Bondige samenvatting van het vak Materieel Strafrecht (Master Strafrecht). In de samenvatting zijn de hoorcolleges, de literatuur en de voorgeschreven arresten verwerkt.
Rechtsgoed
Rechtsgoederen zijn door de wetgever erkende belangen/goederen die
beschermingswaardig zijn. Iedere bijzondere wet of titel is bedoeld om een bepaald
rechtsgoed te beschermen.
Functies van het rechtsgoed
1) Ordenende functie: strafbepalingen categoriseren/rubriceren. Zo is er een
onderverdeling in titels, al mag je hier niet te veel waarde aan hechten. Er zijn immers
strafbepalingen verspreid over titels (bv. vermogensdelicten) en sommige
strafbepalingen beschermen meerdere rechtsgoederen (bv. 141 sr – openbare
orde/lichamelijke integriteit)
2) Interpretatieve functie: kijken of een gebeurtenis/gedraging onder een
delictsomschrijving valt. Daarbij speelt het rechtsgoed een belangrijke rol. Door naar
het achterliggende rechtsgoed te kijken kan een bepaling restrictief of extensief
worden uitgelegd (denk aan: kraken/huisvredebreuk).
Wijzen van bescherming van een rechtsgoed
1. Opzetdelicten, culpose delicten, delicten met geobjectiveerde gevolgen.
2. Formele en materiële delicten
- Formeel = een bepaalde gedraging, bepaalde wijze van inbreuk op rechtsgoed (in de
vorm van krenking of gevaarzetting) is strafbaar gesteld
- Materieel = veroorzaken van een gevolg is strafbaar gesteld; wijze van veroorzaken is
irrelevant
- Onderscheid is niet altijd even scherp (bv. art. 300 lid 3 Sr – veroorzaken van de dood
(materieel aspect) door mishandeling (formeel aspect))
3. Krenkings- en gevaarzettingsdelicten
- Krenkingsdelict = daadwerkelijke ‘krenking’ of aantasting is strafbaar gesteld
o Kunnen formele (diefstal) dan wel materiële delicten (doodslag) zijn
- Gevaarzettingsdelict = het in gevaar brengen van het rechtsgoed is al voldoende.
o Concreet gevaarzettingsdelict = strafbaarstelling van een gedraging die
concreet een gevaar oplevert voor een bepaald rechtsgoed. Gevaarzetting is
bestanddeel en moet bewezen worden.
Art. 157 Sr – opzettelijke brandstichting
Levensgevaar te duchten: HR: dit betekent dat het levensgevaar
ten tijde van de brandstichting naar algemene ervaringsregels
voorzienbaar moet zijn geweest. Dat de dader zelf dat gevaar
wellicht niet heeft voorzien, is in dat verband dus niet van belang.
Van die vereiste voorzienbaarheid zal in de regel geen sprake zijn
indien de bewoner(s) zich ten tijde van de brandstichting niet in de
woning bevond(en).
MAAR arrest Levensgevaar te duchten: ging over art. 161bis Sr (en
kan wellicht analoog worden toegepast op 157 Sr)
HR: ten tijde van verijdelen moet levensgevaar naar algemene
ervaringsregels voorzienbaar zijn. Van die vereiste
voorzienbaarheid zal in de regel geen sprake zijn als er doorgaans
geen personen in de nabijheid van het betreffende
elektriciteitswerk bevinden.
o Abstract gevaarzettingsdelict = strafbaarstelling van een gedraging omdat die
gevaar kan opleveren voor een bepaald rechtsgoed
Art. 131 Sr – opruiing
,Strafbaarheid uitsluitende functie van het rechtsgoed
Stel een gedraging brengt het rechtsgoed niet in gevaar, laat staan dat het rechtsgoed
gekrenkt wordt, dan kan de strafbaarheid worden uitgesloten via:
- Restrictieve interpretatie waardoor de gedraging buiten het bereik van de strafbepaling
blijft (huisvredebreuk/kraken)
- Kwalificatievraag welke leidt tot niet-strafbaarheid (bv. dat diefstal niet tegelijk ook
heling is)
Maar wat als dat niet lukt? Kan een vraag zijn bij abstracte gevaarzettingsdelicten. Nog een
mogelijkheid is dan via het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid.
- Houdt in dat de dader van een strafbaar feit niet strafbaar is indien door het
overtreden van het strafbare feit de doelstelling van dat feit juist beter wordt nageleefd,
ook al is de daad in strijd met de wet (Veearts arrest).
- Machielse ziet toekomst in ovmw: vooral op het gebied van het ordeningsrecht is er
toekomst, mits men ovmw ziet als ongeschreven rechtvaardigingsgrond. In
ordeningsrecht vaak weinig ruimte voor restrictieve interpretatie vanwege de vaak
‘technische’ bestanddelen. Een beroep op ovmw komt dan in beeld maar wordt niet
snel aangenomen.
o Toekomst lijkt niet heel denkbaar, zie ook het arrest.
- Arrest Wet Bodembescherming: de verdachte heeft het verbod overtreden door de
mest niet emissie-arm uit te rijden. Wel had hij ‘Bio-mest-activator’ aan de mest
toegevoegd. Dat zou een sterke reductie van ammoniakgas tot gevolg hebben en
daarmee zou zijn gedraging juist het achterliggende rechtsbelang van het besluit
dienen, althans zou zijn wijze van bemesting minder milieubelastend zijn. De
verdachte beroept zich daarom op ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid.
Het rechtsgoed wordt door zijn gedraging beter gediend dan wanneer hij zich zou
gedragen volgens de wet. Het hof verwerpt dit verweer. Daarbij spelen verschillende
factoren een rol.
o Achterliggende rechtsgoed: schone lucht én bescherming van de bodem
o Wet kent mogelijkheid van ontheffing, had verdachte dan aan moeten vragen
o Het hof leidt uit de wetsgeschiedenis af, dat bij het opstellen van de
voorschriften ook rekening is gehouden met de controleerbaarheid en
handhaafbaarheid van die voorschriften. Je zou kunnen zeggen: de
handhaafbaarheid is in het geding als verdachte hier mee wegkomt.
, Onderdeel 2: Groepscriminaliteit (art. 47, 141 en 306 Sr)
Medeplegen art. 47 Sr in samenhang met ’door twee of meer verenigde personen’
Deelneming aan een strafbaar feit kan strafverzwarend werken zoals bij art. 311 lid 4 Sr
(diefstal met geweld door twee of meer verenigde personen). De staatscommissie:
‘’In de aanwezigheid van drie of meer personen ligt op zich zelve een element van
bedreiging en dus eene verzwarende omstandigheid van den diefstal, voor zoverre zij
daaraan als daders deelnemen’’
Bij medeplegen ex art. 47 Sr hoeft de medepleger niet altijd fysiek aanwezig te zijn. Het gaat
om een ‘nauwe en bewuste samenwerking’. HR heeft medeplegen gelijkgesteld aan ‘door
twee of meer verenigde personen’.
Artikel 141 Sr – Openlijke geweldpleging
Dit artikel lijkt op art. 300, 302 en 350 Sr (mishandeling, zware mishandeling en
zaaksbeschadiging) maar de strafmaxima ligt bij 141 Sr hoger.
Bestanddelen:
Geweld tegen personen of goederen: geweld hoeft geen gevolg te hebben gehad, het
hoeft niet geleid te hebben tot pijn of letsel. Acuut gevaar voor gevolgen volstaat
(gooien van voorwerpen/opdringen tegen personen).
In vereniging:
- Impliceert opzet op het in vereniging plegen van geweld.
- Vroeger (tot 2000): ‘zij die openlijk met verenigde krachten’. De verdachte moet zelf
een gewelddadige handeling hebben verricht.
- Nu: ‘in vereniging geweld plegen’. Ook de verdachte die bijdraagt aan openlijke
geweldpleging kan veroordeeld worden als pleger (stenen aangeven, organisatie,
opruiende taal etc.). De vereisten zijn:
o Voldoende significante bijdrage aan het geweld. De enkele omstandigheid dat
iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt is niet zonder
meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die ‘in vereniging’
geweld pleegt.
o PSV-Tottenham Hotspur arrest: het is niet de enkele omstandigheid geweest
dat de verdachte in de groep aanwezig was en aldus de groep getalsmatig
verstrekt. De verdachte heeft ook welbewust een bijna zekere confrontatie
opgezocht en bovendien vervolgens gedurende enige tijd meegegaan in een
aanvalsgolf.
o Lid 2: De strafverzwarende omstandigheden uit het tweede lid hebben alleen
betrekking op de dader van het in het eerste lid omschreven misdrijf van wie
vast komt te staan dat hij een daad heeft verricht waarbij één van de gevolgen
uit lid 2 is ingetreden (de klap die tot het letsel heeft geleid).
o Verhouding ‘in vereniging’ en medeplegen ex. Art 47 Sr:
Knigge: Voor medeplegen is een nauwe en bewuste samenwerking
vereist, terwijl openlijke geweldpleging vaak een ongestructureerd
samenwerkingsverband heeft. Daarnaast als ‘in vereniging’ wordt
opgevat als medeplegen dan vervalt eigenlijk de reden om die ernstige
gevolgen (lid 2) niet meer toe te rekenen aan de verdachte.
HR zegt echter: indien het medeplegen – bijvoorbeeld in de vorm van
in vereniging – een bestanddeel vormt van de delictsomschrijving zal
de rechter moeten beoordelen of er een nauwe en bewuste
samenwerking is. Openlijke geweldpleging in vereniging kan zich,
gelet op de aard van het delict, in verschillende vormen voordoen.
In vereniging = medeplegen (samenwerking heeft wel een heel eigen
karakter)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliavanderhorst. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.