Vandaag hebben we het over het sluitstuk van de jaarwinstbepaling en de foutenleer. De
foutenleer zorgt ervoor dat jaarwinst en totaalwinst altijd één geheel blijft. Vorige week
hebben we gekeken naar het begrip goed koopmansgebruik, art. 3.25 Wet IB 2001. Dat is
een dynamische open norm dat met zijn tijd meegaat en de invulling daarvan is
voorbehouden aan de rechter. We hebben gezegd dat goed koopmansgebruik niet ziet op de
vraag of iets winst is, maar het gaat om timing. Wanneer is het winst? In welk jaar? De winst
wordt in jaarlijkse moten belast. Die bestendige gedragslijn ziet op de keuze van een
waarderingsstelsel.
Vorige week hebben we het gehad over de waarderingsstelsel voor de actiefkant. Deze week
gaan we kijken naar de waarderingsstelsels voor de passiefzijde van de balans. De
passiefzijde bestaat met name uit schulden, voorzieningen en eigen vermogen. Maar
wanneer realiseer je nu winst op schulden en hoe werkt de winstuitstel met de
voorzieningposten? We beginnen met waardering van schulden. Wat is daar nu zo
ingewikkeld aan? Schulden kunnen namelijk ook winst opleveren. Dat is op het moment dat
je een schuld niet hoeft te betalen.
Schulden
Bij schulden heeft de HR gezegd, die waardeer je in principe op de nominale waarde. Dus het
bedrag waarvoor je door de schuldeiser kan worden aangesproken. Een van de grootste
zaken hieromtrent waren de Fokker-zaken. Fokker was bouwer van Nederlandse vliegtuigen.
Op enig moment ging Fokker failliet. Dat ging gepaard met een enorme schuldenberg die
nog uit stond. De inspecteur kwam om het hoekje kijken. Fokker had een heleboel schulden
volgens de inspecteur. Fokker gaat die schulden niet meer betalen, want ze zijn failliet. Ze
zijn namelijk gestopt met de productie. De inspecteur wilde die schulden tot de winst
rekenen, omdat de schulden niet meer betaald zouden worden (de vrijval van de
verplichting). Dan is de fiscus gelijk de grootste schuldeiser en preferent aan de andere
schuldeisers. De Hoge Raad heeft gezegd: schulden blijf je waarderen op de nominale
waarde, ook als je failliet bent. Je gaat dat pas anders doen op het moment dat zeker is dat
je niet meer hoeft te betalen en niet eerder. Dat moment is eigenlijk wanneer de schuldeiser
de schulden kwijtscheldt. Ook als de vordering verjaart, dan kan het ook tot de winst
gerekend worden. Dat is bijvoorbeeld het geval als de schuldeiser 5 jaar lang geen daad van
invordering verricht, dan kan het verjaren. Dus pas op het moment dat een schuldeiser zijn
rechten verspeelt en niet meer mag invorderen, dan valt de schuld vrij. Het feit dat je niet
meer kan betalen, dat houdt niet in dat je bevrijd bent van je schuld.
Dat is ook weer een uitvloeisel van het voorzichtigheidsbeginsel dat ten grondslag ligt aan
het goed koopmansgebruik. Je realiseert pas je winst op moment dat zeker is dat je niet
meer hoeft te betalen. Tot die tijd blijf je voorzichtig.
Dus schulden waardeer je:
- Op nominale waarde, tenzij contante waarde aanmerkelijk (10%) afwijkt van de
nominale waarde (BNB 1958/342);
- Schulden blijf je op de nominale waarde waarderen totdat duidelijk is dat je niet
meer hoeft terug te betalen (BNB 2003/44).
, Bij faillissement blijven je schulden bestaan. In periode van faillissement mag een
schuldeiser alleen niet meer invorderen. Hij meldt zijn vordering bij de curator en die
probeert dat vervolgens af te handelen. Als op enig moment het faillissement wordt
opgeheven, dan herleven je oude schulden weer. Dat is anders als het faillissement eindigt
met een schuldeisersakkoord. Hierbij gaan schuldeisers om de tafel zitten en spreken ze af
hoe het geld wordt verdeeld. Hierbij schrijven ze een deel van de schuld af.
Stel een schuldeiser zegt tegen de ondernemer: kom maar 4 maanden voor mij werken, dan
scheld ik je schuld kwijt. Dat is dan een voordeel dat je krijgt. Dat is winst. Dat is een actie
van een schuldeiser waarbij hij de schuld laat zitten wat dan vrijvalt ten gunste van de winst.
Contante waarde
Die uitzondering van de contante waarde van de schuld kom je nu bijna niet meer tegen. Dat
speelde nog wel eens bij schulden in de periode wanneer de rente wat hoger was. Er werden
door bedrijven zogenoemde zero bonds uitgegeven op de beurs. Dat was een obligatielening
die een nominale waarde had van € 100. Daarop was de rente 0%. De afspraak was dat je nu
70 euro inlegt, en over zoveel jaren gaat de bond de nominale waarde terugbetalen. Je legt
dus nu € 70 in en over zoveel jaren kreeg je € 100 terug. Van zo’n schuld is de contante
waarde aanmerkelijk lager dan de nominale waarde. Dan moet de schuldenaar de schuld op
de contante waarde waarderen. Naarmate het bedrijf terug gaat betalen, dan loopt de
schuld op naar € 100. Dat is een hele uitzonderlijke situatie waarbij de rente op de lening
veel lager is dan de marktrente. De marktrente is nu echter zo laag, dat een rente op lening
altijd hoger is dan de marktrente.
Wat betekent vrijvallen van een schuld?
Fiscale balans op 1 januari 2019.
Voorraad 200.000 EV -/- 300.000
Liquide middelen 0 Schulden 500.000
Totaal 200.000 200.000
Stel dat Fokker deze balans had. Ze hadden nog 200.000 aan vliegtuigen staan en ze hadden
500.000 aan schulden. Dat betekent een negatief eigen vermogen van 300.000.
Op enig moment zegt een schuldeiser: verkoop die vliegtuigen voor 200.000, geef mij dat en
laat de rest van die schuld maar zitten.
Fiscale balans op 31 januari 2019
Voorraad 200.000 EV 0
Liquide middelen 0 Schulden 200.000
Totaal 200.000 200.000
Op dat moment is de schuld nog maar 200.000. De terugbetalingsverplichting van 300.000 is
in rook opgegaan. Die 300.000 wordt tot de winst gerekend. Dat zie je ook op de
vermogensvergelijking. Nu is je eigen vermogen 0 en dat was -/- 300.000. Dus je hebt een
vermogensvooruitgang gemaakt van 300.000. Dat is de winst die jij realiseert als gevolg van
vrijval van je schulden (vrijvalwinst). In art. 3.13 staat een specifieke bepaling voor
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jordy27. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.