Bestuursrecht: Besluitvorming – video’s week 2
Inhoud
Bestuursrecht: Besluitvorming – video’s week 2....................................................................................1
Week 2A.............................................................................................................................................2
Video nadere normstelling, consistentie........................................................................................2
Video beleidsregels, instructies, vaste gedragslijnen, richtlijnen....................................................3
Video voorrang, transformatie en conversie................................................................................12
Video rechtmatige vaststelling en toepassing beleid, inherente afwijkingsbevoegdheid.............16
Week 2B...........................................................................................................................................23
Video wijzigen en intrekken van beleid........................................................................................23
Video wijzigen en intrekken van beschikkingen............................................................................25
Video herhaalde aanvraag (artikel 4:6 Awb), verzoek r.o.............................................................26
Video overgangsrecht...................................................................................................................31
1
,Week 2A
Video nadere normstelling, consistentie
Deze week gaat over beleid, waaronder niet-wettelijke regels over de uitoefening van
bestuursbevoegdheid worden verstaan.
Nadere (gelede) normstelling
Als er een beschikking wordt genomen gaat daar heel veel normstelling aan vooraf:
GW
↓ attributie wetgevende bevoegdheid (aan formele wetgever)
Wet
↓ delegatie wetgevende bevoegdheid (aan regering)
AMvB
↓ subdelegatie wetgevende bevoegdheid (aan minister)
In de AMvB krijgt de minister de bevoegdheid om een ministeriële regeling (MR)
vast te stellen)
Subdelegatie is mogelijk als er in de wet ‘bij of krachtens een AMvB’ staat
MR
Een zelfstandige AMvB berust rechtstreeks op de Grondwet, waarin de bevoegdheid om AMvB’s vast
te stellen wordt geattribueerd aan de regering.
- In de wet/AMvB/ministeriële regeling kan een beschikkingsbevoegdheid worden
geattribueerd.
- Voorbeeld in Participatiewet (wet in formele zin): het college van B&W kan een beslissing
nemen over een aanvraag omtrent bijstand. Hier wordt in de Participatiewet dus de
bevoegdheid gecreëerd voor het college van B&W om een beschikking te nemen (met
betrekking tot bijstandverlening). In het kader van deze beschikkingsbevoegdheid mogen
beleidsregels vastgesteld worden.
Regelgeving en attributie op het niveau van de Rijksoverheid:
GW
↓
Wet → attributie beschikkingsbevoegdheid → beleidsregels
↓
AMvB → attributie beschikkingsbevoegdheid → beleidsregels
↓
MR → attributie beschikkingsbevoegdheid → beleidsregels
Regelgeving en attributie op het niveau van de decentrale overheid:
GW (124(1))
↓ attributie van wetgevende bevoegdheid aan Provinciale Staten (PS) / Gemeenteraad (Raad)
Provinciale Staten stellen provinciale verordeningen (Prov vo) vast, gemeenteraad stelt
gemeentelijke verordeningen (Gem vo) / Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV) vast
In een decentrale verordening kan attributie van beschikkingsbevoegdheid plaatsvinden waarmee
bestuursorganen vervolgens de bevoegdheid hebben om beleidsregels vast te stellen.
2
,Nadere (gelede) normstelling
- De uitoefening van een (geattribueerde of gedelegeerde) bevoegdheid tot het nemen van
besluiten moet altijd binnen de bevoegdheidsgrenzen blijven. Dit is een kwestie van legaliteit
en specialiteit.
- Hoe zien die bevoegdheden eruit? Er zijn bevoegdheidsvoorwaarden: ‘indien aan de
voorwaarden X is voldaan, dan kan/moet het bestuursorgaan Y doen’.
X = beoordelingsruimte of beoordelingsvrijheid
o Als aan voorwaarde X is voldaan móét (bijv.) een vergunning verleend
worden en is er sprake van een gebonden bevoegdheid.
Y = wel/geen beleidsvrijheid (of-vrijheid)
o Y1 (of-vrijheid): wel of geen regeling vaststellen, vergunning verlenen, boete
opleggen, etc.?
o Y2 (hoe-vrijheid) zo ja: welke regeling, vergunning, boete, etc.?
- De ABRvS gebruikt als verzamelterm “beslissingsruimte”.
Voor de bevoegdheidsvoorwaarden: “beoordelingsruimte”
Voor beleidsvrijheid: “beleidsruimte”.
- Waar beschikkingsbevoegdheid ruimte of vrijheid geeft, kunnen ter invulling niet-wettelijke
regels worden vastgesteld – oftewel, beleid. Beleidsregels zijn daarvan een belangrijke
categorie.
-
Consistentie
- Als de vrijheid om keuzes te maken er is, dan is het belangrijk dat niet willekeurig wordt
opgetreden: er moet consistent gehandeld worden. Dit is een uitvloeisel van het
gelijkheidsbeginsel.
O.a. ABRvS 11 juni 2008, BD3618: ‘Het gelijkheidsbeginsel vergt […] een consistent
en doordacht bestuursbeleid. Het veronderstelt dat het bestuur welbewust richting
geeft en derhalve een algemene gedragslijn volgt ten aanzien van zijn optreden in
vergelijkbare gevallen.’
- Consistentie is daarnaast van belang uit het oogpunt van rechtszekerheid.
(Algemene) regels: wettelijke en niet-wettelijke (beleid) ter bevordering van gelijke
behandeling en rechtszekerheid.
Onder beleid verstaan we algemene, niet-wettelijke regels over de uitoefening van
bestuursbevoegdheid. Dan kan het gaan om:
- Beleidsregels (aparte categorie, art. 1:3 lid 4 Awb geeft als definitie ‘een bij besluit
vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift’)
- Instructies van het bestuursorgaan naar het ambtelijk apparaat.
Instructies werken intern.
- Precedenten: er worden beschikkingen genomen met precedentwerking zodat er een vaste
gedragslijn ontstaat.
Video beleidsregels, instructies, vaste gedragslijnen, richtlijnen
Uit juridisch oogpunt gaat het bij beleid om algemene, niet-wettelijke regels met betrekking tot de
uitoefening van bestuursbevoegdheid. We spreken ook wel van een vorm van soft law: niet-bindende
regels. Het is echter niet zo dat beleid juridisch helemaal niet van belang is en geen rechtsgevolgen
heeft.
3
,Oorsprong: instructies
- Historische ontwikkeling: van interne dienstaanwijzingen (instructies) naar besluiten (met
extern rechtsgevolg)
Beleid is oud: zodra er een samenleving is, is er vaak al beleid. Het gaat er dan vooral
om dat er leiding is (denk aan een stamhoofd dat instructies kan geven aan de
stamleden).
- Mandata principis
Ook de Romeinen waren bekend met beleid: als ambtenaren het rijk introkken kregen
ze instructies van de keizer over bijv. belastingheffing en het Romeins burgerschap
(denk aan een soort naturalisatierecht). Ook daar werd gewerkt met instructies en
interne dienstaanwijzingen die mandata principis werden genoemd.
Soft law elders
Soft law is een zeer ruim verschijnsel dat niet alleen voorkomt in de bestuursrecht, maar ook elders:
- Strafrecht
Vervolgings- en strafvorderingsrichtlijnen
o Niet-wettelijke regels over wanneer te vervolgen en over de te vorderen straf
(hoogte geldboete, lengte straf)
- Rechtbank/rechter
Oriëntatiepunten die gebruikt worden bij het bepalen van de hoogte van de straf
Databank met individuele gevallen en bijbehorende straffen
Niet-wettelijke rechterlijke normen
o Ontslagvergoeding
o Alimentatie
o Procesregelingen
- Corporate governance codes
- Europese soft law: ook de Europese Commissie neemt beslissingen aan de hand van niet-
wettelijke, algemene regels.
Soorten beleid (soft law)
- Beleidsregels (gedefinieerd als een besluit), twee soorten:
Eigen beleidsregels (art. 4:81 lid 1 Awb)
o Vastgesteld door het orgaan dat de bevoegdheid heeft waarvoor de
beleidsregels zijn bedoeld
o Het college van B&W heeft een eigen geattribueerde bevoegdheid en is dus,
gelet op art. 4:81 lid 1 Awb, bevoegd om beleidsregels vast te stellen over de
uitoefening van de eigen beschikkingsbevoegdheid.
Een bestuursorgaan kan ook beleidsregels vaststellen voor de uitoefening van een
bevoegdheid door een ander bestuursorgaan (art. 4:81 lid 2 Awb)
o De delegans kan bijv. beleidsregels vaststellen voor de delegataris (lid 1).
- Instructies (mandata principis), intern gericht tot:
Ondergeschikten (art. 10:22 Awb)
Gemandateerden (art. 10:6 Awb)
Niet aan gedelegeerden dan alleen beleidsregels (art. 10:16 Awb)
Verschillen beleidsregels en instructies:
Beleidsregels zijn algemeen. Instructies zijn vaak algemeen, maar kunnen ook in een
individueel geval worden gegeven.
Beleidsregels zijn schriftelijke regels. Instructies kunnen ook mondeling gegeven
worden.
4
, - Vaste gedragslijnen (precedenten, praktijk)
Elke beschikking heeft een bepaalde precedentwerking. Er ontstaat hierdoor een soort
bestendige bestuurspraktijk: een vaste gedragslijn.
Een vaste gedragslijn kan beschouwd worden als ongeschreven beleid, met dien
verstande dat er vaak wel geschreven beleid achter zit. Vaste gedragslijnen vloeien
namelijk ook vaak voort uit het toepassing geven aan interne instructies.
- Richtlijnen (een vorm van beleid van een ander): niet-wettelijke, algemene regels afkomstig
van een ander dan het bestuursorgaan dat de bevoegdheid heeft waarvoor die algemene regels
zijn bedoeld, terwijl er ook geen bevoegdheid is op grond van art. 4:81 lid 2 Awb (of, als het
om delegatie gaat, lid 1).
Richtlijnen berusten op geen enkele bevoegdheid
Het gaat altijd om beleid van een ander
Voorbeelden:
o Bepaalde standaardisatienormen NEN (hoe stopcontacten eruit moeten zien)
o Modelverordening van de VNG (heeft geen wetgevende bevoegdheid, ook
niet om beleidsregels voor gemeenten vast te stellen, maar kan de
Gemeenteraad wel aanbevelen om een APV vast te stellen met een bepaalde
inhoud)
o Richtlijnen van het RIVM met betrekking tot corona (zijn geen wettelijke
regels, ook geen beleidsregels, want het RIVM heeft geen
beleidregelgevingsbevoegdheid)
Soft law: gebondenheid
- Beleidsregels: art. 4:84 Awb
Moeten in acht genomen worden, tenzij:
o Bijzondere omstandigheden en/of
o Onevenredige gevolgen
- (Instructies moeten ook in acht genomen worden, maar die werken slechts intern.)
- Vaste gedragslijnen
Gelijkheidsbeginsel en evt. vertrouwensbeginsel: als eerder een bepaalde beschikking
in een bepaalde situatie is genomen, en nu doet een soortgelijke situatie zich voor, dan
moet eenzelfde beslissing genomen worden.
- Richtlijnen: art. 3:2 Awb (zorgvuldige voorbereiding) en art. 3:46 Awb (deugdelijke
motivering)
(Richtlijnen zijn op geen enkele bevoegdheid gebaseerd en zijn afkomstig van een
ander dan het bevoegd gezag)
Comply or explain: met de richtlijn moet rekening gehouden worden (dus hij hoeft
niet in acht genomen te worden), maar als je ervan afwijkt moet je uitleggen waarom
je dat doet (art. 3:46 Awb)
Cf ongevraagde advisering
Vormen van beleid / info
- Beleidsregels
Wel bekendgemaakt (art. 3:42 Awb)
o Na bekendmaking treden ze als beleidsregels in werking.
Niet bekendgemaakt
o Deze regels treden niet als beleidsregels in werking maar kunnen net als
interne instructies wel de basis vormen voor een vaste gedragslijn.
- Precedenten, vaste gedragslijnen
- Interne instructie
5
, Bestuurlijke instructies
o Bijv. van het college van B&W of de wethouder aan de ambtenarij
Ambtelijk (top, werkvloer)
o Bijv. van ambtelijke chef aan het personeel
- Voorlichtingsmateriaal (folder, website)
Stel: je wil een uitkering of je wil weten of je voor studiefinanciering in aanmerking
komt. In een folder of op een website kom je allerlei materiaal tegen dat ook een
weerspiegeling is van beleid. (Met betrekking tot het vertrouwensbeginsel is
vervolgens de vraag in hoeverre je aan dat materiaal rechten kunt ontlenen.)
- Richtlijnen
- Geautomatiseerd beslissysteem, modellen, algoritmen
Denk aan modellen in een geautomatiseerd systeem. Stel: er komt een aanvraag waar
een beschikking op moet worden genomen. Dan raadpleegt de ambtenaar die de
beschikking moet nemen allerlei modellen in zijn systeem en klikt bepaalde
tekstblokken bij elkaar die aansluiten bij de aanvraag. Zo komt er een beschikking tot
stand. Over het algemeen vormen die modellen geen beleidsregels. Ze kunnen beter
worden vergeleken met instructies, aangezien een dergelijk geautomatiseerd systeem
meer een intern karakter heeft.
Algoritmen zijn buitengewoon belangrijk voor de inhoud van beslissingen. Ook
hierbij gaat het om algemene, niet-wettelijke regels. De vraag is alleen of het gaat om
schriftelijke regels (zoals we die kennen bij beleidsregels) aangezien ze niet voor elk
mens normaal te lezen zijn.
- Beleid komt voor onder allerlei namen, zoals ‘plan’, ‘nota’, ‘notitie’, ‘circulaire’, etc. Aan de
hand van de criteria moet je echter zelf beredeneren om wat voor soort beleid het gaat.
Beleidsregels als een besluit
Besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke
rechtshandeling (art. 1:3 lid 1 Awb). Voor de vraag of een beleidsdocument (een algemene, niet-
wettelijke regel) een beleidsregel betreft, moeten de elementen van het besluitbegrip op dat
beleidsdocument toepassen worden:
- Beslissing
Ruim begrip. Het is een keuze, een wilsact.
Conceptbeslissing: er is nog geen definitieve beslissing, waardoor er nog geen sprake
kan zijn van een beleidsregel.
- Schriftelijk
Het is belangrijk dat de beslissing zelf schriftelijk is. Het gaat erom dat er een
beschikkingsbevoegdheid moet zijn en dat het document regels bevat die toepasbaar
zijn bij het nemen van een beschikking. Alleen die regel, indien op schrift gesteld, kan
een beleidsregel zijn.
De schriftelijkheid moet tevens door het bevoegde bestuursorgaan zelf zijn verzorgd.
o Een verslag in de krant van wat er de vorige dag in de Gemeenteraad is
besloten is weliswaar wel schriftelijk, maar dan is de schriftelijkheid niet
afkomstig van de Gemeenteraad zelf en kwalificeert dus ook niet als een
schriftelijke beslissing.
Algoritmen? Ook daar gaat het om algemene beslisregels, vaak ook voor de
uitoefening van bestuursorganen. Maar die regels kunnen niet zomaar gelezen en
begrepen worden en daarom wordt niet voldaan aan de eis van schriftelijkheid.
o Het is natuurlijk niet zo dat er alleen sprake is van schriftelijkheid wanneer er
tekens op papier staan: in het kader van digitaal of elektronisch verkeer is ook
6