100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting jurisprudentie Strafrechtelijke aansprakelijkheid €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting jurisprudentie Strafrechtelijke aansprakelijkheid

1 beoordeling
 43 keer bekeken  0 keer verkocht

Een samenvatting van alle verplichte jurisprudentie voor het vak Strafrechtelijke aansprakelijkheid.

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • 22 oktober 2020
  • 22
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (76)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: Louise21x • 4 jaar geleden

avatar-seller
Hannali
Samenvatting jurisprudentie Strafrechtelijke aansprakelijkheid

Week 1 – Het legaliteitsbeginsel, overgangsrecht en rechtsmacht
EHRM Het legaliteitsbeginsel in Straatsburgs perspectief
Juridisch kader: Legaliteitsbeginsel
Deze zaak gaat over een verkrachting binnen het huwelijk. Een man uit Engeland werd
hiervoor aangeklaagd en veroordeeld. De man was van mening dat art. 7 EVRM
geschonden was. Dit artikel zegt dat niemand mag worden veroordeeld voor een op het
moment van plegen niet strafbaar feit (legaliteitsbeginsel). De Hoge Raad verwerpt dit
verweer en stelt dat het vernederende karakter van verkrachting dermate evident is dat
veroordeling van een man wegens poging tot verkrachting van zijn vrouw niet in strijd is
met het doel en de strekking van art. 7 EVRM. Het legaliteitsbeginsel is dus niet
geschonden.

Rechtsregel:
 Het vernederende karakter van verkrachting is dermate evident dat veroordeling
van een man wegens poging tot verkrachting van zijn vrouw niet in strijd is met
het doel en strekking van art. 7 EVRM, en dus niet is geschonden.

HR Incest
Juridisch kader: overgangsrecht, materiële leer
Het ging om een man die werd verdacht van het plegen van incest met zijn minderjarige
kind, in de periode dat zij 16 t/m 19 jaar was. De verdachte werd vervolgd. In de loop van
die procedure vond een wijziging in het Burgerlijk Wetboek plaats. De
meerderjarigheidsgrens van 21 jaar werd naar 18 jaar verlaagd. Daardoor was vanaf de
periode dat het kind de 18 jaar was gepasseerd de nieuwe bepaling gunstiger voor de
verdachte, want het plegen van ontucht met iemand ouder dan 18 jaar was niet
strafbaar. De wijziging van het BW was dus mede bepalend voor de uitleg van de
strafrechtelijke normstelling.

Rechtsregel:
 Niet alleen wetswijzigingen die met de strafbepaling zelf te maken hebben, maar
ook andere relevante wetswijzigingen die doorwerken in het strafrechtelijke
normstelling zijn van belang.

HR Lex Mitior
Juridisch kader: overgangsrecht, wijzingen in de sanctionering
In dit arrest is bepaald dat bij wijzigingen in de sanctionering niet meer getoetst hoeft te
worden aan de maatstaf van gewijzigd inzicht van de wetgever. Er moet meteen gekeken
worden of de toepassing van de nieuwe wet gunstiger is voor de verdachte.

Rechtsregel:
 Bij wijzigingen in sanctionering hoeft niet meer naar het gewijzigd inzicht gekeken
te worden, er moet direct worden getoetst of de nieuwe wet gunstiger is voor de
verdachte.

HR Linquenda
Juridisch kader: extra territoriale rechtsmacht, nationaliteitsbeginsel (art. 7 Sr)
In dit arrest is bepaald dat het moet gaan om een Nederlands gegeven ambtelijk bevel.
Het ging hier om een Spaans bevel. Dus het is in concreto geen misdrijf. Gevaarlijk
rijgedrag is een overtreding, geen misdrijf.

Week 2 – Causaliteit en wederrechtelijkheid
HR Dood door vrijheidsberoving?
Juridisch kader: causaliteit, delictsgebonden
Iemand is ontvoerd door meerdere daders. Hij werd in de kofferbak gestopt en naar een
afgelegen parkeerterrein gereden en gedood. Die dood was niet een dood die bij het

,delict past. HR: officier had doodslag of moord ten laste moeten leggen. Er was geen
causaal verband tussen de ontvoering en de dood. Een voorbeeld wanneer wel een
causaal verband aanwezig zou zijn is bijv als hij van de honger doodgaat, of sterft in de
kofferbak. Causaal verband is delictsgebonden. Hier paste het causaal verband dus niet
in de delictsomschrijving. Vrijheidsberoving kon wel worden bewezen, dood werd partieel
vrijgesproken omdat dat niet bewezen kon worden.

Rechtsregel:
 Causaal verband is delictsgebonden. Het causaal verband moet passen bij de
delictsomschrijving.

HR Groninger HIV-zaak
Juridisch kader: causaal verband, toerekening naar redelijkheid
Zo was er in de HR Groninger HIV-zaak geen csqn aanwezig, maar kon alsnog causaal
verband worden aangenomen door middel van de toerekening naar redelijkheid. Het
gedrag van degene die het heeft ingespoten kán namelijk hebben geleid tot de HIV.

HR Spoorwegovergang
Juridisch kader: causaliteit, adequatietheorie, voorzienbaarheid
Een automobilist knalde van achteren tegen een auto aan die daardoor het spoor op
geschoven werd. Er kwam een trein aan. De automobilist van de voorste auto stapt uit
zijn auto om zijn vrouw en dochter uit de auto te halen. De trein rijdt over de voet van de
man en zijn voet wordt verbrijzeld. Verdachte: automobilist heeft zelf het letsel
veroorzaakt door uit te stappen. Hij had namelijk ook gewoon gas kunnen geven om de
auto van de spoorwegovergang te halen. HR: ging hier niet in mee, want de gedraging
van het slachtoffer is naar algemene ervaringsregels te rekenen tot hetgeen als gevolg
van een botsing redelijkerwijze is te voorzien. Want door de botsing wordt iemand in een
schrikwekkende positie gebracht. Het gaat hier dus om een meer geobjectiveerde
voorzienbaarheid: wat is voorzienbaar voor de gemiddelde mens?

Rechtsregel:
 De HR oordeelde dat het bij deze botsing te voorzien was dat het slachtoffer zwaar
letsel zou krijgen, omdat de paniekreactie te voorzien was, dus het letsel ook.
Deze zaak laat ook de zwakte van de adequatietheorie zien, want de rechter
moest zich hier dus in de adequatietheorie wringen om de voorzienbaarheid
bewezen te achten.

HR Letale Longembolie
Juridisch kader: causaliteit, leer van de redelijke toerekening
De verdachte is met zijn auto op het slachtoffer gebotst. De
De vrouw had ernstig letsel (schedelbreuk en hersenkneuzing) maar geen
levensgevaarlijk letsel, ze moest bedrust houden. Daaruit is een trombose (bloedprop)
ontstaan die tot een longembolie heeft geleid. De vrouw overleed. Er werd een medisch
rapport opgesteld waarin stond dat de schedelbreuk en hersenkneuzing niet
noodzakelijkerwijs tot het intreden van de dood hadden hoeven leiden. Verdachte zei
daarop dat dus de longembolie de oorzaak van de dood was geweest. Hof: wel causaal
verband. HR: optreden van longembolie, na als gevolg van de botsing ontstane
hoofdletsel, is niet van zodanige aard dat het overlijden redelijkerwijs niet meer als
gevolg aan de verdachte kan worden toegerekend.

Rechtsregel:
 De HR heeft hier het leerstuk van de leer van de redelijke toerekening voor het
eerst ontwikkeld. Het optreden van de longembolie, na het als gevolg van de
botsing ontstane hoofdletsel, is niet van zodanige aard dat het overlijden
redelijkerwijs niet meer als gevolg aan de verdachte kan worden toegerekend.

HR Niet-behandelde longinfectie
Juridisch kader: causaliteit, leer van de redelijke toerekening
Verdachte had op zijn vriendin geschoten. Zij werd in de nek geraakt. Er ontstond een
hoge dwarsleasie. Ze moest de rest van haar leven als een kasplantje aan de beademing

, liggen. Door die dwarsleasie en beademing kreeg ze ook nog een longinfectie. Ze koos
ervoor om niet behandeld te worden, want haar situatie was uitzichtloos geworden. Ze
overleed. Verdachte verweerde zich door te zeggen dat de vrouw ervoor had gekozen om
niet behandeld te worden en daardoor was overleden, niet zijn nekschot. Er was dus
volgens hem geen causaal verband tussen het schieten en de dood van de vrouw. HR:
verdachte had de omstandigheden in het leven geroepen die ervoor hadden gezorgd dat
de vrouw de beslissing had genomen om niet behandeld te willen worden. Die beslissing
van haar in de keten van gebeurtenissen heeft niet een zodanige invloed gehad dat haar
dood redelijkerwijs niet meer als het gevolg van het handelen aan de verdachte kan
worden toegerekend. Het ging om buitengewoon ernstig letsel. Verdachte had door zeer
grove handelswijze de situatie in het leven geroepen dat het slachtoffer zich genoodzaakt
zag om van verder leven af te zien. Wat de verdachte had gedaan was onmisbaar. Het
nekschot was een csqn dat de rest van de oorzaken bepaald heeft. Verdachtes handelen
staat dus zwaarwegend en nadrukkelijk aan het begin van de keten. Dus de dood kon de
verdachte worden toegerekend.

Rechtsregel:
 Verdachtes handelen staat zwaarwegend en nadrukkelijk aan het begin van de
keten. Hij had de situatie in het leven geroepen dat het slachtoffer zich
genoodzaakt zag om van verder leven af te zien. De dood van het slachtoffer kan
daarom op grond van de redelijke toerekening aan de verdachte worden
toegerekend.

HR Bloedvergiftiging
Juridisch kader: causaliteit, leer van de redelijke toerekening, beoordelingsruimte
feitenrechter
Verdachte had een slachtoffer met een mes in de rug gestoken. Slachtoffer liep een
klaplong op en wordt in het ziekenhuis opgenomen. 5 dagen later verlaat het slachtoffer
het ziekenhuis weer in stabiele toestand. 6 dagen later (12 dagen na steekincident) wordt
ze weer in het ziekenhuis opgenomen en 15 dagen later overlijdt ze. In een medisch
rapport staat dat het overlijden het gevolg is van een zeer ernstige longontsteking die
heeft geleid tot een bacteriële infectie met een dodelijke bloedvergiftiging als gevolg. De
medisch deskundige verklaart dat niet met volledige zekerheid kan worden vastgesteld
hoe die longontsteking is ontstaan. Het Hof oordeelde dat de mogelijkheid bleef bestaan
(hoe klein en onwaarschijnlijk ook) dat het slachtoffer anders dan door de messteek die
dodelijke bacteriële infectie heeft opgelopen (buiten het ziekenhuis toen ze was
ontslagen). Het Hof kon het causale verband tussen het steken van de verdachte en het
intreden van de dood niet met zekerheid vaststellen. De dood van het slachtoffer kon
daarom niet redelijkerwijs aan de verdachte worden toegerekend. HR: het gaat om
normatief toerekenen van gevolgen aan bepaalde handelingen (geen natuurkundige
zekerheid). De bacteriële infectie was hier de directe doodsoorzaak. Maar dat sluit niet uit
dat er een zodanig verband is geweest tussen enerzijds het steekincident en daardoor
noodzakelijke medische ingrepen en anderzijds die bacteriële infectie. De dood kon dus
wel redelijkerwijs als gevolg van het steekincident aan de verdachte worden
toegerekend. Een hoogst onwaarschijnlijke mogelijkheid van een alternatieve gang van
zaken staat niet aan bewezenverklaring of causaal verband in de weg. Als verdachte zich
op een hoogst onwaarschijnlijk alternatief scenario beroept, dan moet je dat buiten
beschouwing laten. Ook al is er tussen het gevolg en het handelen sprake van een
complicerende factor, zolang die factor van relatief ondergeschikte aard is, kan het
gevolg redelijkerwijs aan de verdachte worden toegerekend.

Rechtsregel:
 Toerekening naar redelijkheid kan ook plaatsvinden als niet met volledige
zekerheid vast te stellen is dat het handelen van de dader tot de dood van het
slachtoffer heeft geleid. Een hoogst onwaarschijnlijke mogelijkheid van een
alternatieve gang van zaken staat niet aan causaal verband in de weg. Zolang de
complicerende factor van ondergeschikte aard is, kan het gevolg redelijkerwijs aan
de verdachte worden toegerekend.

HR Causaliteit bij nalaten

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Hannali. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48298 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd