Samenvatting zeventiende eeuw
TENTAMEN
Digitaal thuistentamen
Stof tentamen: studiestof (plus inleidingen edities!) en inhoud van de hoor- en werkcolleges
Literatuur erbij op tentamen
Waar komt sws een vraag over:
- Motieven van de Gouden Eeuw
- Een embleem
- Begrippen
- Secundaire lit. primaire lit.
DOSSIER
Uitwerkingen alle weekopdrachten incl. peerfeedback + onderzoeksopdracht
Tentamen =70%, dossier= 30%
Week 1 – “Gouden Eeuw”
1 De Nederlandse Gouden Eeuw als tijdvak
De literatuur komt vooral van de bevoordeelde bovenlaag van de bevolking, die een idealiserend
beeld gaf van de 17e eeuw
Prak 2013:
o GE = 1579 Unie van Utrecht – 1715 Staatsbankroet
o Verklaring bloei Republiek in GE d.m.v. 5 factoren:
1. Militaire mogendheid
2. Wereldwijd handelsnetwerk (VOC, WIC)
3. Politiek & bestuur: gedecentraliseerd, consensus gericht (veel samenwerking en
stabiliteit)
4. Pragmatische tolerantie inzake religie (geen geloofsvervolging, opname van vluchtelingen
met kennis uit andere landen)
5. Geletterdheid; letteren, wetenschappen & kunsten
Holland was het belangrijkste gewest, hier bevond zich het centrum v/d handel
2 De Europese mythe van de Aurea Aetas /Gouden Eeuw: oorsprong en toe-eigening
Oorsprong
Aurea Aetas: in alle talen en kunsten bekend idee.
Verschillende eeuwen in verschillende landen met dit begrip aangeduid.
Bijbehorende motieven:
, o vrede
o deugd (virtu), bv. Caritas (menslievendheid) en solidariteit
o liefde: de plek waar je leert om deugdzaam te zijn
o voorspoed
o harmonie
o Platteland, pastorale (vertegenwoordiging deugden, tegenover verdorvenheid stad)
Bronnen:
o Idee Aurea Aetas komt voort uit klassieke scheppingsmythe
Voornaamste bron: Ovidius’ Metamorphosen
Oppergod Saturnus regeert in de Gouden Tijd, maar wordt afgezet door zijn zoon
Jupiter, en dan beginnen de problemen. Gaan gepaard met degeneratie van de
mensheid.
schepping uit chaos; vroegste mensen leven zorgeloos in en met de natuur;
verwording van de mensheid
Klassieken: De Oudheid bood naast Ovidius’ Metamorphosen nog drie andere
toonaangevende literaire modellen (inspiratiebronnen) voor deze idealisering:
Vergilius’ Bucolica (of Eclogen): herdersdichten. Met name belangrijk: de vierde
ecloge waarin voorspeld wordt dat de ‘Aurea Aetas’ zal terugkeren.
Cyclische opvatting: de voorspoed kon ook weer herstellen: regeneratie.
Groei, bloei, verval, weer gevolgd door groei, bloei, verval, et cetera
Horatius’ gedicht (‘epode’) ‘Beatus ille qui procul negotiis (…)’/ ‘gelukkig is hij die
ver van het stadse gewoel’. Lof van het buitenleven of landleven (laus ruris):
eenvoudig boerenbestaan wordt verheerlijkt.
pastorale
Vergilius’ Georgica: een leerdicht. vier ‘boeken’ over het bewerken van en leven op
het platteland, met aan het eind van boek 2 een lof op het gelukkige landleven
(laus ruris).
prototype van het ‘hofdicht’
o Genesis: schepping; aards paradijs; zondeval
Mythische GE: verlangen naar het verleden uit de begintijd van de mensheid, het verleden van
moreel zuiver, volmaakt en eenvoudig leven.
Vormen van toe-eigening: de ideeën over de GE in de literatuur uit de GE
Men schreef over de vraag: hoe kan je de Gouden eeuw het beste laten voortduren?
Toe-eigening door elite in West-Europa
Mythische GE fungeert als fundament van idealisering van het land-/buitenleven door rijke
stedelingen en hovelingen (in de Nederlanden: burgerelite en stadhouders).
Tot uitdrukking gebracht in literatuur en beeldende kunsten.
Pastorale element (West-Europa) in de Republiek heel sterk: geïdealiseerd landleven
o twee soorten:
1. profaan
Lof van de Gouden Eeuw bezongen
2. christelijk
Delen van de Bijbel als herdersliteratuur gelezen
o Pastorale mode van stedelijke burger-elite in de Republiek: rustiek leven op een landgoed
(buitenplaats) als tegenwicht tegen stadse drukte.
, En: daarover (laten) dichten genre ‘hofdichten’
o P.C. Hooft, Granida (1605)
= Inspirerend Nederlandstalig voorbeeld van pastorale literatuur, ook voor bijvoorbeeld
schilderkunst
Programmatische tekst voor de gekte over de GE in de Nederlanden, ideologische tekst
Stad vs. platteland, vertegenwoordigd door personages Granida en Daifilos
Dienstbare liefde leidt tot een deugdzaam leven. Dit idee zie je goed in dit werk: Granida
geeft het hof op om op het land te leven met haar liefde.
Inspiratie van klassieken en eigentijdse Italiaanse literatuur: Hooft reisde naar Italië om
de cultuur van de oudheid te leren kennen en de literatuur van de Renaissance te
bestuderen.
3 De Nederlandse Gouden Eeuw als ideologisch instrument
Vormen van toe-eigening: de ideeën over de GE in latere literatuur (van na de GE)
Toe-eigening van het verleden = verschijnsel van alle tijden.
Volgende generaties verbinden het verleden met hun eigen heden, selecteren eruit, gebruiken het
voor eigentijdse doeleinden
Het verleden werd gemythologiseerd: verhalen die wel gebaseerd waren op de geschiedenis, maar
niet per se 100% waar.
Vanaf de Opstand (ca. 1800), in het kader van nationalisme, wilde men de zeventiende eeuw
laten herleven.
o Bv. Willem van Oranje: ‘vader des vaderlands’, omdat hij zich tegen de Franse overheersing
verzette, maar tijdens zijn leven was er nog geen Republiek met staatkundige eenheid zoals
in de 19e eeuw.
1815: Nederland een koninkrijk (parlementaire monarchie) en autonome natiestaat, einde
overheersingexplosie van ‘vaderlandsch gevoel’ (behoefte aan gezamenlijke geschiedenis waar
men trots op was):
- GE gecontrasteerd met eigen tijd van ‘ondergang’ en ‘verval’
- GE geromantiseerd
Ook wel gebeurd met middeleeuwen, bv. gotische periode (neogotiek), maar in de Nederlanden
niet echt want de middeleeuwen waren heel katholiek en er was inmiddels meer protestantisme.
- GE ten voorbeeld gesteld aan eigen tijd
Eeuw van het nationalisme (Europees)
visie op de Nederlandse Gouden Eeuw: verleden van Nederlands-nationale (‘typisch
vaderlandse’) heldhaftigheid, eensgezindheid, tolerantie en saamhorigheid en ook economische
voorspoed en bloei van de kunsten
Schrijvers, wetenschappers, kunstenaars etc. gepresenteerd als één grote vriendenkring
o Voorbeeld van 19de-eeuwse toe-eigening: Muiderkring (gemeenschap van dichters die
elkaar inspireerden; kwam samen op Muiderslot, o.a. Hooft).
,