomen
o Art. 1:216 (concept) draagmoederschapsovereenkomst
▪ Vergoeding van de kosten
▪ Beschikbaarheid van juridisch advies
• Omtrent de gevolgen en de reikwijdte van het draagmoederschap
▪ Contact tussen draagmoeder en kind na de geboorte
• Moeder is dus niet juridische moeder, maar moet wel contact
hebben met het kind en wat te zeggen hebben over het kind. Dat
laatste kan doormiddel van deelgezag. De moeder en/of diens
partner zouden deelgezagsdragers kunnen worden.
▪ Afdekken risico’s zwangerschap en de bevalling voor de draagmoeder
• Voor die gevallen moet dus iets worden geregeld.
- Dit is slechts nog maar een concept. Het is de visie van de wetgever, maar of dit wet
wordt, valt nog te bezien.
Minderjarigheid vóór de geboorte
- Art. 1:2: kind wordt als reeds geboren aangemerkt zo dikwijls zijn belang dit vordert
o Erfrecht
▪ Kan in het Erfrecht toegepast worden. Als bijv. de vader die het kind heeft
verwekt komt te overlijden voor de geboorte van het kind, dan kan het kind
toch erfgenaam zijn.
4