Hoorcolleges Contractenrecht
Hoorcollege 1: Totstandkoming van overeenkomsten
Totstandkoming van overeenkomsten
Rechtshandeling gekwalificeerd als aanbod. Je hebt een persoon A en die verklaart een wil.
Meneer B die hoort dit en luistert ernaar en wilt een rechtshandeling verrichten waarbij hij
het aanbod aanvaart, door bijvoorbeeld de fiets te kopen.
Als aanbod en aanvaarding op elkaar aansluiten, dan hebben we een loepzuivere
overeenkomst en heb je wilsovereenkomst.
A. Voorbeelden van enkele algemene opmerkingen
Algemene voorwaarden, wat zijn dat?
1. Art. 6:231 sub a BW: bestemmingscriterium en kernbedingen
Wat zijn telkens terugkerende discussies?
1. Zijn er algemene voorwaarden overeengekomen (en zo ja: welke dan?)
pas hier de algemene regels toe die gelden voor totstandkoming van
overeenkomsten (let in het bijzonder op art. 6:225 lid 3 BW)
2. Indien algemene voorwaarden zijn overeengekomen, is een beding in die
algemene voorwaarden dan vernietigbaar (art. 6:233 BW)?
omdat gebruiker zijn informatieplicht niet goed heeft nageleefd? (zie
art. 6:233 sub b jo. art. 6:234 BW)
omdat het beding onredelijk bezwarend is voor de wederpartij? (zie
art. 6:233 sub a jo. (eventueel) art. 6:236 en 6:237 BW)
Welke stellingen zal de ‘benadeelde’ wederpartij van de gebruiker van algemene
voorwaarden in beginsel in die discussies betrekken?
Kan de wederpartij van de gebruiker van algemene voorwaarden een beroep doen
op afdeling 6.5.3 BW?
1. eerst nagaan: is de wederpartij een consument?
zie definitie in art. 6:236 en 6:237 (aanhef) BW
indien ja: dan geniet wederpartij maximale bescherming op basis van
afdeling 6.5.3 BW (in het bijzonder art. 6:236 en 6:237 BW)
2. is de wederpartij geen consument, dan vervolgens nagaan of zij een ‘grote’
dan wel een ‘kleine’ onderneming is: voldoet zij aan een van de criteria van
art. 6:235 lid 1 BW?
indien nee: dan is de wederpartij een ‘kleine’ onderneming en kan zij
een beroep doen op alle bepalingen van afdeling 6.5.3 BW
behalve op art. 6:236 en 6:237 BW, tenzij ‘reflexwerking’ mogelijk is
indien de uitzondering van art. 6:235 lid 3 BW van toepassing is: geen
beroep mogelijk op art. 6:233 en 6:234 BW
indien ja: dan is de wederpartij een ‘grote’ onderneming en kan zij
geen beroep doen op art. 6:233, art. 6:234, art. 6:236 of art. 6:237
De bijzondere regeling in de wet: wie worden er wel en niet door beschermd?
, B. Zijn algemene voorwaarden overeengekomen en zijn ze gebonden?
Gebondenheid aan algemene voorwaarden
Algemene voorwaarden zijn er om het contract- en handelsverkeer te faciliteren.
Gestandaardiseerde afspraken staan hierin, die de ene partij elke keer weer wilt gebruiken.
Voordelen zijn dat je niet over alles hoeft te onderhandelen, maar je kan hier telkens
opnieuw op terugvallen. Nadelen: niemand leest het, gebruikers weten dat ook, dus die
komen in de verleiding om dingen in de algemene voorwaarden op te schrijven in hun
voordeel. Ben je dan gebonden aan zo’n beding waar de partij zijn aansprakelijk in heeft
beperkt? (exoneratieclausule)
Discussie: ik heb de algemene voorwaarden helemaal niet aanvaard, en stel ik heb dat wel
gedaan, ik heb ze niet kunnen lezen, of bepaalde bepalingen ben ik het helemaal niet mee
eens.
Afdeling 6.5.3 BW gaat over de algemene voorwaarden. Je moet vaststellen wie een beroep
kan doen op deze algemene voorwaarden:
- Criteria of een wederpartij van een gebruiker bescherming kan ontlenen aan de
algemene voorwaarden, art. 6:235 lid 1
- Beschermingsbepalingen kunnen worden ingeroepen door wederpartijen die zelf
geen grote wederpartijen zijn, want professionals kunnen geen bescherming
ontlenen aan de bepalingen van deze afdeling, maar consumenten wel, u en ik, en de
kleine ondernemingen die ofwel geen jaarrekening hebben gepubliceerd ofwel een
zeer beperkt aantal werknemers hebben (minder dan 50).
Arrest Linthorst/Echoput, NJ 2011, 574: partijen zijn ontzettend lang met elkaar in
onderhandelingen, Linthorst had in de offertes steeds maar naar eigen algemene
voorwaarden verwezen, maar nooit over gehad. Echoput protesteerde niet. Wanneer
partijen het eens werden, stuurde Linthorst een opdrachtbevestiging. Hij verwees naar zijn
laatste offerte, maar noemde niet meer de algemene voorwaarden. Dit aanvaardt Echoput.
De wederpartij zegt dat ze niet gebonden zijn aan de algemene voorwaarden van de andere
partij.
HR: De algemene regels van wilsvertrouwen, je bent zo lang met elkaar in onderhandeling, je
kan erop vertrouwen dat de ander gebonden is aan jouw algemene voorwaarden. Je hebt
het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat algemene voorwaarden tot stand zijn gekomen
tussen jullie. Er is nooit geprotesteerd.
ART. 6:232 BW: Ook als je als gebruiker van Algemene Voorwaarden weet dat de lezer niet
alles heeft gelezen en je er niet op mag vertrouwen dat hij het met elke individuele bepaling
eens zal zijn, als je een acceptatie hebt gekregen op de algemene voorwaarden als complex
geldt er gebondenheid aan de algemene voorwaarden van beide partijen. Je kunt nog steeds
wilsvertrouwensdiscussies hebben, maar deze gaan niet over individuele bedingen maar als
gebondenheid als complex.
, C. Welke algemene voorwaarden zijn overeengekomen?
Is toepasselijkheid van algemene voorwaarden van de gebruiker overeengekomen?
Hoofdregel: art. 6:217 BW e.v.
- Voor overeenkomsten in algemene zin geldt deze overeenkomst.
Bijzondere omstandigheden:
- Battle of forms: partijen proberen elk hun eigen algemene voorwaarden van
toepassing te laten verklaren op de overeenkomst die ze aan het sluiten zijn, vaak
zijn ze zich hier niet eens van bewust, ze versturen gewoon aanbod en aanvaarding
naar elkaar met verwijzing naar eigen algemene voorwaarden. Welke algemene
voorwaarden gelden nu? Ze hebben allebei een andere wil, er is geen
wilsovereenstemming. Verklaringen botsen ook met elkaar, tijdens de
onderhandelingen zijn ze zich hiervan vaak niet bewust.
Mogelijke oplossingen: geen van beiden zijn van toepassing, of eentje is overeengekomen,
of voor zover de door A en B gebruikte voorwaarden gelijk zijn, zijn die voorwaarden
overeengekomen, voor de rest gelden ze allebei niet en zullen leemtes door de rechter
moeten worden aangevuld. Wij hebben gekozen voor:
De wetgever heeft hier in 6:225 lid 3 ervoor gekozen: de voorwaarden van A gelden, tenzij B
bij de aanvaarding nadrukkelijk de algemene voorwaarden van A van de hand heeft gewezen
en zijn eigen algemene voorwaarden opstelt.
Als de algemene voorwaarden van B qua inhoud totaal verschillen van die van A, gaan we
terug naar het eerste lid, waarin staat dat de partijen, wanneer een aanvaarding van het
aanbod afwijkt, geldt als een nieuw aanbod. Zo kan dat tot in eeuwigheid doorgaan, wie het
langste schrijft, blijft.
Het kan ook zijn, dat als B de voorwaarden van A de hand heeft gewezen, dat ze nauwelijks
verschillen, dan is op dat moment geldend, de algemene voorwaarden in dat stadium
overeengekomen, tenzij A terstond (lid 2), onmiddellijk, die van B afwijst.
Stel overigens dat B uitdrukkelijk heeft verworpen, hoe loopt het dan af?
- art. 6:225 lid 1 BW: B verwerpt daarmee het aanbod van A en doet zelf een nieuw
aanbod. Er is met de ‘aanvaarding’ door B dus nog geen overeenkomst tot stand
gekomen)
- art. 6:225 lid 2 BW: in theorie zouden de voorwaarden slechts op ondergeschikte
punten van elkaar kunnen verschillen. In dat geval zou een overeenkomst tot stand
komen op basis van de voorwaarden van B, tenzij A daar onverwijld bezwaar tegen
zou maken
, D. Er is gebondenheid, maar is het beding in de algemene voorwaarden vernietigbaar
door de wederpartij van de gebruiker?
Eerst moet vast staan dat partijen gebondenheid aan de algemene voorwaarden zijn
overeengekomen, vervolgens kan je het over vernietigbaarheid gaan hebben.
Een beding in die algemene voorwaarden is vervolgens in twee gevallen vernietigbaar, zie
art. 6:233 BW.
- Geval 1: omdat gebruiker zijn informatieplicht met betrekking tot die algemene
voorwaarden niet goed heeft nageleefd, hij had de wederpartij moeten informeren
over de algemene voorwaarden
o zie art. 6:233 sub b jo. art. 6:234 BW
o onderscheid tussen consumenten en ‘kleine’ wederpartijen speelt niet
- Geval 2: omdat het beding in de algemene voorwaarden, waar de gebruiker zich op
wil beroepen, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij (WEEK 3)
o inhoudstoetsing: zie art. 6:233 sub a jo. (eventueel) art. 6:236 en 6:237 BW
o onderscheid tussen consumenten en ‘kleine’ wederpartijen speelt wel
Geval 1: Informatieplicht gebruiker algemene voorwaarden
Staat in art. 6:233 sub b (vernietigingsgrond zelf) jo. art. 6:234 BW (informatieplicht)
Wat is de ratio/zin van deze informatieplicht? prikkel richting gebruikers van algemene
voorwaarden om de (zwakkere) wederpartij kennis te laten nemen van de inhoud van de
voorwaarden. Probeert oplossing te bieden aan probleem van vroeger: niet duidelijk
kenbare algemene voorwaarden.
Wie kan een beroep op vernietigingsgrond doen? zie slide 17 hiervoor. Consumenten en
kleinere ondernemingen die wederpartij zijn, kunnen beroep doen op dit artikel.
Hoe is de wettelijke regeling van de informatieplicht uitgewerkt? (zie art. 6:234 BW)
- hoofdregel: gebruiker moet aan de wederpartij een ‘redelijke mogelijkheid’ bieden
om van de voorwaarden kennis te nemen
- hoe dat moet, is gedetailleerd uitgewerkt: gebruiker biedt ‘redelijke mogelijkheid’
door:
o terhandstelling (lid 1, eerste zin)
o indien terhandstelling redelijkerwijs niet mogelijk is (bijvoorbeeld bij
massacontracten), bekend te maken dat de voorwaarden
bij hem ter inzage liggen of zijn gedeponeerd bij KvK of bij griffie van
een gerecht,
en dat zij op verzoek zullen worden toegestuurd (lid 1, eerste zin),
tenzij toezending redelijkerwijze niet van gebruiker kan worden
gevergd (lid 1, derde zin) (bijvoorbeeld wanneer de algemene
voorwaarden en enorm pakket zijn, offline)
o terbeschikkingstelling langs elektronische weg (lid 2 en lid 3)
indien de overeenkomst zelf ook langs elektronische weg tot stand
komt, is terbeschikkingstelling langs elektronische weg toegestaan,
mits de eisen van lid 2, eerste zin, worden nageleefd